Dopen is een woord wat ook in het gewone dagelijkse leven gebruikt wordt. Je patat doop je in de mayonaise, een nieuw schip wordt gedoopt door de koning. Maar met de doop in de Kerk bedoelen we iets anders. We hebben het dan over de
De vorige keer hebben we je uitgelegd dat sacramenten tekens en zegels zijn bij de Woord-verkondiging. De Heilige Geest werkt door de Woordverkondiging (preek) en de sacramenten. Er zijn twee sacramenten, doop en avondmaal. Dit keer beginnen we met je iets te vertellen over de doop.Lezen: Marcus 16:14-18Zingen: Psalm 105:5Heilige doop
De Heilige doop hoort bij het verbond. Het verbond dat God met Zijn kinderen heeft gesloten. Toch is Adam niet gedoopt. Ook Jakob niet of David. Deze verbondskinderen zijn besneden. De Here Jezus heeft de doop pas ingesteld toen Hij op aarde was. Je kunt erover lezen in Marcus 16. Nadat de Here Jezus was opgestaan uit de dood vertelde Hij de discipelen wat ze moesten gaan doen na Zijn hemelvaart. De discipelen moesten het hele land door en de wereld over om te vertellen over Jezus´ dood en opstanding. Over Zijn overwinning van de zonden. De Here Jezus zegt daarbij dat de gelovigen gedoopt moeten worden.
De doop is dus geen bedenksel van mensen, maar van God. De drieënige God, want de Here zegt ook;
Nu zul je wel denken aan Johannes de doper, die doopte toch ook al. Veel eerder dan de Here de opdracht aan Zijn discipelen gaf. Hij heeft zelfs de Here Jezus gedoopt! Toch was dit een andere doop. Johannes zei het zelf al,
Bij de doop van een kindje zegt de dominee:
Dit doet de dominee niet omdat hij dat zelf heeft bedacht. Hij doet dit omdat het een opdracht van God is.
De zin die de dominee uitspreekt, betekent: je komt op naam te staan van de drieënige God.
Denk maar aan een auto. Als iemand een auto koopt, komt die op naam te staan van de koper. Als er iets met die auto is, moet de eigenaar het betalen. De belasting moet door de eigenaar betaald worden. Als er een keer te hard wordt gereden met de auto... moet de eigenaar betalen. De koper verplicht zich voor de auto te zorgen, hij is er verantwoordelijk voor.
Zo is het ongeveer ook met de doop. Jij bent dan net als die auto. De Here Jezus heeft jou met Zijn bloed gekocht, en je komt door de doop op Gods Naam te staan. Op de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze drieënige God verplicht Zichzelf om voor jou te zorgen.
De
De
De
Een voorbeeld klopt nooit helemaal, het is om iets uit te leggen. Zo ook het voorbeeld van die auto. De drieënige God verplicht Zich in de doop om voor jou te zorgen. Hij sluit een verbond met jou. Maar nou komt er nog iets bij, wat de auto niet had. Een
De doop is wel altijd echt. In de kerkstrijd van 1944 (de Vrijmaking) was dit een strijdpunt. Sommige mensen zeiden dat als een kind later niet in God ging geloven, de doop niet echt was geweest, het was knoeien met water geweest.
Dit is niet waar. Gods beloften zijn altijd echt, maar wij mensen kunnen
De doop moet je echt gebruiken in je leven. Hoe doe je dat?
Als je zonden hebt gedaan, ben je schuldig. Dan moet je tot de Here gaan in gebed en Hem om vergeving vragen. Je mag dan pleiten op Zijn eigen beloften. De beloften die Hij deed bij jouw doop. Je mag, als het ware, de Here eraan herinneren. `Ik ben toch Uw verbondskind! Vergeef alstublieft mijn zonden door het bloed van Christus, zoals U beloofd hebt.´ Je grijpt eigenlijk Gods beloften vast, net als iemand die bijna verdrinkt, die grijpt de reddingsboei vast. Zo grijpen wij Gods beloften vast, en dat is onze redding.