Verschillende gemeenten in ons kerkverband zijn erg klein, zo klein dat de leden er wel eens een zwaar hoofd in hebben; zal het op de duur vol te houden zijn?
Als er dan ook nog mensen vertrekken of zich onttrekken, dan verliezen we gemakkelijk de moed.
Trouwens, heeft een gereformeerde Kerk “oude stijl” überhaupt nog wel toekomst? Het tweemaal zondags samenkomen, en lange preken beluisteren, moet misschien wel als uit de tijd beschouwd worden.
Past in deze 21e eeuw een Evangelische Gemeente, met opwekking en stralende mensen, niet veel beter? Daar wordt het aantrekkelijk christendom tot in de bijeenkomsten gepraktiseerd.
Allerlei vragen over de Kerk en de prediking, die ook al op de Gereformeerde predikant Ds. J.C. Sikkel afgekomen moeten zijn, waarom hij rond het jaartal 1900 zijn boek in drie delen schreef met als titel “Troost Mijn Volk”.
Vragen over de Kerk, ze lijken modern, maar ze blijken al heel oud te zijn.
Sion weer in glorie hersteld
Het boek “Troost Mijn Volk” volgt de profetieën van Jesaja vanaf hoofdstuk 40. In dit en in de volgende hoofdstukken wordt het volk in ballingschap bemoedigend toegesproken. Laten zij daar, ver weg van Jeruzalem, niet wanhopen.
We willen deze bemoediging volgen vanaf Jesaja 49: 17 tot 26.17. Uw zonen snellen toe, uw vernielers en verwoesters trekken weg.
18. Hef uw ogen op naar rondom en zie hen allen; zij vergaderen, zij komen tot u. Zo waar Ik leef, luidt het woord des HEREN, gij zult hen allen aandoen als een sieraad en hen ombinden, zoals een bruid.
De vertroosting voor de ballingen richt zich op het herstel van Jeruzalem, van Sion, van de Kerk.
Jeruzalem, achterblijvend als “een Moeder van kinderen beroofd”, zij zal haar zonen weer verwelkomen. Die van haar weggevoerd werden zullen weer op haar toe snellen, terwijl de vijand er vandoor gaat. Het wordt een blijde tijd, waarbij Jeruzalem weer bewoond wordt en met een overvolle stad zal pronken.
Heerlijk voor de ballingen want zij en hun nageslacht vormen ‘de kinderen die tot haar toesnellen”.
Troost voor Sion. Troost voor de Kerk van alle tijden.
Maakt onze Gemeente een berooide indruk? De Here vergeet zijn volk niet, en op Zijn tijd zorgt hij voor een vreugdevolle wending.19. Want uw puinhopen en verwoeste plaatsen en uw vernield land – voorwaar, nu zult gij te eng zijn voor de inwoners en uw verdervers zullen verre zijn.
20. Ook zullen de kinderen, van welke gij beroofd waart, te uwen aanhoren zeggen: de plaats is mij te eng, maak mij ruimte, dat ik wonen kan.
21. En gij zult bij uzelf zeggen: wie heeft mij dezen gebaard, daar ik toch van kinderen beroofd was, verbannen en verdreven; wie bracht dezen groot? Zie ik was alleen overgebleven, waar waren dezen?
Sion van kinderen beroofd, verwondert zich over de weldaden des HEREN.
De stad wordt weer overvol. Waar komen ze vandaan?
De ballingen, nu nog ver van Jeruzalem verwijderd, moeten bij het horen van deze toekomstmuziek zich verheugd hebben; zijn zij niet degenen die tot Moeder zullen terugkeren?
Ook wij verheugen ons, als wij lezen van de bemoeienissen van de Here, Hij zal zijn volk niet vergeten, want haar lot gaat Hem zeer ter harte. Zou voor de Here iets te wonderlijk zijn?
Zouden ook de kleinste gemeenten niet overvol kunnen worden, zodat de plaats te eng is?22. Zo zegt de Here HERE: Zie Ik zal mijn hand opheffen tot de volken en mijn banier omhoog heffen voor de natiën; in hun armen zullen zij uw zonen brengen en uw dochters zullen op de schouders gedragen worden.
23. En koningen zullen uw voedstervader zijn en vorstinnen uw zoogsters; met het aangezicht ter aarde zullen zij zich voor u neerbuigen en het stof uwer voeten zullen zij lekken. Dan zult gij weten, dat Ik de HERE ben en dat zij die Mij verwachten niet beschaamd worden.
Onvoorstelbaar voor het volk in het verre Babel, wat een wonderlijk mooie toekomst. Hooggeplaatsten zullen Sion eer bewijzen, ongedachte wonderen!
De Kerk verheugt zich met de ballingen, want wie de Here verwachten, zullen niet beschaamd uitkomen.24. Kan een sterke de buit ontnomen worden, of zullen de gevangenen van hem die in zijn recht is, ontkomen?
25. Maar, zo zegt de HERE: toch worden de gevangenen aan een sterke ontnomen en ontkomt de buit van een geweldige. Ik zelf zal strijden tegen uw bestrijders en Ik zelf zal uw zonen redden.
26 En Ik zal uw verdrukkers hun eigen vlees doen eten en van hun eigen bloed zullen zij dronken worden als van jonge wijn; en al het levende zal weten dat Ik de HERE, uw Redder ben, en uw Verlosser, de Machtige Jacobs.
Voor Sions kinderen zegt een hechte gevangenschap niets, de HERE zal zelf zorgen dat zij door een Koning Kores vrijgelaten worden.
Verdrukkende geweldhebbers gaan in onderlinge strijd ten onder.
Sion zal in oude glorie hersteld worden, zoals ook de Kerk van het nieuwe Verbond, ter wille van de Naam van de HERE, erop mag rekenen dat Hij al zijn beloften waarmaakt.Gods Kerk getroost
We zijn het bijbelgedeelte langsgelopen en we gaan nu, met Ds Sikkel op de achtergrond, zien wat de HERE hier tot ons te zeggen heeft.
We beginnen met ons af te vragen, of de HERE in Jesaja 49, losse individuen, de enkele gelovige hier of daar, aanspreekt en troost?
Zouden deze woorden van God bestemd zijn voor de enkele mens die in de moeite verkeert, misschien vastgelopen is in zaken, of tobt met een of ander probleem?
Wordt hij of zij aangesproken, die voor een moeilijk examen zit, werkeloos is en geen baan kan vinden of misschien wel een wankele gezondheid bezit?
Of zou zo’n Schriftwoord speciaal bestemd zijn voor een vrome broeder of zuster, die eens geestelijk wat versterkt wil worden?
In het algemeen mogen we weten, dat we aan ieder woord van de Schrift, in welke situatie we ook zijn, steun mogen ontlenen. De zakenman, de scholier of wie dan ook, alle bijbellezers waar dan ook, weten zich door de HERE gesterkt, als zij een gedeelte uit de Schrift overdenken.
En toch, als we dit zeggen is het wel de vraag hóe dan het bijbelgedeelte overdacht wordt, en wàt men er mee doet. Wordt het gelezen gedeelte alleen op de eigen omstandigheden toegepast, toegesneden op voorspoed in zaken, op verbetering van eigen gezondheid en op succes bij sollicitatie?
Als dat zo is, dan doen we Gods Woord tekort en gebruiken we de troostende woorden, bedoeld voor Gods Volk, slechts voor eigen succes en voor eigen beperkt doel.
Nee, het Woord van de Schrift, wil in eerste instantie de Gemeente, de Kerk van de Here, bemoedigen en troosten.
De Kerk wordt door de HERE hersteld en tot welvaren gebracht, dat werd aan de ballingen beloofd en dat geldt ook voor het Sion van vandaag.
Wanneer de zakenman, de scholier en elk ander, een beroep doet op Gods beloften uit de Schrift, dan moet elke persoon zichzelf zien in het midden van de Gemeente.
Vanuit die plaats en situatie, als lid van Gods Volk, zal hij de Here aanlopen en om hulp en uitkomst bidden.
Door het Woord van God wordt de Kerk aangesproken en getroost, de beloften zijn voluit geldig voor Gods trouwe Kerk, waarvan de enkeling zich een lidmaat mag weten.
Dit lidmaatschap is bepalend voor het luisteren en bidden.
Als het de gemeente maar goed gaat, als de kerkenraad maar voorspoedig mag zijn, als de broeders en zusters, jong en oud, maar veilig zijn, veilig voor afval en verleiding, dan .... mag mijn zaak desnoods failliet gaan, mag ik voor mijn examen zakken en mag die mooie baan aan een ander toevallen. Als de Kerk maar mag welvaren, dan zal ik in mijn psychische nood of in mijn ernstige ziekte vragen om bijstand en hulp van de HERE, opdat ik het welzijn van de Gemeente niet in de weg sta, maar door mijn gewillig lijden de geloofsopbouw van de broederschap zal ondersteunen.Gods Woord sparen
Zo zien we dat de HERE allereerst de Kerk toespreekt en daarin en daarna mij persoonlijk. Vervolgens willen we nu bedenken, dat wij heel zorgvuldig met het Woord moeten omgaan.
Wij kunnen gemakkelijk een vers uit de Bijbel nemen en daarmee aan de loop gaan. Een vers hiervoor en een vers daarvoor. Maar mag dat?
Mogen wij teksten bij de wortel af snijden? Mogen wij woorden aan bepaalde personen, in bepaalde toestanden, op bepaalde ogenblikken, selecteren en die losjes weg uit het verband nemen, en een eigen leven laten leiden?
Daarvoor het volgende citaat:“We houden afgemaaide veldbloemen over, gehooid gras, dat van geen veld meer weet, dat geen hemel geen zon en geen wind meer kent; - zulke mensen houden een zeer kleine Bijbel over, - of liever geen Bijbel maar wat afgemaaide teksten;” (295)
Afgemaaide veldbloemen, uit de eigen omgeving weggehaald, losse teksten moeten het gaan doen. Men houdt, door veel gebruik van dezelfde ‘bloemen’, een Evangelie over dat op en lucifersdoosje past. Het lijkt te kunnen, maar wat men overhoudt is Gods Woord niet meer. Zo met de Bijbel omgaan, het lijkt onschuldig en we vinden Evangelische Gemeenten “Bijbelgetrouw”, maar wat men doet, dat komt neer op beschadiging van het Woord, het is afbraak van het rijke Evangelie. En al gelooft men de Bijbel van kaft tot kaft, “Bijbelgetrouw” is men niet meer.Het wonder
Ons leven is afhankelijk, niet alleen van voldoende brood, maar met name van het spreken Gods. We lezen in Deuteronomium 8: 3: “Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kende en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des HEREN uitgaat”.
Alles dat uit de mond des HEREN uitgaat, het Woord van God, dat is het leven.
Wat zou het dan treurig zijn als we op eigenzinnige manier het spreken van God zouden hinderen en onmogelijk maken.
Dat doen we wanneer wij enerzijds veldbloemen afmaaien, teksten plukken, en anderzijds deze producten inzetten voor eigen particulier welvaren. Het is een veel gebruikte aanpak, maar “het spreken God’ wordt er door ‘te niet’ gedaan.
Het wonder van Gods spreken vindt alleen daar zijn volle heerlijke doorgang, daar waar Gods Gemeente bijeen is en waar het volle Woord gepredikt wordt.
Ds Sikkel zegt daarover:“Dit is het enige zuivere beginsel van Schriftverklaring, het enige zuivere beginsel voor de bediening des Woords. In de Tempel, in Gods Kerk, moet het afzonderlijke leven uit het volle Woord, dat tot des HEREN Bondsvolk, tot de Gemeente Gods komt, licht en troost en bestiering ontvangen”. (296)
Ons afzonderlijke leven, ieder van ons persoonlijk, ontvangt het Volle Evangelie te midden van de Gemeente.
Dan vindt Gods spreken vrije doorgang en de gemeente leeft er door op. Christus wordt in al zijn heerlijkheid en rijkdom verkondigd, en wij ontvangen licht, troost en leiding.Moeder van kinderen
In de Kerk moeten we zijn, onder de bediening van het volle Woord. En als we dat goed vasthouden, dan mogen we de woorden van Jesaja 49 als tot ons gesproken beschouwen.“En hoor dàn de Schrift; lees dan uw Bijbel; laat u dan met Sion toespreken; vraag dan om de bediening van Gods Woord aan zijn Kerk.
O, dan krijgt een bladzijde als deze uit Jesaja, voor u waardij! Wat rijke belofte voor Sion! Als Sion maar Sion wil zijn. Als zij maar Sions strijd wil worstelen, Sions smarten wil lijden. Als ze maar om het Woord Gods voor Sion vraagt”. (297)
Ja, als de Kerk maar Kerk wil zijn, wil strijden en worstelen om de waarheid van Gods Woord. Door Gods genade hebben wij rondom de Vrijmaking van 2003 die strijd gestreden. Wat is de Here goed geweest om ons díe weg te wijzen en ons díe weg te laten gaan.
En smarten lijden? Dat doen we nog steeds. Waar de gemeente klein is en waar de kerken geminacht worden. Maar met onze smarten zijn we de meest bevoorrechten onder de mensen, want in de verdrukte kerk, daar ontsluit zich het Woord op zijn rijkst.
En deze Kerk mag zich verblijden en weten, dat de rijke beloften van Jesaja 49, door Gods genade, mogen gelden voor vandaag. De Moeder van kinderen beroofd, zal door de Here nog rijk gezegend worden. Als de Kerk maar Kerk wil zijn:“Dàn ontsluit zich het Woord; dàn gaat de belofte open; dan troost de Heilige Geest; dan heft de Here zijn volk omhoog. In de Moeder verrijzen haar kinderen. En die zijn daarin haar ere. Haar sieraad, dat zij zich aanbindt als een Bruid”. (297)
Of de Gereformeerde Kerk “oude stijl” nog toekomst heeft? Dat is nu geen vraag meer; het is de rijkste Gemeenschap die er bestaat.
Of de z.g. evangelischen, op het goede spoor zijn? Nee, zij moeten de heerlijke ontsluiting van het Woord missen, en leven bij een evangelie vol misverstanden.
Laten we zuinig zijn op de Kerk, zoals we ook zuinig moeten zijn op het Woord.
In de Kerk, daar moeten we zijn, want daar Wordt Christus op het rijkst gepredikt.