Rijk door de verlossing in Christus


Ef. 1:7: En in Hem hebben wij de verlossing door Zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom Zijner genade.

In de vorige artikelen over Ef.1:1- 6 (De Bazuin nrs. 30, 31, 32, 34) mochten we zien welke grote zegeningen gelegen zijn in Gods uitverkiezing van de Zijnen. We mochten horen van Zijn weg tot hun heiliging en hun aanneming tot Zijn zonen. Waardoor ze Hem als hun
God en Vader de lof en de eer kunnen geven die Hem toekomt. Dit alles wordt ons in Christus geschonken. Daarin komen onvoorstelbare rijke hemelse zegeningen naar ons toe. Allemaal geestelijke zegeningen in Christus. Zegeningen Die Hij ons wil toe-eigenen door Zijn Geest.
Die ons blij maken. Die ons geloof immens rijk en betekenisvol maken. Waardoor allerlei áárdse zaken zoals aardse rijkdom, aardse pracht en praal totaal verbleken. En waardoor ook alle áárdse moeiten en zorgen
in een heel ander gezichtspunt komen te staan. Het bijzondere daarbij is ook dat God voor ons Zijn raadsplan ontvouwt met ons en met de wereld. In de volgende tekstverzen gaat Paulus, geïnspireerd door de Heilige Geest, nog weer meer aan zegeningen voor ons uitstallen. Stuk voor stuk komen die hier aan
de orde. Steeds weer dieper en verder uitgewerkt. Nog steeds opgepakt in die ene lange doorlopende zin van vers 3 t/m 14. Alle elementen in die zin hangen onderling ook weer aan elkaar. Het is taalkundig een moeilijke zin. Voor ons gemak door de vertalers al opgeknipt in meerdere zinnen. Maar dan nog zijn het niet eenvoudige zinnen, zij het dat de woorden vertrouwd overkomen. We moeten er vooral niet te snel overheen lezen. Ook de min of meer vertrouwde woorden hebben hier stuk voor stuk een heel diepe betekenis. We zijn misschien geneigd er niet zo lang bij stil te staan. Maar dan missen we juist de rijke inhoud die in elk element zit. Het is nu juist de bedoeling van de Here dat we er heel goed over nadenken. Want Hij wil dat wij Hèm erom gaan verhéérlijken. En dat we dat niet alleen als een plicht zien, om het te moeten doen. Maar het mag en moet voor ons een hartelijk verlangen zijn. Een hartelijke reactie op het bijzondere dat de Here hier aan ons bekend
maakt. We mogen en moeten ons blijven verwonderen om alle genoemde genadegaven. Hier staat niets vanzelfsprekends, niets gewoons. Alles is bovendien totaal onverdiend. Alles is zelfs ongevraagd. Alles is hier van goddelijke afkomst. Alles is door God uitgedacht en voor mensen ongedacht. Alles is pure genade aan mensen die dit zelf allemaal verspeeld hebben en die vanwege hun zonden juist het tegenovergestelde verdiend hebben.

In Christus en door Zijn bloed



Eigenlijk moeten we steeds ademloos luisteren, naar wat ons hier wordt gezegd over het grote herstelplan van God aan onze levens. En wat daarbij wordt toegezegd aan hemelse weelde en eeuwig geluk. Laten we zo zegeningen tellen en die steeds als zegeningen blijven zien. God werkt aan Zijn grote raadsplan en daarin heeft Hij de Zijnen in Christus opgenomen. Maar hoe realiseert God Zijn raadsplan? Hoe komt Hij
zover dat wij heilig staan voor Zijn aangezicht? En dat we door Hem tot Zijn zonen worden aangenomen en Hem de lof van ons leven geven? Hoe bereikt God dat? Dat wordt ons vanaf vers 7 gezegd. Niet als blote mededeling maar als wonderbaar feit! Waarvoor Paulus al uitbundig
God heeft geloofd en geprezen in vers 3. Wat nu volgt is steeds verbonden aan het werk van Christus, de geliefde Zoon van God. In Hem en door Hem is alles tot stand gebracht wat de Vader heeft gewild.
In Hem en door Hem komt God tot de volmaking, de voltooiing van Zijn raadsplan. Elke handeling, elke daad, elk werk dat God juist ook aan ons heeft gedaan, is in en door Christus, Zijn geliefde tot stand gekomen.
Zo begint vers 7: "En in Hem hebben wij de verlossing." Zo begint vers 11: "in Hem, hebben wij het erfdeel ontvangen." En ook vers 13: "in Hem, zijt ook gij verzegeld." Maar lezen we in deze verzen dat alles van Gods werk zich concentreert in Christus. Alles verdicht zich in Hem.
Al Zijn werk voert God uit in Hem, Zijn eniggeboren Zoon, Zijn Geliefde, in wie ook wij Gods geliefden mogen zijn. Dat grote werk van Christus aan en in ons wordt begonnen en wordt beheerst door de verlossing van
ons door Zijn bloed. Op dat ongelooflijk grote wonder van genade rust al het andere dat daarop volgt. Voor verlossing staat hier een woord dat betekent ‘loskoping’. Zoals slaven worden losgekocht van hun eigenaar om ze te bevrijden, zo worden de door God uitverkorenen losgekocht uit de macht van de zonde, uit het rijk van satan, die door de zonde macht over hen had gekregen. Zo worden ze bevrijd van het oordeel dat God in Zijn rechtvaardigheid over hen had uitgesproken. Christus, de Geliefde van de Vader, zorgde in Zijn oneindige liefde ervoor dat de zondeschuld werd betaald. Dat degenen die de Vader aan Hem heeft gegeven, zo Zijn eigendom zouden worden. Losgekocht uit alle macht van de duivel,
is Hij nu hun Eigenaar geworden. Zoals Israël uit het diensthuis van de zonde bevrijd werd, zo mogen nu al de losgekochten leven in de vrijheid in Christus. Maar voor dat loskopen van schuld, vloek en straf, voor die bevrijding van satan, zonde en ellende, was wel een heel bijzondere grote prijs nodig. Een onvoorstelbaar grote prijs: het kostbare bloed van de door de Vader zo Geliefde Zoon. Zijn bloed is meer dan alleen Zijn dood. Zijn bloed slaat op heel Zijn lijden. Zijn ontlediging door ons bloed en vlees aan te nemen en het smadelijke lijden, dat uitliep op de bittere dood aan het kruis. Daar concentreerde zich Zijn lijden in de helse smarten en de verlating door God de Vader. Beladen met al onze zonden, kocht Hij ons met Zijn bloed werkelijk vrij van de schuld van al onze zonden. Zo reinigde Hij ons van al onze zonden. We moeten
hierbij ook aan de reinigende en heiligende werking van het bloed denken. Zoals het bloed van het lam aan de deurposten van de Israëlieten, Gods verderfengel deed voorbijgaan in Egypte. Waardoor God Zijn toorn afwendde. Zo leidt het verlossende en bevrijdende
bloed van Gods Geliefde ons naar het eeuwige leven.

Vergeving van de overtredingen


Het grote verlossingswerk van Christus begint ermee dat onze zonden door Zijn bloed door de Vader worden vergeven. Dat is het eerste en fundamentele van Zijn verlossingswerk: Zijn rechtvaardigmaking van ons. Zodat we vrij van de zondeschuld weer recht tegenover God onze Vader mogen staan. De waarde daarvan wordt nog eens benadrukt doordat de zonden in onze tekst ‘overtredingen’ worden genoemd. Onze zonden zijn in wezen misdaden, waar we nooit licht over mogen denken.
Want juist die overtredingen schenden Gods verbond. Wekken Gods toorn op. Het zijn opzettelijke krenkingen van Zijn grote liefde tot ons. Het zijn overtredingen, die leiden tot onze eeuwige ondergang, als God ze in Christus niet vergeven zou. Alleen Gods heerlijke verlossing door het kostbare bloed van Christus maakt dat ze worden uitgewist voor
Zijn aangezicht. Alleen die ongedacht rijke genade maakt dat wij werkelijk toekomst hebben onder Gods goedgunstig en vertroostend aangezicht. Laten we daar toch altijd opnieuw verwonderd over
zijn. Laten we toch nooit denken: nu weten we dat wel, laten we het maar over iets anders hebben. Nee, hier ligt de basis voor de zin van elke dag dat u als gelovige leeft. Hier ligt de grond voor uw geluk van elke seconde dat u op aarde bent. De basis ook voor elke toekomstverwachting. De verlossing als uitwerking van Gods verkiezing in Christus. Als een ongelofelijk onvoorstelbaar rijke gunst. Opperste rijkdom van goddelijke genade. Nergens mee te vergelijken op aarde.
Iedereen, ook wij, zijn van onszelf stuk voor stuk overtreders,
leugenaars. Niemand van ons zoekt God ernstig, niemand is rechtvaardig. Allen zijn wij afgeweken en onnut geworden zegt Rom. 3:12. Verwoesting en ellende zijn op onze wegen, en allemaal zijn we onze straf waard. Maar zie: onze overtredingen worden ons vergeven!
Ja, dat is het begin van onze totale verandering. Het begin. Want het verlossingswerk van Christus zet zich nog voort. Van rechtvaardigmaking wordt het heiligmaking en van heiligmaking wordt het verheerlijking.
Zo bereikt Christus door Zijn verlossing de voltooiing met de volmaking van ons en de hele schepping. Ziet u wat een rijkdom u in Christus mag krijgen: de rijkdom van Zijn genade: Rijk, want Door Zijn kostbaar bloed, als het bloed van Zijn Geliefde, gaf God Zichzelf in Zijn liefde aan ons.
Rijk, want de ongedachte verlossing was ongevraagd
en totaal onverdiend. Rijk, want het is voor ons de enig mogelijke redding. Rijk, want we zijn overgegaan van de dood naar het leven.
Rijk, want al onze zonden zijn vergeven. Rijk want hieruit komt voort het eeuwige leven in heerlijkheid met God en de naaste. Straks in een
onvoorstelbaar mooie Schepping.