Is de zondag als rustdag een achterhaalde zaak?
Rust is in het leven voor het aangezicht van God een grote zaak. En dat is al vanaf de Schepping van hemel en aarde zo. God Zélf rustte na zes Scheppingsdagen, op de zevende dag. En Hij zegende en heiligde die dag. Op de zevende dag geeft God zegen en kracht aan de mens en daardoor blijdschap.
Onder een slavenjuk word je geen rust gegund. Daar is het alsmaar voortjakkeren.
Maar zo heeft God de wereld niet bedoeld voor de mens.
Uit het handelen van God bij de schepping, blijkt de universele norm, die Hij voor de mens bedoeld heeft. En dat is door de Heere krachtig bevestigd in het vierde gebod van Zijn wet.
De rustdag dient door de mens onderhouden te worden.
Johannes Calvijn schrijft in zijn uitleg van het boek Genesis: Eerst heeft God gerust, vervolgens heeft Hij die rust gezegend, opdat ze door alle eeuwen onder de mensen heilig zou zijn, of liever gezegd, elke zevende dag heeft Hij aan de rust gewijd, opdat Zijn voorbeeld een eeuwigdurende regel zou zijn. Maar zijn dit geen achterhaalde woorden in de wereld van 2018?
Zoveel mensen hebben het druk. Een drukte die zich voortzet tot op de zondag.
De sociale media hebben een nieuwe vorm van onrust met zich meegebracht.
En de economie draait door. Ook op zondag. Ook op zondag wordt het druk met vrachtverkeer op de wegen.
De meest recente cijfers van het CBS (Centraal Bureau van de Statistiek), gepubliceerd op 22 oktober jl., wijzen aan dat inmiddels minder dan de helft van de Nederlanders zich rekent tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat in ons land de zondagsrust zwaar onder druk staat.
Dat dat het geval is, is vooral ook te merken aan de haast niet meer tegen te houden openstelling van winkels op zondag. Ook in plaatsen waar relatief veel christenen deel uit maken van de gemeenteraad.
Zwolle bijvoorbeeld. Met ingang van augustus van dit jaar is het in Overijsselse hoofdstad elke zondag mogelijk om te winkelen. Terwijl daar de ChristenUnie de grootste partij is in de gemeenteraad en daar deel uitmaakt van het college van B&W.
In Hardenberg, waar 17 van de 33 gemeenteraadszetels bezet worden door CDA en CU, is per 1 september van dit jaar een proefperiode begonnen om van elke zondag een koopzondag te maken.
En we lezen van SGP-raadsleden in de Zeeuwse stad Veere, die worstelen met de vraag of je wel deel kan uitmaken van een college, dat instemt met winkelopenstelling op zondag. Menselijkerwijs gesproken is het tij niet te keren.
Maar zijn er ook nog christenen die hun stem laten horen? Worden er nog argumenten aangedragen die duidelijk maken dat er wel degelijk sprake is van een ernstige ontwikkeling?
Maar hoe ernstig is deze ontwikkeling?
De oorsprong van de rustdag
De eeuwen door is er veel te doen geweest over zondagsrust en zondagsheiliging.
Er is veel over geschreven. Er zijn synodebesluiten over genomen. Een GKV-synode heeft uitgesproken dat het geoorloofd is om te leren dat de zondag als rustdag niet gegrond is op een goddelijk gebod.
Maar mensenwoorden en synodebesluiten zijn niet beslissend. Doorslaggevend is, ook als het gaat om de rustdag, het Woord van God. Belangrijk is de vraag: Waar komt de rustdag eigenlijk vandaan?
Hoe komen we er eigenlijk bij om een week te hebben van zeven dagen en ván die zeven dagen één dag rust? Is dat begonnen bij het volk Israël? Toen de HERE bij de Sinaï zijn wet heeft gegeven?
Vaak kan je lezen dat het vierde gebod alleen maar gold voor het volk Israël; in de tijd van het Oude Testament.
De sabbat als rustdag zou uitsluitend bedoeld zijn voor de tijd van Horeb, tót de komst van Christus.
Wie voor de tijd van het Nieuwe Testament nog wil spreken van een rustdag, die heet dan al gauw een Judaïst of een Sabbattist.
In kringen van de Schriftkritische Bijbelwetenschap zijn er verschillende theorieën over het ontstaan van de sabbat. Zoals de bewering dat 6 dagen werken en 1 dag rust een vondst is van het volk Israël. Naar de in Israël bekende weekindeling zou zelfs het scheppingsverhaal gemodelleerd zijn. Een scheppingsverhaal dus volgens de Israëlitische weekindeling.
Ja, dat komt uit de modernistische Bijbelcommentaren. Maar het is wel puur Schriftkritiek.
In werkelijkheid mogen we Genesis 1 en 2 lezen als Gods eigen openbaring.
Dan blijkt dat God Zélf ‘het ritme voor het léven’ heeft aangewezen.
Hoe komen we aan de weekindeling, die bestaat uit 7 dagen met daarin één bijzondere dag?
Dat heeft de Schepper Zelf ons geleerd. En dat is een unieke ordening van de tijd.
Voor een goed zicht op het ritme van het leven moeten we dan ook altijd weer naar het begin van de Bijbel. Naar Genesis 1 en 2.
Toen God op de zevende dag Zijn werk, dat Hij gemaakt had, voltooid had, rustte Hij op de zevende dag van al Zijn werk dat Hij gemaakt had (Genesis 2,2).
Zeven is een getal dat bij God hoort. Die zevende dag hoort erbij. Dat wordt een dag van genieten. God was pas klaar, toen Hij er ook van genoten had. De Heere, onze God, wist ook van ophouden, van rusten. Niet omdat Hij moe zou zijn, en ook niet om de schepping nu maar op haar beloop te laten. Maar om van Zijn werk nu in heilige vreugde te genieten, er gelukkig mee te zijn. En het bijzondere is nu: de mens mag daarin mee.
Mee in dat ritme van zijn leven. De mens die op de zesde dag geschapen is, mag meteen op de volgende dag blij zijn met de HERE en met het werk dat de HERE doet. Zijn eerste levensdag is een sabbatdag, een rustdag, gewijd aan de HERE.
Zegenen en heiligen
In Genesis 2:3 wordt meteen toegevoegd dat God de zevende dag ‘zegende’ en ‘heiligde’.
Nu wordt wel gezegd, dat dat zegenen en heiligen betrekking heeft op de Heere Zélf.
Dat God de zevende dag zegende en heiligde voor Zichzelf. Dat zal wel waar zijn.
Maar het is ongetwijfeld ook waar, dat de Heere de zevende dag zegende en heiligde met het oog op de méns. Door deze dag te zegenen en te heiligen heeft God die de zevende dag tot een bijzondere dag maakte. Deze dag moet op een bijzondere manier de mens ten goede komen. Uitblazen en genieten, samen met God. Een gezegende dag, die zegenrijk werkt.
Heiligen betekent immers: afzonderen voor, toewijden aan. De zevende dag wordt uitgetild boven de reeks werkdagen en helemaal gewijd aan de Heere en Zijn gunstbewijzen.
Een dag die bijzonder gewijd is aan de dienst van de Heere.
Het is van fundamenteel belang die ene rustdag in de zevendaagse week te blijven zien als een instelling van God Zelf. Een instelling die Hij al bij de Schepping gegeven heeft.
Na de schepping is wel de zondeval gekomen. En het zal ook wel zo zijn, dat ná de zondeval er van het onderhouden van deze scheppingsinstelling niet zoveel terechtgekomen is.
Het nageslacht van Adam heeft zich in grote meerderheid afgekeerd van de dienst van God en van Zijn Woord. Maar dat betekent niet dat God het er bij laat zitten.
Nergens in heel de Schrift lezen we dat God terugkomt op de sabbatsinstelling-van-het-begin.
Dat heeft betekenis voor vandaag. Het CBS kan vaststellen dat christenen een betrekkelijk kleine minderheid zijn geworden. Er gaan dan stemmen op, juist ook in christelijke kring, dat we dan ook maar moeten accepteren dat de christelijke privileges verdwijnen en dat de winkels op zondag open gaan. Nu lijkt inderdaad het tij niet te keren. Maar laat ieder er goed van doordrongen zijn: God Zelf laat Zijn universele norm niet los!
Hij heeft na de zondeval, in de afgevallen wereld een volk geroepen, waaraan Hij Zijn Woord en Zijn wetten geeft. Dat is het volk van Abraham, Izaäk en Jakob.
Het is dat volk dat de HERE roept uit Egypte.
Daar in Egypte daar was geen rustdag. Daar moesten de Israëlieten zwoegen en slaven, zonder rust. Maar als de Heere met dat volk bij de berg Sinaï staat en daar Zijn verbond met hen sluit, dan gaat Hij met dat volk ook weer terug naar die oude, die mooie paradijsregel van de rustdag. Hij veegt het stof weer af, van de instelling van de sabbatdag.
Na de afmattende slavernij in Egypte wordt Israël weer bepaald bij het goede nieuws van het heilzame ritme van het leven. Israël hoort het goede nieuws van het vierde gebod.
‘Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt’. Wat zal die wekelijkse rustdag een zegen geweest zijn voor het afgebeulde volk.
En als eeuwen later Christus komt, schaft Hij dan de sabbat af?
Nee. Hij verandert wél de sabbat. En Hij vervúlt ook het schaduwachtige van de sabbat. Hij gaat ons ook voor van de laatste dag van de week naar de eerste. Pasen! Daar gaan we in dit artikel, vanwege de ruimte, niet verder op in. Maar die oude heilzame regel van het Paradijs neemt Hij niet weg.
Het vierde gebod in de Decaloog
Het vierde gebod blijft ook na de komst van Christus deel uitmaken van de universele wet van God die geldt voor alle mensen en voor alle tijden.
Het komt er op aan dat de kerk van Christus op dit punt heldere taal blijft spreken.
In een samenleving die steeds meer afstand neemt van de instellingen van God.
In de 21e eeuw, waarin de mens zich steeds meer de slaaf wordt van de god van de economie en van de vrije markt, daar zal de christelijke kerk wijzen op dit mooie gebod dat het leven ten goede komt.
Ook als de samenleving de weg van het geloof verlaat, als meerderheden zich niet meer rekenen tot een godsdienstige gezindte, zal de kerk blijven wijzen op de Schepper van al wat leeft, die het ritme van werken en rusten gegeven heeft aan de mens die naar het beeld van God geschapen is. De mens is geen robot en ook geen verlengstuk van de computer.
Er zijn in de loop van de tijd steeds meer economische en industriële processen op gang gebracht die op zondag niet meer (kunnen) worden stop gezet. Maar daarom druisen ze nog wel in tegen het gebod, dat de Heere geeft. Uit het Oude Testament leren we hoe menens het de HERE is met dit gebod.
Te denken is aan Exodus 31, waar de Heere een afzonderlijk bericht aan Mozes doorgeeft over het sabbatsgebod. Een ingrijpende geschiedenis.
Wij leven na Pinksteren en kerk en staat zijn gescheiden, het christelijk geloof bestaat naast het ongeloof. Maar, hoe groot gewicht God geeft aan Zijn Paradijsregel, dat heeft God Zelf wel duidelijk gemaakt.
In Exodus 31 lezen we ook dat de Heere de sabbat stelt tot een teken, een teken tussen Zichzelf en Zijn volk. Respect voor de Dag van de HERE, als een teken midden in een wereld die met een bijzondere dag van God geen rekening meer houdt.
Wij leven vandaag niet meer in de tijd van het Oude Testament.
De Here Jezus heeft Zelf duidelijk gemaakt dat het karakter van de sabbatdag anders wordt.
In de geschiedenis van de kerk is ook heel duidelijk gemaakt dat er werkzaamheden zijn die op zondag noodzakelijk door moeten gaan. Ik denk aan de bepalingen van de Synode van Dordrecht 1618 -1619. Daarbij niet te vergeten het werk dat in dienst staat van het evangelie en werk dat in dienst staat van de barmhartigheid.
Maar de goddelijke norm blijft: Heb heilig respect voor de dag van de Heere als rustdag in dienst van Hem. Laat het zijn als een teken, in een samenleving die steeds meer gestempeld wordt door de machten van het materialisme en het ongebreidelde welvaartsstreven.
Er is alle reden om dankbaar te zijn voor het goddelijke gebod waarmee het heilzame ritme van het leven wordt aangewezen. En dan hebben we nog niet eens geschreven over al het andere goede nieuws dat meekomt met het vierde gebod van de wet van God.