Sorry, u moet JavaScript inschakelen om de website te mogen bezoeken.
-A A +A

Zefanja - Semper reformanda (5, slot)

Jaargang: 
13
Datum: 
09 jan. 2019
Nummer: 
1
Schrijver: 
S. de Marie
ID:
2121

Zef. 3: 12, 13, 16, 17

12 Maar Ik zal in uw midden doen overblijven een ellendig en arm volk. Zij zullen op de Naam van de HEERE vertrouwen.
13 Het overblijfsel van Israël zal geen onrecht doen en geen leugen spreken, en in hun mond zal niet gevonden worden een tong die bedriegt. Ja, zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hun schrik aanjagen. (…)
16 Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: Wees niet bevreesd; Sion, verlies de moed niet!
17 De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich.

Ellendig en arm volk als overblijfsel van Gods genade
Terwijl de meerderheid de oproep tot reformatie onder koning Josia in hoogmoed verwierp, richt de HEERE zich tot de ootmoedigen. Dan blijven er uiteindelijk maar weinigen over. Het is het overblijfsel dat de HÉERE overlaat (vers 12).  Een overblijfsel van Gods verkiezende genade (zie ook Rom. 11:5). Het is de HEERE Zelf Die ervoor zorgt dat de ware kerk die vertrouwt op Zijn Naam, toch blijft bestaan, hoe klein ze ook zal worden.
In vers 12 kunnen we ‘ellendig’ beter vertalen met ‘ootmoedig’ of ‘zachtmoedig’. ‘Arm’ is hier ‘arm van geest’, die het van de HEERE verwachten en niet van zichzelf.  Het zijn de armen van geest en de zachtmoedigen en die de Heere Jezus zalig prijst in Matt. 5: 5 (zie ook Luk. 4:18).  

Gods reformerend werk is pas af als de Heere Jezus terugkomt. Want steeds komen er ook in de kerk weer hoogmoedigen op, die zich niet zullen willen bekeren of de reformatie na een tijdje in hun leven weer afzweren, dwaalleraars (Hand. 20: 29, 30; Rom. 16: 17, 18; 2 Kor. 12: 20, 21; Gal. 1: 6; 1 Tim. 4: 1v; 2 Petr. 2: 1v; 1 Joh. 4: 1; Jud. 3v). En zo zal de kerk steeds weer opnieuw afval vertonen. Steeds weer opnieuw zal nodig zijn dat de Heere naast de dagelijkse bekering, oproept tot reformatie van de kerk.
De kerk die zich door Gods genade mocht bekeren is een “gereformeerde” kerk. Maar deze moet ook nog steeds weer ge-re-formeerd worden. Die kerk zal steeds weer opnieuw terug moeten keren tot Gods Woord: semper reformanda. Soms door afscheidingen heen, zoals Paulus de gemeente te Rome voorhoudt “opdat wie beproefd blijken te zijn, in uw midden openbaar komen”.
Daar staat de kerkgeschiedenis vol van. Dat ervaren we ook in onze tijd. Dat zullen we ook voor de toekomst moeten beseffen.

Jagen naar de gerechtigheid
Vers 13 zegt: “Het overblijfsel zal geen onrecht doen en geen leugen spreken”.  Maar is hier dan - zo vraagt u zich misschien af - niet sprake van perfecte mensen, van mensen die geen zonde meer doen? Dat is bij de recente vrijmaking wel verweten bij de oproep tot reformatie: jullie willen naar een perfecte kerk, jullie zoeken het in wetticisme en conservatisme; dat is hoogmoedig. Zo klonk er verwijt van hoogmoed.

Nu, in Zefanja gaat het niet om de perfectie die wíj zouden kunnen bereiken. Wel vraagt de HEERE in heel Zijn Woord dat we naar volmaaktheid moeten jagen (Matt. 5: 48; 1 Tim. 6: 11). God Zelf wil dat in ons hart nooit meer de geringste neiging of gedachte opkomt, die tegen een gebod van Hem ingaat. Hij vraagt van ons dat wij altijd met heel ons hart alle zonden haten en liefde tot alle gerechtigheid hebben (HC, zondag 44).
Wat de HEERE van ons vraagt is dat wij steeds meer Zijn beeld gaan vertonen, door Hem na te volgen. Dat kan alleen met de hulp en in de kracht van de Heilige Geest. Daarvoor zullen we moeten blijven bidden. Dan kan er een begin zijn van de nieuwe gehoorzaamheid.

Het Lam volgen
Verder is het geen hoogmoed, maar echte ootmoed als je je van harte wil onderwerpen aan de HEERE en Zijn geboden. Niet als eigen prestatie maar als leven uit genade in de gezindheid van de Geest. Als je dat bewust nalaat of tegenstaat, dàn ben je juist hoogmoedig. Daarvan zegt Zefanja in vers 11 dat die niet thuis hoort in de kerk.

In het boek Openbaring wordt gesproken over de 144.000. Van hen wordt geschreven dat de naam van het Lam en de naam van Zijn Vader op hun voorhoofd zijn,
Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat.  Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos voor de troon van God.

We horen daarover al in Zef. 3: 13.:
Ze volgen dus het Lam gevolgd op aarde, waar Hij ook heengaat. Ze hebben vertrouwen op de HEERE en schuilen bij hun Verlosser. Ze laten zich leiden door Zijn Geest.  Ze zijn gehoorzaam aan het Hoofd van de Kerk. Dáárom is in hun mond geen leugen gevonden. Ze hebben de waarheid liefgehad (vergelijk 2 Tess. 2: 10-13). Ze zijn door Christus vrijgekocht, Zijn bloed reinigt en bedekt hun zonden, Zijn Geest heiligt hen. Dáárom mogen ze onberispelijk heten.

Zalig de zachtmoedigen
Dan volgt er nog een heerlijke belofte in oudtestamentische taal voor dit overblijfsel van ootmoedigen in vers  13:
Ja, zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hun schrik aanjagen.
Vergelijk met Matt. 5: 5. Dat betekent voor ons: voor de ootmoedigen, die Christus volgen langs welke wegen van geloofsstrijd en kerkstrijd ook,  voor hen is het vrederijk van Christus, dat uitmondt in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Dat vrederijk krijgt al een aanvang op deze aarde, wanneer de HEERE een keer brengt in het lot van zijn volk. Vers 17:
Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap…
De vreugde van de HEERE over Zijn volk, dat Hij verlost, wijst op "het jaar van het welbehagen van de Heere” dat in Christus definitief is aangebroken" (Luk. 4: 19).
Het is het begin van de eeuwige vreugde, die zich voortzet in de eeuwigheid.

Wat er in de toekomst met de Kerk van Christus in Nederland gebeurt, weten we niet. Of en wanneer er ooit weer een kerkreformatie moet volgen, weten we niet. We weten alleen dat we in ootmoed het Lam mogen en moeten volgen waar Hij ook gaat! Daarbij zal de Heere Zijn krachten schenken met de nodige bemoediging, vers 16:
Wees niet bevreesd; Sion, verlies de moed niet!
De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal