Zefanja - Semper reformanda (3)
Zef. 2: 1-3:
1 Onderzoek uzelf nauwkeurig, ja onderzoek uzelf, volk zonder verlangen,
2 voordat het besluit het licht ziet – een dag gaat als kaf voorbij – voordat over u komt de brandende toorn van de HEERE, voordat over u komt de dag van de toorn van de HEERE.
3 Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land, die Zijn recht uitvoeren. Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid, misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE.
Onderzoek uzelf nauwkeurig
God laat de dreiging van Zijn vernietigende verbondswraak niet verkondigen om Zijn volk te ontmoedigen, om het alleen maar neer te slaan. Nee, Gods verbondsdreiging is nu juist bedoeld om het op te wekken om zich alsnog te bekeren! Voordat het te laat is. Voordat Zijn gericht over de afvallige kerk, dat zeker komt, er plotseling zal zijn (“een dag gaat als kaf voorbij”).
Gods dreiging getuigt van Zijn uiterste zoekende liefde.
Zefanja laat op Gods verbondsdreiging de oproep tot geloof en bekering volgen:
Onderzoek uzelf, ja onderzoek u zelf, voordat het besluit het licht ziet, tot uitvoering komt.
Je zult de dreiging van Gods verbondswraak nooit naast je neerleggen alsof het jou niet aangaat. Nee zo vaak je dit hoort zal je jezelf moeten onderzoeken hoe je voor God staat. Hoe het gesteld is met je hart. Of je de Heere werkelijk vreest. Of je verlangen werkelijk uitgaat naar God.
Of je de HEERE liefhebt met heel je hart, heel je ziel en al je krachten.
Hoe staat het met je hart? Heeft de HEERE daarin de eerste en alles beheersende plaats of heb je je hart verpand aan de afgoden van deze tijd? Bijvoorbeeld aan de hebzucht, om meer te hebben. De zelfzucht om altijd maar jezelf centraal te stellen en niet om te zien naar de ander. De zelfliefde om uit te zijn op de waardering van de ander. Je zult na moeten gaan of de aandacht die je hebt voor de dingen van de wereld, in plaats komt van die voor Gods Woord en Zijn dienst. De dienst aan de afgoden van destijds waren in wezen niet anders dan de begeerten naar welvaart en zelfbevrediging in ònze tijd. Het gaat bij afgodendienst om in plaats van onze liefde tot God, iets anders te stellen. Iets wat wij fijner, leuker, opwindender vinden, wat ons meer voldoening geeft, wat ons gemoed meer streelt of wat minder strijd kost.
Zoek de HEERE
We zullen nooit mogen zeggen: eenmaal een reformatie is wel genoeg. Want dan hebben we niet begrepen wat reformatie is. Reformatie is terugkeer naar de HEERE! Terugkeer naar Zijn Woord uit een situatie van afval. Bewerkt door de HEERE Zelf. Dat zal toch een zaak van je hart zijn?
Reformatie van het hart, dat weer vol verlangen de HEERE zoekt.
Het onderzoeken van onszelf bij de Schrift zal ons altijd moeten brengen tot verootmoediging: we maken ons dan klein voor de HEERE. We zien onze zonden, hebben daar berouw over en belijden die bij het bloed van Christus. Om er ook tegen te willen strijden in de kracht van Christus’ Geest: het zoeken van gerechtigheid. Bekering zal nooit een uitwendige zaak mogen zijn. Het zal ook nooit een eenmalige zaak mogen zijn.
Nu is het bijzonder dat Zefanja in vers 3 speciaal de “zachtmoedigen van het land” aanspreekt. Degenen die de HEERE nog wel oprecht dienen (Matt. 5:3). Ook de ware gelovigen hebben het nodig! Zij mogen niet denken: wij dienen de HEERE wèl, met ons zit het wel goed. Waarom moet anders altijd zo scherp over Gods geboden gepredikt (HC zondag 44)?
Bij alle gelovigen is doorgaande reformatie van het hart nodig. Soms daarbij zelfs opnieuw reformatie van de kerk, zoals dit in de dagen van koning Josia het geval was.
Misschien
Terwijl de HEERE Zijn kerk de mogelijkheid geeft van berouw en bekering, doet dat niets af van de ernst van Zijn dreiging. Zefanja brengt het gevolg over van bekering: misschien zal je behouden worden op de oordeelsdag. Misschien? Is dat dan onzeker? Als je de HEERE vreest en in ootmoed liefhebt, mag je toch zéker van je verlossing zijn? Inderdaad, de heerlijke belofte van de HEERE, dat er dan vrijspraak van het oordeel zal zijn in de Heere Jezus Christus, staat vast. Voor al de Zijnen die Hem liefhebben, zullen uitkomsten zijn tegen de dood (P. 68: 21)
Dat wordt met ‘misschien’ ook niet in twijfel getrokken. Dit ‘misschien’ duidt op Gods genade, waar het behoud van afhankelijk is. De aangesproken ‘zachtmoedigen’ of ‘ootmoedigen’ wordt zo gezegd: Ga er niet vanzelfsprekend van uit dat het wel goed zit met je verhouding tot God. Nee, ook u die Hem vreest, zoek de Heere! Zoek je behoud bij Hem, bij je Heiland Zelf, niet bij jouw dienst aan Hem.
Openb. 22: 11 zegt:
Wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.
Daar mogen we aan toevoegen: wie ootmoedig is, hij tone aan de Here nog meer ootmoed.
Moet je als gelovige dan ook bang zijn bij de dreiging van Gods verbondswraak? Ons antwoord is: ja en nee. Ja, er is reden voor angst ook in de kerk, als je denkt dat je er wel bent, als je vertrouwt op je eigen handelen en godsdienstigheid. Als je vindt dat er door jou niet zo veel zonden meer worden gedaan. Dán is er reden voor angst. Ezechiël 33:13 brengt dit zo onder woorden:
Als Ik tegen de rechtvaardige zeg dat hij zeker in leven zal blijven, maar híj op zijn gerechtigheid vertrouwt, en onrecht doet, dan zullen geen van zijn gerechtigheden in herinnering gebracht worden, maar in zijn onrecht, dat hij gedaan heeft, daarin zal hij sterven.
Maar nee, je hoeft gelukkig niet bang te zijn voor Gods dreiging, als je je leven en behoud zoekt buiten jezelf in Jezus Christus. Er is geen plaats voor angst, als je je echt verootmoedigt voor God en Hem in waarheid liefhebt, 1 Joh. 4:18:
Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.
Wij hebben dus allemaal doorgaande reformatie nodig, voortgezette verootmoediging, een leven in de vreze des Heeren, dat geen zelfgenoegzaamheid kent. Een geloof dat werkelijk schuilt bij Christus, bij Zijn offer, bij Zijn verzoening en heiliging. Een geloofsleven dat ware ootmoed kent, om met vrees en beven aan je eigen zaligheid te werken (Fil. 2:12). Door de HEERE te zoeken, en te willen blijven zoeken, en door alles van Hem te verwachten als onverdiende genade.
Zefanja betekent letterlijk: De HEERE verbergt, de HEERE beschermt. Zijn naam wijst op de hoop die er mag zijn voor hen die het van de HEERE verwachten: Hij redt door gericht heen. Hij beschermt en bewaart de Zijnen in Zijn oordeel. Dat zullen we in de volgende afleveringen nader zien.
(wordt vervolgd)