Sorry, u moet JavaScript inschakelen om de website te mogen bezoeken.
-A A +A

Wees geen zeloten

Jaargang: 
12
Datum: 
18 apr. 2018
Nummer: 
8
Schrijver: 
T.L. Bruinius
ID:
2065
Rubriek: 

Als we nadenken over onze onderlinge omgang in de kerk, over onze houding en ons denken over elkaar, dan kunnen we ook onze winst doen met lessen uit de kerkgeschiedenis. Veel van de zaken waar wij over spreken en die in de kerken actueel zijn, zijn niet echt nieuw. Zoals de Prediker al zei:

'Wat er geweest is, dat zal er weer zijn. Wat er plaatsvindt, dat zal weer plaatsvinden. Er is niets nieuws onder de zon.' (Prediker 1:9). Veel van de fouten die we maken zijn al eerder door kerkmensen gemaakt. In een eerder artikel, 'Eensgezind', in nummer 5 van dit jaar, schreven we het een en ander over hoe we samen eensgezind en in liefde aan het werk moeten in de gemeente. In dit nummer willen we de aandacht vragen voor een stem uit het verleden.

Ethisch conflict

In 1951 hield prof.dr. K. Schilder een schooldagrede onder de titel 'Zelus en zeloten'. Daarvan is een samenvatting bewaard gebleven (we gebruiken die via Digibron).

Het is een aantal jaren na de Vrijmaking, die begon in 1944. Een bijzondere tijd. Jaren van nieuwe bloei in het kerkelijk leven. Van opnieuw doorgaande reformatie. In die jaren speelde het zgn. 'ethisch conflict'. Velen uit de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) waren lid van een christelijke schoolvereniging, van de ARP (Anti-Revolutionaire Partij, voorloper van het CDA), van het CNV (de christelijke vakbeweging), van gereformeerde koren en orkesten, enz. Maar de Vrijmaking was geweest. Over een groot aantal leden van die verenigingen was tucht geoefend. Er waren schorsingen en afzettingen geweest. Veel voorgangers en ambtsdragers waren in de naam van de Heere buiten het Koninkrijk van God geplaatst. En dat gaf moeiten. Kan dat, dat jou het oordeel is aangezegd, dat je bestempeld wordt als scheurmaker, en dan toch, samen met hen die dat uitspraken een christelijke schoolvereniging of een christelijke vakvereniging aansturen? Op zondag veroordeeld zijn en op maandag samen werken voor de Heere?

Kun je dan bijvoorbeeld door de week in allerlei vergaderingen wel samen de Heere bidden en dànken? Samen Hem loven en prijzen?

U voelt de moeite wel.

Velen meenden dan ook dat dit niet meer ging. Dat ze daarmee aan de eer van de Heere, die in de synodale oordelen gesmaad was, tekort deden. De antithese, de strijd tussen hen die van Christus' kerk zijn en hen die dat niet zijn, kwam ertussen. We noemen dat het 'ethisch conflict' (ethisch heeft betrekking op hoe je moet leven, welke normen je moet aanleggen).

Wrijving

Dat ethisch conflict werd een bron om allerlei nieuwe organisaties op te richten. Om daarmee opnieuw te voldoen aan de roeping van kerkleden m.b.t. onderwijs, politiek en maatschappij: tot eer van God en om in maatschappij en politiek te roepen naar de plaats waar de Heere de Zijnen vergadert.

Zo kwamen o.a. de gereformeerde schoolverenigingen tot stand, het GPV en het GMV. Vruchten, door dat ethisch conflict heen, van de reformatie van de kerk.

Maar niet alle kerkleden zagen dat ethisch conflict. Niet iedereen vond dat de kerkleden geroepen werden tot nieuwe organisatievorming. Lang niet iedereen werd onmiddellijk lid van de nieuwe schoolvereniging. Velen bleven nog kortere of langere tijd lid van de ARP of het CNV. (Uit eigen ervaring weten we dat dit zelfs nog in de jaren negentig speelde, de gereformeerde organisaties hebben nooit de volle 100% kerkleden onder hun leden kunnen tellen.)

Er werd verschillend gekozen. Dat kan. Niet iedereen heeft hetzelfde inzicht. Niet iedereen loopt in hetzelfde tempo op de weg van de doorgaande reformatie. Er zijn hardlopers, vooroplopers, stilstaanders...

Waar het nu om gaat is dat dit hier en daar wrijving gaf. Het gevaar dreigde, en werd hier en daar ook werkelijkheid, dat door hen die een duidelijke roeping van de Heere zagen voor het vormen van nieuwe gereformeerde organisaties, de anderen werden gezien als (nog) niet echt gereformeerd.

Niet echt gereformeerd... Weten we nog wat gerefor-meerd betekent?! Er werd gesuggereerd dat zij die niet voor de nieuwe scholen en verenigingen waren, er niet echt bij hoorden. Ondertussen zat men wel samen in de kerk en aan het Avondmaal.

Dat gaf hier en daar wrijving.

Zeloten

En daarmee was er het gevaar van nieuwe verdeeldheid in de kerken. Het risico om niet eensgezind verder te gaan. Daartegen, tegen dat gevaar, was de schooldagrede van prof. Schilder gericht.

Het begrip ' zeloot' en 'zelus' komt in de grondtekst van de Bijbel verschillende keren voor. 'Zelus' betekent zoiets als 'ijver'. Dat is met enorm grote inspanning jagen naar een bepaald doel. Een zeloot is iemand die zich met zeer grote, ja te grote inzet voor iets inspant. In onze tijd wordt dat woord zeloot gebruikt voor mensen die zich fanatiek en grenzeloos inzetten voor bepaalde religieuze ideeën.

In de tijd van de apostelen waren er zeloten in het Joodse land. Een beweging van vrome Joden die ijverden voor de Naam van God en voor een heilig Joods volk. Fanatiek. Zonder de consequenties te overdenken. Ze erkenden de toenmalige overheid niet. Ze betaalden geen belasting. Ze waren burgerlijk ongehoorzaam. En iedereen die niet dacht als zij was geen goede Jood.

Zelotisme en zeloot zijn dus geen positieve begrippen. Integendeel.

En, liet Schilder zien, zulk zelotisme kan een groot gevaar worden. Zelotisme houdt geen rekening met omstandigheden, met andere inzichten, met andere mensen. Het kan verwijderend en scheurend werken. En Schilder ziet dat gevaar van zelotisme nu ook in de kerken. Doordat gesuggereerd wordt dat sommigen er niet echt bij horen. Niet echt gereformeerd zijn, om het zo maar te zeggen. Niet echt bij de gemeente horen. En Schilder haalt dan een voorbeeld aan van een voorganger in de Verenigde Staten die zelfs openlijk vroeg aan hen die het niet met hem eens waren: Waarom ga je niet ergens anders heen?

Dat is zelotisme.

Zou dat gevaar bij ons niet aanwezig zijn? Niet hier en daar smeulen of kiemen? Diep, diep in ons hart?

Eigen gerechtigheid

Fanatiek, grenzeloos ijveren, zonder rekening te houden met andere opvattingen en met de naaste, dat is wat Paulus noemt ijveren zonder verstand, zonder inzicht. Zulke mensen waren de fanatieke Joden die de Christus niet wilden erkennen maar met grote ijver tegenstonden. 'Want ik getuig van hen dat zij ijver voor God hebben, maar niet met het juiste inzicht. Omdat zij immers de gerechtigheid van God niet kennen en een eigen gerechtigheid tot stand proberen te brengen, hebben zij zich niet aan de gerechtigheid van God onderworpen.' (Rom. 10:2,3).

Als iemand daarin doorslaat, in dat grenzeloos ijveren, bestaat de kans dat zo iemand een eigen gerechtigheid gaat nastreven. Een gerechtigheid die niet de gerechtigheid van God is. Dat is dan ook de diepe ernst van het zelotisme. Dat is waar we allemaal voor moeten waken. Want het gaat niet om onze eigen gerechtigheid maar om de gerechtigheid in Christus.

Geen kerkje

Prof. Schilder legde uit dat hij daarvoor bang was. Dat we anderen door onze houding afstoten. Dat we anderen misschien de kerk uit 'jagen'. Jij bent niet echt gereformeerd. Jij hoort er eigenlijk niet echt helemaal bij. Als we zo denken, dan vormen we ons eigen aangename gezelschap. Met mensen die ons goed liggen. Waarmee we gemakkelijk door een deur kunnen. Waarvoor we geen moeite hoeven doen om eensgezind te zijn. Maar als dat de situatie zou worden, dan zijn we bezig, in Schilders woorden, met een 'kerkje'. Een vergadering van onszelf. Door onszelf vergaderd en verzameld.

Ja, dan spelen we kerkje. Maar dan zijn we het zicht op de Kerk van Christus verloren. De Kerk van Christus is uniek. Buiten haar is geen zaligheid te zoeken of te vinden. Iedereen die Christus zoekt, moet in de Kerk een plek hebben. Er is geen andere kerk. De kerk is niet pluriform. We kunnen dan ook niet toestaan dat mensen vanwege andere ideeën, een andere ligging, een andere mening de kerk verlaten. Want dan lopen ze het gevaar dat ze uitgesloten worden van het heil van Christus.

Kerk van Christus

Prof. Schilder heeft het goed verwoord.

De Kerk is van Christus. Hij roept. Hij vergadert. Door Zijn grote genade mogen en kunnen we lid zijn. Niet door onze wil maar door Zijn wil.

Als we dat zien, dan verdwijnt iedere zweem van eigengerechtigheid. Dan verdwijnt iedere neiging tot zelotisme. Dan stoten we elkaar niet af vanwege verschillen. Dan gaan we ook zien dat de Kerk, die ene, unieke Kerk, heel breed is.

Er is voor iedereen een echte plaats. Voor de snelle loper op de weg van de doorgaande reformatie. Voor de trage. Voor de onaangepaste. Voor de dwarsligger. Voor de niet-begrepene. Voor de volkomen zekere. Voor de onzekere. Voor de zoeker. Voor ons allemaal.

Want Christus riep ons en bracht ons bij elkaar!

Dan zitten we samen onder de verkondiging van het Woord. Dan aanvaarden we samen in geloof de aanbieding van de verzoening. Dan bidden we samen om de Heilige Geest. Dan gaan we samen aan de Tafel van de eenheid, de avondmaalstafel.

Dan kunnen we elkaar best aanmoedigen.

Dan kunnen we best overleggen en discussiëren en samen studeren.

Dan kunnen we elkaar wel eens 'de waarheid zeggen'.

Maar altijd met het oog op Christus. Ons bewust van het wezen van de Kerk: door Christus samengebracht.

Dat is eenheid.

En de rest? Onze verschillen?

Als we in de Kerk van Christus zijn, als we het wezen van de kerk zien en de breedte, dan komt dat wel goed.

Christus gaf Zijn bloed voor àl onze zonden.

Als we maar geen zeloten worden.