Sorry, u moet JavaScript inschakelen om de website te mogen bezoeken.
-A A +A

Het ware getuigenis van Jezus als de Zoon van God

Jaargang: 
11
Datum: 
22 mrt. 2017
Nummer: 
6
Schrijver: 
S. de Marie
ID:
1722


1 Joh. 5:6-9:

6 Hij is het Die kwam door water en bloed: Jezus, de Christus; niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest is het Die getuigt, omdat de Geest de waarheid is. 7 Want drie zijn er die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één. 8 En drie zijn er die getuigen op de aarde: de Geest, het water en het bloed; en deze drie zijn één. 9 Als wij het getuigenis van de mensen aannemen, het getuigenis van God is groter; want dit is het getuigenis van God dat Hij van Zijn Zoon getuigd heeft.

De komst van Jezus door water en bloed

Er volgt nu een heel belangrijk onderdeel in het onder-wijs van Johannes over Jezus als Zoon van God. Waarin ligt het bewijs daarvan? Wat is de grond van dit geloof?

Van dit bewijs hangt veel af, zoals Johannes al in zijn brief heeft aangeduid: de zaligheid van het eeuwige leven!

Steeds wijst Johannes op het belang van getuigen voor het geloof. Zo begon hij zijn evangelie, zo begon hij ook deze brief. In 1 Joh. 1 wees hij daarvoor op zichzelf en de andere apostelen als de oor- en ooggetuigen van Jezus als Zoon van God. Nu gaat hij daar dieper op door.

Eerst wijst hij op de inhoud van het getuigenis: de weg die Jezus ging door water en bloed.

Het water is het water van de doop door Johannes de Doper waarin Jezus Zijn ambtswerk begon. Toen werd Hij door de stem van God de Vader aangewezen als Zijn Zoon. En toen daalde de Heilige Geest als een duif op Hem neer.

Het bloed is het bloed van Zijn kruisoffer op Golgotha waarmee Hij Zijn verzoeningswerk volbracht. Niet alleen door water: vergeving, maar ook door bloed: voldoening!

De dwaalleraars in de gemeente aan wie Johannes zijn brief schrijft, leerden dat Jezus wel bij zijn doop met de Zoon van God verbonden werd tot de Christus, maar dat de Zoon van God Jezus weer vóór Zijn kruislijden verliet. Maar dan was het lijden van Jezus niet het lijden van de Zoon van God. En dan waren we ook niet verlost door Zijn bloed. Hiertegenover stelt Johannes de levensweg van Jezus als de Christus, die liep via het water van de doop èn het bloed van het kruis. Vergelijk het belang hiervan met de uitspraak van Petrus dat Jezus is de Christus, de Zoon van de levende God. Op deze belijdenis zal de kerk van Christus worden gebouwd (Matt.16:18)!

Het getuigenis van de Geest

Maar wie is het die getuigt dat Jezus de Christus, de Zoon van God is, die is gekomen door water en bloed? Dat is, zegt Johannes, de Geest.

Op dat getuigenis kunnen we aan: 'omdat de Geest de waarheid is'. De Waarheid in eigen Persoon! Het getuigenis van de Heilige Geest vormt zo de vaste basis van het geloof in Jezus als de Christus.

Hoe heeft de Heilige Geest dit dan getuigd? Allereerst door de verkondigingen en de wonderen door Jezus Zelf, en daarbij ook van heel de Schrift, die van Hem getuigt.

Anderzijds mogen we ook denken aan het inwendige getuigenis dat God geeft door de Heilige Geest. De gelovige zal door dit inwendige getuigenis de prediking, de wondertekenen en het verlossend handelen van Jezus als waarheid aannemen.

Op dit inwendige getuigenis wijst de Heere Jezus zelf ook in Zijn reactie op de belijdenis van Petrus in Matt. 16:17:

Zalig bent u, Simon, Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.

Comma Johanneum

In de verzen 7 en 8 worden twee maal drie getuigen genoemd; in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; op de aarde: de Geest, het water en het bloed.

De eerste drie zijn één en de tweede drie zijn tot één.

In de NBG-vertaling van 1951 is de passage over de drie hemelse getuigen tussen haken geplaatst, omdat deze passage maar in enkele handschriften voorkomt (vier van de tweehonderd aan ons bekende handschriften). Als 'Comma Johanneum', zinsdeel van Johannes, blijft het een omstreden passage: hoort het nu wel of niet tot de Bijbel?

Wanneer deze passage zou worden weggelaten is daarmee overigens de leer van de drie-eenheid niet aangetast, zie bijvoorbeeld 2 Kor. 13:13.

Drie getuigen

Bij drie getuigen staat de zaak vast (Deut. 19:15 en Joh. 8:17,18).

Vers 7: De Geest is een goddelijke Getuige die met de Vader en het Woord één wezen is.

Dat vormt het einde van alle tegenspraak.

De Vader heeft getuigd door de profeten en de geschriften, bij de doop van Jezus en Zijn verheerlijking op de berg.

De Zoon heeft van zichzelf getuigd (o.a. Matt. 11:27; Joh. 3:16; 5:17v; 6:38).

De Geest heeft getuigd door Zijn overschaduwen van Maria; door Zijn profetische inspiratie van profeten uit het Oude Testament en van profeten als Elisabeth, Zacharias, Simeon; bij de doop; door Zijn uitstorting met Pinksteren en Zijn verdere werking in Bijbelschrijvers en gelovigen.

Dat hier gesproken wordt over 'het Woord' en niet de Zoon is mogelijk om Zijn goddelijkheid te benadrukken (vergelijk Joh. 1:1,14; Openb. 19:13).

Vers 8: Ook de doop en de dood van Jezus bekrachtigen het getuigenis van de Heilige Geest. En zo is ook op aarde het onomstotelijk bewijs geleverd. Deze drie zijn één, letterlijk: 'tot één'. Dat is: hun getuigenis is onderling in overeenstemming, het wijst op één en hetzelfde.

De doop van Jezus was nodig om te laten zien dat Hij de zonden van het volk op Zich nam, en Zich daarom als onrein beschouwde. Het bloed was nodig om te betalen voor deze zonden.

Het is alles werk van de Christus, Gods Zoon, Die het vlees van de mens heeft aangenomen.