Tussen hof van Eden en het nieuwe Jeruzalem (3)
Heb jij wel eens gehoord van de uitdrukking `dat is spotten met je leven´? Misschien heb je dit wel eens gehoord in verband met het circus of met de een of andere vorm van motorsport. Wat daar aan stunts wordt uitgehaald is spotten met je leven. Er worden bewust hele grote risico´s genomen met trapezes, wilde beesten en het hoge koord. Ook op motoren of in de race-wereld worden onverantwoorde staaltjes van durf getoond.
In de vorige artikelen en hebben we gezien dat wij geschapen zijn naar Gods bedoeling en dat wij hier moeten leven als kinderen van God. Dit vraagt elke dag weer keuzes van ons. Er zijn altijd twee wegen: de gehoorzame en de ongehoorzame weg. We kunnen de weg van de HERE vinden in Zijn Woord want Zijn Woord is een lamp voor onze voet en een licht op ons pad.
Spotten met je leven
En inderdaad, wanneer er op onverantwoorde wijze met het leven wordt omgesprongen dan mogen wij als christen geen plezier hebben om daar naar te kijken of aan mee te doen.
Vroeger was dit gemakkelijker, je ging gewoon niet naar dit soort dingen toe. Maar hoe zit dat nu? Wat voor games speel je? Moeten er zoveel mogelijk mensen en of dieren uitgeschakeld, dat is gedood worden zodat jij kunt overleven? Waar kijk je naar op televisie of op
Zorg voor jezelf
Maar als we alleen de genoemde voorbeelden rekenen als `spotten met je leven´ slaan we de plank mis. Er is veel meer in het leven waar we ons op moeten bezinnen en waarover we ons grote zorgen moeten maken. Er zijn misschien wel dingen waar we radicaal mee moet breken omdat ook dat is `spotten met je leven´.
In dit artikel gaat het alleen om een algemene regel, om een christelijke levensstijl. Dat lijkt een vreselijk ouderwets woord. Maar dat is het niet. Een christen moet in zijn leven laten zien dat hij of zij een kind van God is. Wij zijn niet van onszelf, maar wij zijn van Christus die ons heeft vrijgekocht met Zijn kostbare bloed (Zondag 1).
Eén geheel
Soms lijkt het erop dat een mens alleen maar wordt gezien als een optelsom van lichaam en ziel en dan ook nog geest. `Zieltjes winnen´ en `onze gemeente telt zoveel zielen´ zijn uitdrukkingen die je ook vandaag nog wel eens hoort. In een gymzaal ben je bezig met lichamelijke oefening; blijft je ziel dan in de kleedkamer hangen?
Paulus heeft gezegd dat de lichamelijke oefening van weinig nut is. Was Paulus dus stijf en onsportief?
Nee, dan de Grieken. Die waren zo met hun lichaam bezig, die dachten aan weinig anders. Zij organiseerden zelfs de olympische spelen.
Hoe denken wij daarover? Is ons lichaam meer waard dan onze ziel ? Of is ons verstand kostbaarder dan ons lichaam? Is het zo dat wij de HERE beter kunnen dienen met onze geest of met ons verstand dan met ons lichaam?
Wat zegt de Bijbel hierover?
Als we in de Bijbel teksten lezen over het lichaam, dan moeten we eerst eens goed kijken of er alleen een lichaam wordt bedoeld. In Romeinen 12 gaat het over ons lichaam dat we `als een levend, heilig en Gode welgevallig offer´ moeten stellen. Gaat het daar alleen om ons lichaam? Nee, het gaat om ons helemaal. Het lichaam staat voor het geheel. Wij zijn één geheel en niet in allerlei deeltjes uit te splitsen. En zo zullen wij later ook bij God in de hemel zijn. Trouwens, uit de schepping blijkt duidelijk de geweldige aandacht die God aan het lichaam en al zijn functies heeft gegeven. Wat zit ons lichaam prachtig in elkaar. Wat een prachtige werking van hersens, zenuwen, spieren, ledematen, ogen, oren, hart en gevoel. De HERE heeft ons zo geschapen om aan Zijn opdracht te kunnen voldoen.
Nu heeft de zonde duidelijke sporen achtergelaten in ons lichaam, maar omdat Christus ons verlost heeft, moeten we weer streven naar herstel.
In de dienst van God mogen wij onze gaven gebruiken. Het staat er toch: `Met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.´ Kortom: met alles. We hebben alles te gebruiken om de HERE te dienen en om klaar te staan voor onze naaste. Dit dus met je lichaam, je ziel en je verstand. Niets uitgeschakeld.
De één zal beter met zijn handen kunnen werken en een ander met zijn verstand. De HERE heeft de gaven zo verdeeld dat al het werk in Zijn koninkrijk kan worden gedaan. Er kan worden gebouwd en er kunnen brieven worden geschreven. Er kan worden schoongemaakt en er kunnen preken worden gemaakt. En dan is het ene niet beter dan het andere, nee, alles wat met vreugde gedaan wordt voor de HERE is goed.