Samen zullen we alles delen. Of toch niet?
Beperking gemeenschap van goederen
Het huwelijksvermogensrecht. Dat zijn de wettelijke bepalingen over de verhouding tussen echtgenoten ten aanzien van hun vermogen (bezittingen en schulden). Interessant? De gehuwden onder ons zullen misschien wel weten of zij al dan niet zijn getrouwd zijn in “gemeenschap van goederen”. Dat wil zeggen, alle bezittingen en schulden zijn gezamenlijk. Maar, dat is nu veranderd. Preciezer gezegd, voor de mensen die vanaf 1 januari 2018 trouwen is de gemeenschap van goederen beperkt. Het is belangrijk dat u dit weet. Waarom? Omdat weer een element van het door God ingestelde huwelijk is aangetast.
In een tweetal artikelen willen we zien hoe de wet is gewijzigd en welke gevolgen dat voor ons heeft.
Gemeenschap van goederen
Wat wordt bedoeld met de gemeenschap van goederen? De wettelijke algehele gemeenschap van goederen betekent dat alle goederen (zaken en schulden) van de echtgenoten gemeenschappelijk, gezamenlijk eigendom zijn. Deze gemeenschap wordt ook wel vergeleken met een grote magneet. Het vermogen van voor het huwelijk valt in de gemeenschap en ook het vermogen dat tijdens het huwelijk wordt verkregen. Op de hoofdregel van gemeenschappelijkheid zijn slechts een paar uitzonderingen, die ik hier niet afzonderlijk zal bespreken. Beide echtgenoten kunnen beschikken over dat hele vermogen.
Dit juridische systeem over de goederen van de echtgenoten sluit goed aan bij het huwelijk zoals God dat heeft ingesteld in Genesis 1 en 2. Het huwelijk is bedoeld als een verbond tussen man en vrouw dat levenslang duurt en waarbij lief en leed wordt gedeeld resp. samen gedragen. Door het vermogen van echtgenoten gemeenschappelijk te maken sluit dit goed aan bij het uitgangspunt dat echtgenoten hun verdere leven samen zullen delen. Dit juridische systeem van de algehele gemeenschap van goederen is in de wereld redelijk uniek. Alleen Zuid-Afrika en Suriname kennen een vergelijkbare regeling.
Huwelijk als doelwit van satan
Juist omdat het huwelijk een instelling van God zelf betreft, is het huwelijk een voortdurend doelwit van satan. In een steeds verder geseculariseerde samenleving zien we dat de christelijke normen van het huwelijk steeds verder worden losgelaten. Dat loslaten uit zich in wetgeving. Een paar voorbeelden:
1. Voor 1970 was de echtscheiding mogelijk in vier gevallen : gevangenisstraf, kwaadwillige verlating, mishandeling en overspel. Het bestaan van een echtscheidingsgrond moest worden bewezen. Na wijziging van de wet is echtscheiding juridisch een stuk makkelijker gemaakt. Nu geldt dat door alleen te zeggen (stellen) dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, dat voor waar wordt aangenomen.
2. In 1998 is het geregistreerd partnerschap ingevoerd. Het geregistreerd partnerschap is juridisch vrijwel gelijk aan het huwelijk, ook wat betreft de gemeenschap van goederen, maar had alleen een andere naam. Het verschil met een huwelijk was destijds nog dat mensen van gelijk geslacht een geregistreerd partnerschap konden sluiten.
3. In 2001 is het huwelijk opengesteld voor mensen van gelijk geslacht. De invoering van het geregistreerd partnerschap had de weg vrij gemaakt voor de openstelling van het huwelijk voor mensen van gelijk geslacht.
Redenen wijziging gemeenschap van goederen
Terug naar de gemeenschap van goederen. Het wetsvoorstel om het huwelijksvermogensrecht aan te passen, komt van leden van de Tweede Kamer die lid zijn van D66, PvdA en VVD. Politieke partijen die geen christelijke of anti-christelijke partijprogramma’s hebben. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel hebben de redenen om de gemeenschap van goederen aan te passen genoemd in de zogenaamde “Memorie van Toelichting” die bij elk wetsvoorstel moet worden geschreven. Op een aantal redenen ga ik hierna kort in.
1. Van nature prive-vermogen
Het eerste argument dat genoemd wordt is dat de algehele gemeenschap van goederen een verkeerd uitgangspunt hanteert, namelijk dat ook gemeenschappelijk wordt gemaakt wat van nature privé is. Van nature privé zou zijn het voorhuwelijks vermogen (alles wat van één van de echtgenoten is voordat het huwelijk gesloten wordt), de erfenissen en giften. Niet alles moet worden gedeeld, nee alles wat ik voor het huwelijk heb gekregen en alles wat ik erf, blijft van mij zelf. Daar staat de ander buiten. Dat zou natuurlijk zijn. Wel in een geïndividualiseerde samenleving, maar ook in een huwelijk in de Heere? De vraag is hoe dat zich verhoudt met de woorden van God dat “een man zijn vader en moeder zal verlaten en zich aan zijn vrouw hechten en zij zullen tot één vlees zijn”(Genesis 2:24).
2. Maatschappelijk draagvlak
Een ander argument voor beperking van de gemeenschap van goederen is dat daarvoor een groot (maatschappelijk) draagvlak zou zijn. En wat de meerderheid van het volk wil, is wet, althans dient wet te worden. Het is echter de vraag of dit draagvlak ook echt bestaat, want het onderzoek waaruit dit draagvlak wordt afgeleid is kleinschalig (3.000 aanstaande echtgenoten, terwijl ruim 100.000 mensen per jaar trouwen) en de methodiek onzuiver (alleen echtgenoten die bij de notaris zijn geweest). Los hiervan is de vraag of aansluiting bij het maatschappelijk draagvlak wijs beleid is. Het draagvlak zou dan zijn ontstaan in een maatschappij waarin sprake is van een toenemend aantal echtscheidingen, een toenemend aantal samenwoners en (daardoor) een toenemend aantal samengestelde gezinnen. Maatschappelijke ontwikkelingen die zijn ontstaan door secularisatie en het steeds verder loslaten van Gods Woord, met name het zevende gebod. Juist het toenemend aantal echtscheidingen is zorgelijk omdat dit het gezin ontwricht, de ontwikkeling van kinderen verstoort en negatieve maatschappelijke gevolgen heeft. Vaak gaat de echtscheiding gepaard met opvoedings- en gedragsproblemen bij de kinderen, persoonlijke problematiek, problemen op het werk en het opbouwen van schulden. Met de beperking van de gemeenschap van goederen wordt geprobeerd om echtscheidingsproblematiek zelf wat te verzachten. De gedachte is dan dat door de beperking van de gemeenschap van goederen er minder gemeenschappelijk vermogen is. Er hoeft minder verdeeld te worden en daardoor is er minder strijd. De echtscheiding kan dan sneller en makkelijker verlopen. Bij deze gedachte zijn vraagtekens te stellen, maar los daarvan komt deze gedachte van een verkeerd uitgangspunt. Echtscheidingsproblematiek moet niet worden tegengegaan door het makkelijker te maken, maar door de echtscheiding zelf te voorkomen. Dus reclames verbieden van overspel-websites, relatietherapie subsidiëren/vergoeden vanuit de zorgverzekering, voorlichtingscampagnes geven die waarschuwen tegen de gevolgen van echtscheiding, etc. etc.
3. Aansluiting bij de wereld
Een weerkerend argument is dat het huwelijksvermogensrecht moet worden gemoderniseerd en dat daarbij aansluiting moet worden gezocht bij de wereld. Op zichzelf is dit niet een heel sterk argument. Als iedereen in de sloot springt, moet ik dat dan ook doen? Maar principiëler gedacht, in de Bijbel wordt de wereld als een antichristelijke macht gekenschetst met de satan als overste. In het algemeen moeten we dus opletten als er wetgeving wordt ingevoerd die geïnspireerd is op wetgeving die in (een groot deel van) de wereld geldt.
Al met al moet worden geconstateerd dat de intenties en motivering van de indieners van het wetsvoorstel geïnspireerd zijn op onchristelijke gedachten en ontwikkelingen.
Wijziging gemeenschap van goederen
Vanaf de invoering van het Burgerlijk Wetboek in 1838 gold voor het huwelijk de algehele gemeenschap van goederen. Tussentijds zijn nog wel wijzigingen doorgevoerd in het huwelijksvermogensrecht, maar de algehele gemeenschap van goederen is in stand gebleven. Per 1 januari 2018 is de gemeenschap van goederen beperkt. Hoe werkt dat dan precies? Een voorbeeld:
Een man en een vrouw willen trouwen. Voor het huwelijk heeft de man een studieschuld opgebouwd bij DUO van € 25.000. De vrouw heeft veel gespaard en van het spaargeld voor het huwelijk een appartement gekocht heeft van € 150.000. Nadat de man klaar is met de studie en de vrouw het appartement heeft gekocht breekt de grote dag aan en trouwen zij. Daarna kopen ze van het geld dat ze verdienen tijdens het huwelijk een auto van € 15.000. Tijdens het huwelijk wonen ze in het appartement van de vrouw, lossen ze de schuld af van de man en rijden ze rond in de auto die ze samen hebben gekocht.
Wat valt in de gemeenschap naar oud recht en naar nieuw recht?
Oud recht (algehele wettelijke gemeenschap van goederen)
Stel dat zij zijn getrouwd op 1 juli 2017. Dan geldt het oude recht. Dit blijft ook na 1 januari 2018 van toepassing. Stel dat de man op 1 juli 2018 overlijdt. Wat valt in de gemeenschap an goederen? De schuld bij DUO (voor zover nog niet is afgelost), het appartement en de auto.
Nieuw recht (beperkte gemeenschap van goederen)
Nu trouwen deze mensen op 2 januari 2018. Tijdens het huwelijk wonen ze in het appartement, lossen ze de schuld af en rijden ze rond in de auto. Ook nu overlijdt de man op 1 juli 2018. Wat valt er in de gemeenschap? Alleen de auto. Het huis is alleen van de vrouw en komt toe aan de erfgenamen. De schuld komt voor rekening van de man. Sterker nog, stel dat tijdens het huwelijk 7.500 is afgelost op de schuld, dan kunnen de erfgenamen de helft hiervan terugvragen van de man.
Kritiek
Los van de kritiek die op de motivering van het wetsvoorstel te geven is, is er nog een ander breed gedragen kritiekpunt die op de uitvoering van dit systeem te geven is. De administratieplicht. Zoals uit het voorbeeld blijkt ontstaat bij het sluiten van huwelijk een derde vermogen. Naast het vermogen van de man en de vrouw ontstaat een gemeenschappelijk vermogen. Onder het oude recht zou het vermogen van de man en de vrouw opgenomen worden in de gemeenschap van goederen. In het nieuwe recht blijft het vermogen van de man en de vrouw van voor het huwelijk apart voortbestaan. Om goede uitvoering te geven aan de beperkte gemeenschap zouden de echtgenoten dus moeten omschrijven wat ze aan eigen vermogen hebben en wat daarmee gebeurt. Zowel de SGP als de ChristenUnie hebben dit in de parlementaire behandeling als kritiekpunt genoemd. Hoewel dit punt geen principieel bezwaar is, zal dit in de praktijk wel een grote rol gaan spelen. Het wel of niet bijhouden van de administratie maakt uit of een goed in het privévermogen valt of dat het gemeenschappelijk is.
Andere wijzigingen
Het wetsvoorstel gaat niet alleen over de beperking van de gemeenschap van goederen. Er zijn ook andere wijzigingen doorgevoerd. De verhouding tussen echtgenoten enerzijds en schuldeisers anderzijds is aangepast. Ook is het terugnemingsrecht (het recht om goederen uit het gemeenschappelijk vermogen terug te halen) van de ene echtgenoot bij faillissement van de andere echtgenoot sterker gemaakt. Daarnaast is er een regeling ingevoerd die uitmaakt welk deel van het ondernemingsvermogen gemeenschappelijk vermogen is en dus verdeeld moet worden. Dit zijn allemaal wijzigingen die niet direct verband hebben met de beperking van de gemeenschap van goederen, maar wel gevolgen hebben voor de afwikkeling van het gemeenschappelijk vermogen bij overlijden, faillissement of echtscheiding.
Tussenslot
In dit artikel hebben we gekeken naar de wat zakelijke en juridische inhoud van het huwelijksvermogensrecht. In een volgend artikel willen we ingaan hoe we er in de praktijk mee om moeten gaan, bijvoorbeeld de verloofden die willen trouwen en hoe de predikant of ouderling van de verloofden gesprekken voert met verloofden.