Ruth, de Moabitische: Roman of heilsgeschiedenis?
Vandaag weer een opfrisser over een Bijbelse persoon. Een hele tijd geleden hebben jullie dat ook al gedaan: over Mozes en over Esther. Vandaag kijken we naar het tweede Bijbelboek in de Bijbel dat de naam draagt van een vrouw: Ruth. Een bekende geschiedenis, een mooie geschiedenis, misschien wel een romantische geschiedenis, maar vooral een geschiedenis die ons vertelt wie God is en hoe Hij, door het leven van mensen heen, werkt aan zijn plan van verlossing. Het is God die in dit Bijbelboek ook tot ons spreekt.
Lees je mee?
In welke tijd speelt de geschiedenis van Ruth zich af?
In het allereerste vers van het Bijbelboek lezen we: in de dagen dat de richters leiding gaven aan het volk... Deze geschiedenis speelt zich dus af in de tijd van de richters. In het allerlaatste vers van het bijbelboek Richteren lezen we: eenieder deed wat juist was in zijn ogen. Dit zegt iets over hoe de Israëlieten in die tijd leefden. De Israëlieten woonden toen al een tijdje in het beloofde Land Kanaän. Maar het bleef niet lang mooi. Dat kwam doordat de Israëlieten de Kanaänieten niet volledig hadden uitgeroeid, terwijl dit wel een bevel van God was (zie Deut.7:1-4). En toen kwam er hongersnood. Dit kunnen we zien als een oordeel van God over de zonden van zijn volk, omdat zij niet meer naar Hem luisterden.
Wie was Ruth?
We lezen als eerste over Ruth in Ruth 1:4. Ruth was een Moabitische vrouw, die trouwde met Machlon, de zoon van Elimelech en Naomi. Ruth kwam uit het land Moab. Dit was een land dat naast Kanaän lag, aan de overkant van de Jordaan en van de Dode zee, het land had veel vlakke velden. Moab is het land van de Moabieten, dit waren afstammelingen van Lot (zie Deut. 22:9). De Moabieten waren een heidens volk, zij dienden de afgod Kamos. Ruth was dus een Moabiet en over de Moabieten is gezegd: Een Ammoniet of Moabiet mag niet in de gemeente van de HEERE komen; zelfs hun nakomelingen van de tiende generatie mogen tot in eeuwigheid niet in de gemeente van de HEERE komen...(Deut. 23:3)
Ruth en Machlon
Omdat er hongersnood was in Bethlehem, ging Elimelech met zijn vrouw Naomi en hun twee zonen Machlon en Chiljon verhuizen naar Moab, naar de heidenen. Elimelech verlaat dus met zijn gezin het land van God.
Omdat het in een ander, heidens, land beter zou zijn. Tussen alle afgoden. Maar Elimelech hoort daar eigenlijk niet, hij hoort in Kanaän, waar God woont. Hij is een Efrathiet, hiermee wordt de zuivere Israëlitische afkomst benadrukt. Elimelech zou weer moeten terugkeren naar Kanaän, terugkeren naar de God van het verbond. Maar hij blijft in Moab, met zijn gezin en daar sterft hij ook (Ruth 1:3). Zijn zoons Machlon en Chiljon trouwen allebei met Moabitische vrouwen. Machlon met Ruth en Chiljon met Orpa. Overtraden Machlon en Chiljon nu de wet van God? Zij mochten toch niet met heidense vrouwen trouwen? Dergelijke huwelijken waren niet uitdrukkelijk verboden (wel een huwelijk met een Kanaänitische). Maar nog altijd bleef het gebod dat een Moabiet niet in de gemeente van de HEERE mocht komen. Lees ook maar eens wat er in Numeri 25 staat.
Machlon trouwde dus met Ruth, zij kregen geen kinderen en na ongeveer 10 jaar stierven ook Machlon en Chiljon. Een verdrietig einde.
Ruths belijdenis
Als Naomi hoort dat er in Bethlehem weer brood te krijgen is, gaat zij daar weer naar terug. Samen met Ruth en Orpa. Het is uiteindelijk alleen Ruth die met Naomi mee teruggaat. In Ruth 1:16 lezen we van de belijdenis van Ruth. Zij laat hierin haar levenskeus zien. Een hele mooie belijdenis waaruit blijkt dat zij zich heeft bekeerd tot de God van Israël: ...Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Ruth gaat met Naomi mee terug naar het land waar God woont, omdat zij Hem wil dienen. Ze zweert er zelfs bij, niet bij Kamos (de afgod van de Moabieten), maar bij God. Want Hij is voor haar de grote en almachtige God: bij die Naam wil ze alleen leven en sterven.
Ruth ontmoet Boaz
Je zou kunnen zeggen dat hoofdstuk 2 het begin van een liefdesverhaal is. Ruth komt op de akker van Boaz om aren te rapen. En Boaz is bijzonder aardig voor Ruth. Zij mag, ja moet zelfs op zijn akker blijven om aren te rapen, hij geeft haar eten en drinken en gebiedt zijn knechten opzettelijk wat aren te laten vallen, zodat Ruth het kan oprapen en zij genoeg voedsel heeft voor Naomi en haarzelf.
Wist je dat het een gebod van God Zelf is geweest om de gevallen aren te laten liggen op het land? De maaiers mochten niet teruggaan om deze alsnog op te halen. Zij moesten het laten liggen voor de vreemdeling, de wees en de weduwe. Lees maar eens in Deuteronomium 24:19. Op deze manier maakte God zich bekend als een barmhartig God die naar de mensen omziet. Ook Boaz volgt dit gebod van God en geeft zelfs nog extra aan Ruth. Boaz is een gelovig man en goed voor zijn werknemers. Dat blijkt wel uit zijn handelen, als je hoofdstuk 2 goed leest. Hij groet zijn werknemers zelfs met: De HEERE zij met u! Wat een mooie groet hè! Waar hoor je dat in deze tijd nog? En Ruth maakt dus kennis met deze man.
Waarom is Boaz zo goed voor Ruth?
Ruth vraagt aan Boaz waarom hij zo goed voor haar is terwijl zij een buitenlandse is (vers 10). Boaz had haar ook kunnen wegsturen omdat zij uit een heidens land komt. Maar dat doet hij niet. In vers 11 van hoofdstuk 2 geeft Boaz zijn antwoord: hij heeft gehoord wat Ruth allemaal voor haar schoonmoeder heeft gedaan en hoe zij haar vader en moeder verlaten heeft om naar een onbekend land te verhuizen. Dit alles heeft bij Boaz een diep respect voor Ruth gewekt. In vers 12 tekent Boaz Ruths komst naar Bethlehem als een komen schuilen onder de vleugels van de God van Israël. Dat duidt op Ruths bekering tot de enige, ware God. En daar is Boaz blij om! En hij helpt haar, meer dan Ruth had kunnen verwachten.
Boaz, de losser
In hoofdstuk 2:21 lezen we dat Boaz een van de lossers is van Naomi en Ruth, hij is een bloedverwant. In hoofdstuk 3 lezen we van Ruth die op een bijzondere manier (zie vers 7-8) naar Boaz toe gaat om hem te vertellen dat hij hun losser is. Over deze bijzondere manier kan heel wat gedacht worden. Als je de geschiedenis van Ruth en Boaz alleen als een romantisch liefdesverhaal ziet, zou je je vraagtekens kunnen zetten bij het gedrag van Ruth en lijkt het zelfs schaamteloos dat zij zomaar bij Boaz's voeteneind onder de dekens ging liggen. Maar het is niet alleen een romantisch liefdesverhaal, het is het Woord van God! Liefde zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld tussen Ruth en Boaz. De liefde van een man en vrouw zoals God dat heeft bedoeld.
Maar Ruth ging in de eerste plaats naar Boaz toe om hem te herinneren aan de wet van God. Namelijk de wet van de lossing en de wet van het zwager- of leviraatshuwelijk.
De wet van lossing hield in dat, als een Israëliet buiten eigen schuld zijn vaderlijk erfdeel moest verkopen, zijn naaste bloedverwanten verplicht waren dit te kopen zodat het erfdeel in de familie bleef. De wet van het zwager- of leviraatshuwelijk hield in dat als een jonge weduwe kinderloos achterbleef, de broer van de overleden man (of een andere naaste bloedverwant) dan verplicht was met de weduwe te trouwen om het geslacht van de overleden man in stand te houden. In Leviticus 25:23-28 en Deuteronomium 25:5-10 kun je nog wat uitgebreider lezen wat deze wetten inhielden. Het ging dus bij Ruths handelen om deze twee wetten.
Gods Hand werkt in het dagelijkse leven
In het vervolg van hoofdstuk 3 blijkt dat Boaz het helemaal niet raar vindt wat Ruth doet. Hij zegt zelfs: Gezegend bent u door de HEERE, mijn dochter! U hebt met deze laatste blijk van goedertierenheid van u de eerste nog overtroffen, doordat u geen jongemannen nagelopen bent, geen arme en geen rijke. En nu mijn dochter, wees niet bevreesd. Alles wat u gezegd hebt, zal ik voor u doen, want ieder in de poort van mijn volk weet dat u een deugdelijke vrouw bent.(vers 10). Boaz is bereid om te lossen en te trouwen met Ruth. Maar er blijkt nog een andere, nauwere bloedverwant te zijn die eigenlijk eerst zou moeten lossen. Boaz gaat het allemaal regelen bij de poort van de stad. In die tijd werden in de poort allerlei zaken behandeld die tot het publieke leven behoorden. De eerste losser wil wel lossen maar niet trouwen met Ruth. Zo heeft God het gewild, Boaz en Ruth waren voor elkaar bestemd. Twee mensen, met allebei een totaal verschillend verleden, door Gods Hand bij elkaar gebracht. Omdat God door hen wilde werken aan zijn grote plan.
Ruth en de moederbelofte
En zo trouwde Ruth, de Moabitische met Boaz, de Israëliet. Ruth, een heidin, die door haar bekering tot God ook bij het volk van God mag horen. En zelfs een voorouder van Christus is geworden. Want God gaf Boaz en Ruth een zoon: Obed. Hij is de vader van Isaï, de vader van koning David. En wij weten dat uit het geslacht van koning David, uiteindelijk de Here Jezus geboren is, onze Verlosser! Zo laat God ons, in het Bijbelboek Ruth, zien hoe Hij ook in de richterentijd werkt om de moederbelofte (uit Genesis 3:15) tot vervulling te brengen. Gods verlossingswerk gaat door!
*Bij dit artikel is gebruik gemaakt van de boeken: 'schetsen over het boek Ruth' door ds. Jac. van Nieuwkoop en de Korte Verklaring over Ruth.