Psalm 90:8
Deze Psalm lezen en zingen heel veel mensen bij de jaarwisseling. Dat is, als je naar de inhoud van de psalm kijkt, ook best te begrijpen.
Het lied is door Mozes gemaakt.
Hij is de man die van de Here de opdracht kreeg om het volk uit Egypte te leiden.
Mozes spreekt in deze Psalm over het feit dat God er altijd was. Hij is er nu ook. En Hij zal er altijd zijn. Daartegenover staat de sterfelijkheid van de mens. Vergeleken met God leven wij, hier op aarde, maar heel kort.
In die korte tijd doen we ook heel veel zonden. Daar is de Here boos om. Hij tóórnt er over. In ons leven is soms ook veel verdriet. Er zijn veel dingen die mislukken.
Maar, zegt Mozes, er is één ding dat we in dat korte leven goed moeten leren: God eren. Als wij dat veel en vaak doen, dan wordt ons leven vól van Hem. En dat is precies de bedoeling. Want als de Here in ons leven een grote plaats inneemt, is er steeds minder ruimte voor de zonde. Als wij wandelen met God, hoeven we minder aandacht te besteden aan zonden. Als wij leven met God is er minder aandacht voor allerlei moeilijkheden die wij tegenkomen.
Mozes leert ons wat de belangrijkste vraag in het leven is. Dat is deze: hoe en waar is de Hére aan het werk? God gaat altijd met Zijn werk door. Hij maakt Zijn plannen af. Alle generaties mensen die er op deze wereld zijn, krijgen met Zijn almacht te maken.
De Here maakt alles klaar voor het eeuwige leven dat Hij Zijn kinderen geven wil.
Heel veel mensen lopen bij de Here weg. Zij hebben geen aandacht meer voor Hem.
Maar voor Zijn kinderen heeft onze God een oneindige liefde. Hij werkt aan een toekomst waarin geluk en vrede nooit meer bedorven worden.
Als wij die liefde zien, dan willen wij die liefde ook beántwoorden.
Hoe kun je dat doen?
Het werk dat wij doen, dat doen we voor Hém. Zo tonen we onze dankbaarheid voor Zijn voortdurende zorg. In de kerk noemen we dat: goede werken doen. Kijk maar eens in Zondag 32 van de Heidelbergse Catechismus.
Wij maken gebruik van de gelegenheid die God geeft. Uiteindelijk is Hij het die jou de mogelijkheid geeft om naar school te gaan. En naar de Bijbelschool, op zaterdag. En later naar de catechisatie, en naar de vereniging.
Natuurlijk heb je daar niet altijd zin in. Misschien vind je het zelfs helemaal niet leuk. Dan moet je het toch doen. Want zo leer je God steeds beter kennen.
Wij moeten ons niet blind staren op ons korte leven, zegt Mozes.
En Mozes kan het weten. Want tijdens de woestijnreis, die hij leidde, zijn er heel wat mensen overleden. Dat begrijp je wel als je Numeri 14:21-24 leest; zoek dat maar eens op in je Bijbeltje.
Mozes leert ons: wie naar God kijkt, ziet steeds beter hoe machtig hij is. Dan krijg je uitzicht op eeuwig leven.
En dan begrijp je heel goed waarom wij zingen:
"Laat, Heer, uw volk uw daden zien en leven
en laat uw glans hun kinderen omgeven"!