Sorry, u moet JavaScript inschakelen om de website te mogen bezoeken.
-A A +A

Psalm 100:4

Jaargang: 
0
Datum: 
01 jan. 2008
Nummer: 
0
Schrijver: 
J.F. Hoving-Bos
ID:
2054

De Israëlieten zongen op weg naar de tempel en bij het zien van het altaar. Dat was de plaats waar ze de Here dienden. De plaats waar de dieren werden geofferd als afbeelding van de beloofde Verlosser. Alle mensen werden opgeroepen om de Here te erkennen als de enige God; de Schepper van hemel en aarde. De Here werd bezongen als  Herder van Zijn kudde: wij zijn de schapen die Hij weidt (vers 2).

 

De Here waakte over hen zodat de duivel hen niet zou vernietigen. Maar al te graag wilde de duivel Gods volk uitroeien. Hij wilde niet dat de Messias, de Verlosser, geboren zou worden. De komst van de Messias leek heel vaak een onmogelijke zaak. In het Oude Testament, de tijd van de tempeldienst, werd de komst van de Here Jezus zo vaak bedreigd door de duivel. Hij probeerde op allerlei manieren Gods plan te doorkruisen. Hoe vaak keerde het volk zich af van de Here? Hoe vaak waren ze ontrouw aan het verbond? Maar steeds was het de Here die uitkomst gaf. Hij waakte over Zijn kudde, zodat uiteindelijk de Messias geboren kon worden.

 

De bescherming van de Here wordt bezongen in psalm 100. De Verlosser is er dan nog niet. Maar de gelovige Israëlieten weten dat God trouw blijft aan Zijn verbond. Zijn trouw en waarheid blijven staan. Tot in verre geslachten zal Zijn trouw gezien worden.

 

Wij leven in de tijd dat deze belofte van God is vervuld. De Here Jezus is geboren. Er is geen tempeldienst meer. Wij mogen naar de kerk. Daar mogen we God dienen en eren. Daar mogen we vieren dat we kinderen van het licht zijn. Het donker van de zonde is weggenomen door het offer van de Here Jezus.

 

Daarom zingen wij ook nog de psalmen, om God te loven en te eren. Daarmee zingen ook wij van Gods trouw en goedheid over ons. Want God blijft trouw tot in het verste nageslacht. Hij is ook onze Herder! Ook wij horen bij de grote kudde waar Hij over waakt!