Het leven van de Here Jezus op aarde
Het sterven van Jezus
De vorige keer hebben we gelezen over de bespotting van Jezus. Ook lazen we dat het volk mocht kiezen tussen het vrijlaten van Jezus of Barabbas. Ook lazen we over de bespotting van Jezus, Hij moest zelf een doornenkroon dragen. De soldaten namen Hem mee om Hem te kruisigen. Over deze kruisiging gaat het deze keer. Het verhaal wordt verteld zoals het staat beschreven in Mat. 27:33-61. Lees je weer mee?
De kruisiging
De vorige keer lazen we dat de soldaten de Here Jezus meenamen om Hem te kruisigen. Ze komen aan bij die plaats. Die plaats heet Golgotha. Daar aangekomen geven ze hem wijn met gal te drinken. Wijn met gal werd wel gegeven als een soort verdoving. De Here Jezus wilde dit niet drinken. Hij wilde dat niet omdat Hij dan niet de hele pijn van de kruisiging zou voelen. Als ze Hem aan het kruis hebben gehangen, verdelen de soldaten de kleren van de drie mensen die gekruisigd worden. De mantel van de Here vinden ze jammer om te verdelen. Daarom loten de soldaten met elkaar wie de mantel mag hebben.
Op een bordje boven het hoofd van Jezus staat geschreven: Dit is Jezus, de koning der Joden.
De mensen die voorbij komen bespotten Jezus. Ook de overpriesters spotten: Hij heeft mensen gered, maar zichzelf kan Hij niet redden! Als Hij dan echt de koning is, waarom zorgt Hij er dan niet voor dat Hij van het kruis kan komen? Hij vertrouwt toch op God? Waarom kan die Hem dan nu niet verlossen, Hij zegt toch dat Hij Gods Zoon is? Wat en verschrikkelijke dingen zeggen ze... Het is maar goed dat de Here Jezus niet heeft gedaan wat ze zeiden, want dan had Hij nooit voor onze zonden kunnen betalen door te stérven aan het kruis. Zijn lijden en kruisdood was dus nodig om ons te redden van de dood.
Jezus sterft
Vanaf het zesde uur wordt het helemaal donker in het hele land. Dat is heel bijzonder want het is dan 12 uur in de middag. Drie uur later, rond het negende uur roept Jezus: Eli, Eli, Lama sabachtani? Iemand loopt naar de Here toe om Hem zure wijn uit een spons te laten drinken. Opnieuw roept Jezus en dan sterft Hij. Op dat moment gebeurt er nog iets. Het voorhangsel van de tempel scheurt van boven naar beneden. De tempeldienst met de offers is niet meer nodig. Ook beeft de aarde, de rotsen scheuren... ook gaan de graven open en er worden lichamen opgewekt. Wat een wonder! De hoofdman en de mensen die het lichaam van Jezus moeten bewaken, zien dit alles gebeuren. Ze worden bevreesd, bang. En ze zeggen het tegen elkaar: dit was echt een Zoon van God.
De begrafenis
Als het avond is geworden, komt Jozef van Arimatea. Hij is een discipel van de Here Jezus geworden en gaat naar Pilatus. Deze Jozef vraagt om het lichaam van Jezus. Jozef mag het lichaam meenemen. Hij wikkelt het in zuiver linnen en legt het in een nieuw graf. Nadat hij een grote steen voor de ingang van het graf heeft gewenteld, gaat hij weg. Hij heeft goed gezorgd voor het lichaam van de Here Jezus Christus, zijn en onze Zaligmaker.
Vragen (1 punt)
1. Hoe wordt Golgotha ook wel genoemd?
2. Lees Psalm 22:19. Wat heeft dit vers met dit verhaal te maken?
3. A. Wat riep Jezus na drie uur duisternis?B. Wat betekenen deze woorden?