Aan het kruis geofferd
Het is altijd goed om eerst de begeleidende tekst te lezen. In dit geval op de achterkant. Wat opvalt op die achterkant is het woord metafoor. De zeven schrijvers behandelen elk een bekende metafoor om de kruisiging te begrijpen. Dat begrip metafoor moet een Bijbelgetrouw christen onmiddellijk op scherp zetten. Dat is niet zomaar een woord. Dat houdt verband met de dwaling dat heel veel Schriftgedeelten niet gezien moeten worden als werkelijk gebeurd, maar als beelden, als schilderingen en verhalen, om iets duidelijk te maken. In de CGK leerde dr. Loonstra dit. In de GKv heeft dr. De Bruijne, hoogleraar aan de TU te Kampen, dit overgenomen. In het blad Reformanda is deze opvatting indertijd gefundeerd vanuit Gods eigen Woord bestreden. De opvattingen over metaforen hebben o.a. geleid tot vervlakking en aantasting van de waarheid van de Bijbel en van de christelijke ethiek. Ook Sonneveld gebruikt op zijn website dezelfde terminologie. Elk beschrijven ze een beeld uit de Bijbel hoe je de betekenis van Jezus kruisiging je kunt voorstellen. En nu lezen we dit op de omslag van dit boekje. Blijkbaar geeft de Bijbel de betekenis van de kruisiging weer in metaforen. In beelden die misschien niet weergeven wat er werkelijk gebeurd is. Blijkbaar is het daarom mogelijk om verschillende betekenissen te hechten aan Jezus kruisdood. Die voorlopige conclusie mogen we toch trekken? Van belang is daarnaast de ondertitel. Die spreekt over verrassing. Blijkbaar zitten er aan Jezus kruisdood heel nieuwe en verrassende aspecten. Zaken die we tot nu toe over het hoofd hebben gezien. Of die we nog nooit goed begrepen hebben. Wat voor zaken? Wat is dan het nieuwe en verrassende? Daarover geeft de inleiding, geschreven door Burger en Sonneveld, meer informatie. Daarin wordt de bedoeling van het boekje verder toegelicht. De theologen hebben het dan over beelden en modellen. Blijkbaar bestaan er meerdere theologische modellen m.b.t. de kruisdood van onze Heiland. Die kom je tegen zowel in de Bijbel als in de kerkgeschiedenis. De schrijvers stellen dat één van die modellen gangbaar is geworden. Het model van verzoening door voldoening. Nu, gereformeerden weten dat verzoening door voldoening behoort tot de kern van het evangelie. De basis van onze verlossing. Door te stellen dat dit slechts een gangbaar model is, wordt daar meteen al een vraagteken bij gezet. Er zijn blijkbaar ook andere modellen voorstelbaar. Modellen ook, ontwikkeld in de kerkgeschiedenis. In de bijdrage van dr. Burger speelt deze aanname straks een belangrijke rol. Verder vertellen de redacteuren dat het in de heden-daagse theologie steeds meer gebruikelijk is om verschillende modellen en beelden met elkaar op een of andere manier te verenigen. Kiezen voor één opvatting is niet juist. Allerlei beelden bevatten waardevolle elementen (we geven het weer in onze eigen woorden) en we kunnen niet kiezen voor de ene of de andere weergave. Ligt daarin dan het verrassende? We moeten dat wel aannemen. Het spreken van Bijbel en theologie is We menen dat in deze inleiding heel duidelijk het postmodernisme zichtbaar wordt. De filosofie, de benadering van het leven die meent dat er niet een absolute waarheid bestaat. Ieder heeft zijn eigen waarheid. En de kunst en opdracht is om die waarheden met elkaar te verbinden. Zodat mensen werkelijk contact met elkaar kunnen hebben. De verderfelijke invloed van het postmodernisme is eerder al in dit blad aangewezen en besproken. Het postmodernisme is wezenlijk in strijd met het eenvoudige Schriftgeloof. Het sluit dat geloof uit. We gaan naar het betreffende hoofdstuk. Voorbij de offerkritiek heet het. Dan willen we eerst nog iets opmerken over de schrijfstijl. Dr. Hans Burger schrijft pakkend. Hij gebruikt aansprekende voorbeelden uit zijn eigen levenspraktijk. En al vertellende en uitleggend neemt hij ons mee in zijn betoog. Het gevaarlijke is dat hij in dat betoog niet openlijk aangeeft dat hij afstand neemt van de gereformeerde hermeneutiek, van de klassieke gereformeerde uitlegkunde, die als basis heeft art. 3, 5 en 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Hij geeft ook niet heel duidelijk aan, bijvoorbeeld in een afsluitende conclusie, dat hij afstand neemt van de Bijbelse leer over verzoening door voldoening. Nee, dat moeten we opmaken uit allerlei zinsneden en stukken tekst tijdens het lezen. En daarin schuilt inderdaad het gevaar. Een argeloze lezer zal heel gemakkelijk door het goed leesbare betoog meegevoerd worden. Temeer omdat er heel veel herkenbare Bijbelse en gereformeerde taal gebruikt wordt. Zulk schrijven is gevaarlijk. De eenvoudige Bijbellezer kan gemakkelijk denken dat het heel gereformeerd is. We komen zulk schrijven wel vaker tegen. Maar we vinden dat niet goed. Omdat het verhullend werkt. We hebben nu al een aantal belangrijke zaken gesignaleerd. De benadering van Bijbelgedeelten als metaforen. Verzoening door voldoening als slechts een model naast andere modellen. Op postmoderne wijze allerlei zienswijzen met elkaar verbinden, i.p.v. één zienswijze als enige ware aan te wijzen. Een verhullende schrijfstijl. Maar dan nu toch naar het hoofdstuk zelf. We kunnen niet alles bespreken, maar we lichten er enkele centrale zaken uit. Allereerst het aspect van vervreemding. Daar begint het betoog mee. Met de vaststelling dat onze samenleving vervreemd is van het Bijbelse begrip offeren. Offeren is raar. Een God die bloed wil zien? Dat bestaat toch niet? Dat kun je echt niet verkopen. En als we het woord offer gebruiken dan heeft dat een negatieve, donkere lading. Niet positief. Alleen orthodoxe christenen hebben iets met het begrip offeren. En zelfs voor hen is het lastig. De vraag is: als dat zo is, hoe kunnen we dan niet-christenen hiermee bereiken? Vanuit die vraag wordt dan het betoog verder uitgewerkt. We stellen vast dat die vraag typerend is voor de zogenaamde nieuwe hermeneutiek. In het vorige nummer van Is dat nodig? Omdat de wereld van Gods Woord vervreemd is? Dan maar aanpassen? Vergeten wordt hier dat het het òngeloof is dat vervreemdt van Gods Woord! De schrijver stelt dat ons beeld van Christus offer, kort gezegd verzoening door voldoening, zo niet in het Nieuwe Testament terug te vinden is. Zulk spreken zou ontstaan zijn in de Middeleeuwen, toen het sacrament van de boete werd ingevoerd. Het is een juridische vorm van benadering van het lijden van Jezus. (De schrijver maakt verschil tussen taalvelden, je kunt juridisch spreken over het kruis maar ook cultisch, los van elkaar; het gaat te ver om dat hier uit te werken). Het is een theologisch-historische ontwikkeling. Een Middeleeuwse constructie. Een buitengewoon ernstige redenering. Verzoening door voldoening? Slechts een idee. Een Middeleeuwse ontsporing. In de historie helaas gangbaar geworden. Daartegenover belijden wij, in art. 21 NGB: Met vele tekstbewijzen. We wijzen op Hebr. 9:22: De Heidelbergse Catechismus spreekt de Schrift na in Zondag 16, antw. 40: Dàt is verzoening door voldoening. Dàt is het karakter van Christus offer! Dat is wat Gods Woord ons leert! Eenvoudig. Onaangepast. De boodschap voor de gelovigen van alle tijden en plaatsen. Zonder herinterpretatie voor de ongelovige en anti-gelovige mens van deze tijd. Burger meent zijn redenering te kunnen bouwen op Bijbelse gegevens. Jezus offer zou geen offer zijn in strikte, oudtestamentische zin. Want Hij was geen levitisch priester. Een buitengewoon vreemde redenering. Onze Here was welk degelijk priester. Nee, niet levitisch, niet naar de orde van Aäron. Maar meer. Hij was priester naar de orde van Melchizedek. Juist omdat hij meer was, Hogepriester naar de orde van Melchizedek, voor eeuwig, kón Hij ook Zichzelf offeren. Het is niet mogelijk om alles in dit hoofdstuk te bespreken. Om duidelijk te maken wat volgens dr. Burger dan wèl de betekenis is van het offer van onze Here, geven we enkele citaten uit het vervolg. Dat offer bestond uit een volledige toewijding aan God: hij heeft helemaal Gods wil gedaan, en zo mensen definitief aan God toegewijd. (pag. 58). Door zijn offer heiligt Jezus zichzelf en wijdt hij zich aan God; het effect is dat wij geheiligd en aan God gewijd worden. (idem). Die volkomen toewijding van Jezus aan zijn Vader om zo zijn missie te volbrengen, dát is Jezus offer. (pag. 59).
Onlangs, eind 2014, verscheen er een belang-wekkend boekje over de betekenis van Jezus kruisiging. De titel van het boekje luidt: Metafoor
Verrassing en model
Schrijfstijl
Vervreemding
Middeleeuws
Bijbels belijden
Priester
Levenswijding
Zijn missie: om ons weer in contact met de Vader te brengen. In die missie, in zijn volkomen toewijding, was Hij trouw. Zo trouw dat Hij ervoor vermoord werd. En, wonderlijk, dan blijkt God die moord ten goede te keren, dan komt daar nog iets goeds uit voort.
Die levenswijding, daar moeten wij ons aan spiegelen. We zijn in staat onszelf met hem te identificeren. Dat zou dan de verklaring zijn van Rom. 13:14: Maar doet de Here Jezus Christus aan
Zo zouden wij ook ons leven moeten wijden aan God.
Cruciaal
We gaan het nu kort samenvatten. Verzoening door voldoening? Nee, dat is niet de betekenis van het offer van Christus. Die opvatting is slechts een theologisch model. Een uitwas uit de Middeleeuwen. Het offer van Christus bestaat alleen uit zijn volkomen toewijding aan de Vader. Daarom werd Hij gedood. Voor ons betekent dat, dat we ons met Hem kunnen identificeren. Door ook ons hele leven aan God te wijden.
Dat is wat dr. Burger hier beweert.
Wat blijft er hier nog over? Een plat, een leeg evangelie. Zonder hoop. Want we worden op onszelf teruggeworpen: we moeten ons blijkbaar met Christus identificeren. Dan gaan wij ook ons leven wijden aan God. Maar van voldoening door plaatsvervangend lijden en sterven is geen sprake meer. Dat is geen verlossing.
Het boekje heet
In het hoofdstuk van dr. Burger wordt, dat mag duidelijk zijn, de kern van de Bijbelse leer aangetast. Rechtstreeks in strijd met de Bijbel en met de belijdenis. Wie zo gelooft, kan niet meer zeker zijn van zijn behoud! Dat is de ernstige conclusie die we moeten trekken.
Zo is dit werk inderdaad cruciaal.
Het erge is ook dat dit uitgedragen kan worden door iemand die toekomstige predikanten bekend moet maken met de leer van de kerk! Ja, dat de GKv willens en wetens deze man een aanstelling geven als docent.
Zo wordt dit geluid van dr. Burger een dieptepunt in een treurige reeks: de opvattingen van dr. Doedens, al in 2000, van dr. De Bruijne, van dr. Van Bekkum, van prof. Douma (Gen. 1), van dr. Paas, en nu dan de opvattingen van dr. Burger. Dr. Burger geeft op zijn weblog een uitvoerige en ingewikkelde uitleg van zijn theorie. Maar terugnemen doet hij niet.
Geve de HERE in de GKv nog terugkeer naar Zijn Woord!