Gereformeerde geschiedenis
Stichting Leerplanontwikkeling Nederland (SLO) werkt in opdracht van het Ministerie van OCW. Zij houdt zich bijvoorbeeld bezig met de uitwerking van kerndoelen, het onderzoeken van allerlei zaken in het onderwijsveld en het vergelijken van methoden. Ook allerlei geschiedenismethoden zijn door deze stichting met elkaar vergeleken op de punten die de SLO van belang achtte. Belangrijk was dat de emancipatie van de vrouw naar voren kwam in de methode. Ook de homo-emancipatie moest een plek hebben. Verder achtte de SLO het bijvoorbeeld van belang dat uit de lessen duidelijk de opgaande lijn van de mensheid bleek. Uit de lessen moet blijken dat de mensen vroeger niet alleen primitief leefden maar ook primitief waren. Dat wil zeggen, onbeschaafd, dom, weinig ontwikkeld etc. En dat de mensheid steeds intelligenter geworden is, een opgaande lijn.
Wat is het verschil tussen een christelijke school en een niet-christelijke school? Waarin onderscheiden de scholen zich van elkaar? In het ene vak komt de identiteit van de school meer naar voren dan in het andere vak. Neem bijvoorbeeld geschiedenis. Hoe kinderen leren kijken naar de geschiedenis, wordt mede bepaald door de identiteit. Er wordt momenteel één christelijke geschiedenismethode voor de basisschool uitgegeven. Dat is Ministerie OCW
De veronderstelling dat sprake is van een opgaande lijn in de ontwikkeling van de mensheid, zie je bijvoorbeeld terug in het Hunebeddenmuseum in Borger. De poppen die gebruikt worden om mensen uit die tijd ten toon te stellen, zijn verwilderd, hun haar is één grote ragebol, op hun gezicht een veeg vuil. In de prehistorie (de tijd waarvan men zegt dat we niets op papier hebben) waren de mensen primitief. Dat zouden wij onze leerlingen niet graag willen leren. Zou Adam, die alle dieren een naam gaf die bij hen paste, die daarvoor de dieren moest observeren en kennen, dom zijn en wij intelligent?
Opgaande lijn
De veronderstelling van een opgaande lijn in de ontwik-keling van de mensheid heeft natuurlijk met de evolutie-theorie te maken. Alles wordt beter, zeggen veel mensen.
Maar dit wordt niet gezegd door mensen die de Bijbel kennen. Die weten dat de moraal van de mensen juist precies tegengesteld zal worden aan Gods wet. Die weten van wat allemaal voorzegd is in Openbaring.
Maar de seculiere geschiedenismethoden gaan uit van de evolutietheorie. Dat blijkt ook uit de indeling van het eerste tijdvak. Na de eerste miljarden en miljarden jaren, komt de tijd van de jagers. Daarna komen pas de boeren. De boeren komen omdat na zoveel tijd het klimaat warmer wordt en er daardoor ook andere planten en dieren komen. Vanwege die veranderingen in hun leefomgeving hoeven de jagers niet meer weg te trekken en kunnen ze als boeren de grond beplanten.
Willen wij onze kinderen dit leren? Wij weten toch dat Adam en ook zijn zoon Kaïn de aarde bewerkten?
Die opgaande lijn ziet men ook terug in de vrouwen-emancipatie. Daarom maakt het uit van wie kinderen informatie krijgen over Dolle Mina en Aletta Jacobs, omdat dit niet op een neutrale manier kan gebeuren. Het maakt nogal een verschil hoe de leerkracht erin staat: volgt hij de lijn dat we ondertussen uitgestegen zijn boven de beperkingen van de primitieve mens, die de mannenkracht nodig had om te jagen, waardoor de vrouw maar voor de kinderen moest zorgen? Of gaat de leerkracht uit van wat de Bijbel ons leert over de scheppingsorde en Gods werk daarin!
Horizontaal
Het maakt uit wie onze kinderen vertelt over de Verenig-de Naties, over haar doel en haar mensenrechten. Zo lezen de kinderen dat de VN na de Tweede Wereldoorlog is opgericht, om door overleg een derde wereldoorlog te voorkomen. In de methode
Eenzelfde insteek van 'samen maken we de wereld mooier' is te vinden bij de behandeling van de Tweede Wereldoorlog in methoden en/of projectbrieven. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen, van invloeden die op de kinderen af kunnen komen via de geschiedenislessen.
Christelijke geschiedenisles rijker
Als het goed is gaat het op een christelijke school anders. En dan niet alleen in die zin, dat er geen verkeerde invloeden door het geschiedenisonderwijs naar de kinderen toe komen. Dat er dingen niet gezegd worden. Maar ook dat er dingen juist wel gezegd worden.
Volgens
Geschiedenis op een seculiere manier gebracht, ademt de geest van de wereld. Invloeden die ook op andere manieren (samenleving, leeftijdsgenoten, televisie) op kinderen (en ook op de middelbare school op jongeren) afkomen, worden in de geschiedenisles versterkt. Je zou kunnen zeggen: de wereld valt hen ook in de geschiedenislessen aan. Op een christelijke school daarentegen, kan Gods grootheid, Zijn Koningschap en Almacht voor de kinderen zichtbaar worden. Op deze manier is geschiedenis een van de vakken waarin een christelijke school zich hoort te onderscheiden van een niet-christelijke school.