Sorry, u moet JavaScript inschakelen om de website te mogen bezoeken.
-A A +A

Catechismus

Jaargang: 
11
Datum: 
25 jan. 2017
Nummer: 
13
Schrijver: 
M. Oosterhuis-Sikkens
ID:
1707
Rubriek: 



Zondag 46

We gaan verder met het spreken over het gebed. De vorige keer hebben we je verteld dat je mag bidden tot God. En dat het bidden het belangrijkste is in de dankbaarheid. Vanaf deze Zondag bespreken we het gebed dat de Heere Jezus ons Zelf leerde. Vandaag beginnen we met de eerste twee woorden namelijk: Onze Vader. Waarom spreken we God zo aan en wat betekenen deze woorden?Lezen: Exodus 3:1-6Zingen: Psalm 103:5

Eerbied

Het is goed, voordat je begint met bidden, dat je beseft tegen Wie je gaat spreken. Het gebed is niet zomaar en gedichtje dat je zo even opdreunt. Nee, je gaat spreken met de trouwe Verbondsgod. De Hoogste Majesteit die er is.

Stel, koning Willem Alexander komt bij jullie langs op school om iets te bekijken. Als je dan met hem mag praten, zeg je niet zomaar alles. Je bereidt je goed voor. Hoe spreek ik hem aan? Wat zeg ik? Je mag niet brutaal zijn, het moet netjes.

Zo bereid je je ook voor op een gesprek met je hemelse Vader. Je gaat netjes zitten, je wordt stil. Je vouwt je handen en sluit je ogen. En dan begint je gebed.

Als je iets tegen iemand zegt, noem je eerst zijn of haar naam. Mamma, mag ik buiten spelen? Pappa, mag ik mee? Zo spreek je ook de Heere aan bij Zijn Naam.

Vroeger in de tijd van de Bijbel spraken de Israëlieten Gods Naam niet uit. Zij hadden het derde gebod over het ijdel gebruiken van Gods Naam verkeerd uitgelegd. Ze waren zo bang om hiertegen in te gaan dat ze verboden hadden om de Naam van God te noemen.

Jezus Christus vertelt de Israëlieten iets anders. Jullie mogen wèl Gods Naam noemen, noem Hem jullie Vader die in die hemelen woont!

Dit is wel iets bijzonders. We mogen de God van hemel en aarde onze Vader noemen. Net zoals je jouw vader, vader noemt. Je aardse vader zorgt voor jou. Hij doet zijn werk zodat er geld is om voor jou en je broertjes en zusjes te zorgen. Hij vertelt je over de Bijbel en over Gods daden.

De Heere God is je hemelse Vader. Ook Hij zorgt voor jou. Zo zongen we dit net ook in Psalm 103 vers 5.

Zoals een vader liefdevol zijn armen,

slaat om Zijn kind, omringt ons met erbarmen

God onze Vader, want wij zijn van Hem.

Vader

De Heere wil al in de eerste zin het kinderlijk gezag wekken. Dit betekent dat we vanaf de eerste zin van ons gebed gaan beseffen dat we met de God van het verbond spreken. De God die naar ons toe kwam met de beloften van Zijn verbond. We beseffen gelijk dat we Hem nodig hebben. En in de rest van ons gebed gaan we hierop verder.

God de Vader is wel anders dan onze aardse vader. Onze vaders hier op aarde zijn met zonden bevlekt. Ze maken fouten. Sommige vaders mishandelen hun kinderen zelfs. Maar onze hemelse Vader kan alleen het goede doen en wil ook al het goede voor Zijn verbondskinderen.

Maar, zul je denken, we hebben het toch helemaal niet verdiend dat Hij onze Vader is? Dat klopt. In elk gebed komen wij als zondige mensen voor Zijn troon. In elke gebed blijkt dat onze schuld groot is. In elk gebed zijn we schuldig. Maar door het verlossingswerk van Christus mogen we Hem toch Vader noemen. Doordat Gods Zoon naar de aarde kwam om voor ons te betalen en onze schuld weg te nemen, mogen we spreken tot onze Vader in de hemel. Jezus Christus heeft ons dat Zelf geleerd!

In de hemel

We roepen de Heere aan met de zin 'Onze Vader die in de hemelen zijt'. Dat laatste zeggen we erachteraan om goed te beseffen dat we niet tegen een vriendje of tegen onze aardse vaders spreken. We beseffen dat we tegen onze Vader in de hemel spreken.

We mogen van God niet aards en zondig denken, zoals de heidenen doen van hun goden. God is veel groter en machtiger dan wij. Hij woont niet in handgemaakte tempels. De Heere is zo groot en machtig dat Hij kan spotten met alle mensen die zich verzetten tegen Zijn wil (zie Psalm 2). Alle mensen die nu machtig zijn op aarde, denk aan ministers, presidenten, dictators, daar drijft Hij de spot mee.

De mogelijkheden van de Heere houden niet op bij ons verstand. Want onze aardse problemen bekijkt de Heere heel anders vanuit de hemel. Hij is de machtige Schepper van hemel en aarde. We leren onze plaats kennen. Wij, nietige, zondige mensen tegenover de almachtige God. We proberen voordat we gaan bidden iets te beseffen van de grootsheid van de Schepper en van Zijn machtige daden. Tegenover Hem past alleen een eerbiedige houding. Denk aan de Heere die verscheen aan Mozes bij de brandende braamstruik. Mozes was vol eerbied en ontzag, hij trok zijn schoenen uit en verstopte zijn gezicht.

We krijgen van de Heere niet altijd wat we vragen. De Heere verhoort onze gebeden, maar wel zoals Hij dat wil. We spreken daar later nog over als we het hebben over 'Uw wil geschiede'. De Heere weet wat goed voor ons is, en soms is dat iets niet krijgen wat we wel graag willen hebben. Maar door gelovig te wachten en de Heere te bidden, laten we zien dat we het alleen van Hem verwachten. Wees dus niet bezorgd, maar vertrouw op je Hemelse Vader.

Verwerkingsvragen

1. Hoe mogen we God aanspreken in ons gebed?2. Wat is eerbiedig zijn?3. Waarom zeggen we 'die in de hemelen zijt'?4. Noem een groot verschil tussen aardse vaders en de hemelse Vader.5. Waarom mogen we God onze Vader noemen?6. Verhoort God alle gebeden?