Sorry, u moet JavaScript inschakelen om de website te mogen bezoeken.
-A A +A

Buiten de poort geleden

Jaargang: 
13
Datum: 
23 jan. 2019
Nummer: 
2
Schrijver: 
C. Koster
ID:
2123

Hebr. 13: 10, 11

”Wij hebben een Altaar waarvan zij die in de tabernakel dienen, niet bevoegd zijn te eten. Want van de dieren waarvan het bloed als verzoening voor de zonde door de hogepriester het heiligdom werd binnengedragen, werden de lichamen buiten de legerplaats verbrand. Daarom heeft ook Jezus, om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de poort geleden.”

Zijn altaar
“Wij hebben een Altaar.” Heb jij een altaar? In de tuin? In je buurt misschien? Nee toch? Ja, zegt de Bijbel. U heeft een altaar. Hoezo dan? Ons altaar is het kruishout van Jezus Christus. Een altaar, dat vele malen rijker is, dan welk altaar ook in heel het Oude Testament. Dat is zo mooi. Toen deze brief aan de Hebreeën geschreven werd, was die tempeldienst hoogstwaarschijnlijk nog gaande. De offers werden gebracht in Jeruzalem, de feesten gevierd. En de christenen in Israël deden daar niet aan mee. Ze stonden er buiten. Zij hadden geen altaar meer… Waren ze er dan op achteruit gegaan? Waren ze dan armer geworden dan de Joden? Moesten ze jaloers zijn op de Joden? Nee, zegt God. U heeft Jezus Christus, de Grote Hogepriester. Hij bracht het grote Offer op het altaar van het kruishout. Dat is vele malen rijker dan het altaar in Jeruzalem. Want Christus heeft eens en voor altijd al de zonden van Gods volk verzoend.

En van dit altaar van Christus mag je eten als je in Hem gelooft. U bent dus enorm bevoorrecht, christenen. Want ook al heeft u geen zichtbaar altaar meer, en offert u geen dieren, u heeft wel deel aan het offer van Christus. U mag één zijn met Christus, in zijn dood en opstanding! En vanuit zijn lichaam en bloed ontvang je door het geloof voedsel en drank voor je ziel! Daar alleen, bij Jezus Christus, is verlossing en verzoening te vinden. En nergens anders.

Zijn lijden
Waarom moest Christus dan lijden buiten de poort, zoals in onze verzen staat? Dat kruishout van Jezus Christus stond op Golgotha. De exacte plek van Golgotha is niet meer met zekerheid te zeggen. Maar één ding is wel zeker: Golgotha bevond zich buiten de stad Jeruzalem. Waarom? Welke bedoeling had God daarmee?

Het antwoord kunnen we vinden in Lev. 16, over de Grote Verzoendag. Onder andere moest op die dag de hogepriester een geitenbok slachten. En met het bloed van die bok moest hij de tabernakel of tempel heiligen. De rest van die bok was nog over. Dat mocht niet geofferd of gegeten worden, maar ze moesten het lichaam brengen buiten het tentenkamp van Israël. Daar moesten ze dat lichaam verbranden. Die bok had al de zonden van het volk op zich genomen. En door het verbranden van die bok gingen die zonden als het ware in rook op. Weg met die zonden. In de fik ermee. Heel tastbaar en zichtbaar mocht Israël zien: de HEERE bevrijd ons van onze zonde en schuld. De HEERE wil ons met zich verzoenen.

Dit aspect is vervuld door Christus. Buiten de legerplaats werd Hij gebracht. Buiten de poort moest Hij lijden en sterven. Al onze zonden heeft Hij op zichzelf geladen. Jezus Christus moest geofferd worden op het altaar wat God daar heeft laten plaatsen, buiten Jeruzalem, op Golgotha.

Zijn bloed
Op dat altaar, dat kruishout van Golgotha, gaf Christus zijn bloed. Dat was het doel van zijn offer. “Om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen.” Jezus Christus opent met zijn kostbaar bloed ons de weg tot de Vader. En dan heiligt Christus maar niet het heiligdom, of de tempel of het altaar, zoals dat gebeurde in het Oude Testament op Grote Verzoendag. Nee, Jezus Christus heiligt zijn volk. De gemeente van Jezus Christus is nu tempel van de Heere. Hij heiligt zijn volk, zodat ze voortaan allen priesters kunnen zijn! Niet slechts enkelen, die werkzaam zijn in de tempel. Nee, heel Gods volk, allen priesters, in dienst van de levende God.

Wat bijzonder! Wij zijn van onszelf niet heilig, wij zijn juist zondig. Maar Christus máákt je heilig door zijn bloed. Als je gelooft in Hem, dan ben je heilig! Christus gaf zijn bloed op het altaar, buiten de poort. Daarom mag jij steeds weer terugkomen bij Jezus Christus. Bij Hem mag je aankloppen. En zeggen: Heere, wilt U mij mijn zonden vergeven. Wilt U mij heilig en schoon maken, door uw bloed. Hij gaf zijn eigen bloed! Hij gaf zichzelf. Zo lief heeft Hij zijn volk. Zo kostbaar zijn Gods kinderen voor Hem. Je mag dan ook zeker weten: Hij zal het doen. Als ik Hem om vergeving vraag, Hij wil het geven!

Kijk, dit alles is zoveel rijker dan de offerdienst met dieren. Het leven met God vandaag, is een leven van overvloedige genade. Wij mogen zien op het altaar. Dat houten altaar, wat daar eens gestaan heeft op Golgotha. Zien op Christus. En dat is niet alleen vroeger, toen de heuvel Golgotha er nog was. Ook vandaag kan je in geloof zien op Jezus Christus. Door Bijbel te lezen en te bidden. En ook heel tastbaar, als het Avondmaal wordt gevierd in de gemeente. Door het geloof mag je dan eten van zijn vlees en drinken van zijn bloed, tot voeding en verkwikking van uw ziel. Opdat we, zoals we dat bidden aan het einde van de avondmaalsviering, dagelijks mogen toenemen in het ware geloof en in de gemeenschap met Jezus Christus. Zo is het altaar, het lijden en het bloed van Christus voor ons tot rijke zegen!