De ballingschap (1)
Een groot gedeelte van het Oude Testament staat in verband met de ballingschap van de Israëlieten. De ballingschap naar Babel. De rode draad in de Bijbel is bij veel gebeurtenissen wel bekend. Maar bij de ballingschap is dat wat lastiger te zien. Dit komt vooral doordat de Bijbelboeken die veel met de ballingschap te maken hebben, niet allemaal op chronologische volgorde in de Bijbel staan. En ook omdat de gebeurtenissen en profetieën veel Bijbelboeken omvatten. Denk bijvoorbeeld aan Koningen, Jesaja, Esther, Nehemia en Hosea. Daarom leek het me interessant en leerzaam om een paar artikelen aan de ballingschap te wijden. In deze artikelen willen we proberen om antwoorden te vinden op de volgende vragen. Wat is de lijn van gebeurtenissen rondom de ballingschap door de Bijbelboeken heen? Wat betekende de ballingschap voor de Israëlieten? En wat betekent de ballingschap vandaag de dag voor ons?
In dit eerste artikel wil ik het hebben over het koninkrijk Israël (het tienstammenrijk). Te beginnen bij de tijd ver voor de ballingschap. We zullen het hebben over de profeten die Gods Woord brachten en de ballingschap aankondigden aan Israël, en over de wegvoering in ballingschap van Israël naar Assyrië.
Het tweestammenrijk en het tienstammenrijk
Om de ballingschap van het volk Israël goed te kunnen begrijpen, moeten we eerst weten wat de situatie was van het volk Israël. We kijken hiervoor allereerst naar de boeken Koningen 1 en 2. Zoals je vast wel weet, is na de regering van koning Salomo het volk Israël opgedeeld in twee delen. Namelijk: in het koninkrijk van de stammen Juda en Benjamin (wat we Juda noemen) en het koninkrijk van de andere tien stammen (wat we Israël noemen). Hierbij bleef Jeruzalem, waar God woonde in de tempel, onderdeel van Juda. Later werd Samaria de nieuwe hoofdstad van het tienstammenrijk. Deze opdeling was een straf voor de afgoderij die Salomo bedreef (zie: 1 Koningen 11:9-13).
Israël, voor de ballingschap
Het koninkrijk Israël verviel al snel in afgoderij met de twee gouden kalveren die koning Jerobeam had geplaatst in Bethel en Dan. Door deze daad van Jerobeam komt Gods woord door de profeet Ahia in 1 Koningen 14:15 tot de koning:
De HEERE zal Israël treffen, zoals het riet in het water heen en weer zwiept, en Hij zal Israël wegrukken uit dit goede land, dat Hij hun vaderen heeft gegeven, en Hij zal hen verstrooien aan de overzijde van de rivier, omdat zij hun gewijde palen maakten om de HEERE tot toorn te verwekken.
Dit oordeel zal pas veel later in vervulling gaan. In de decennia die hierop volgen zijn een behoorlijk aantal koningen aan de macht gekomen in Israël. Na Jerobeam hebben 18 koningen elkaar opgevolgd of de macht van elkaar veroverd. Van de meesten wordt vermeld dat zij deden 'wat slecht was in de ogen van de HEERE'.
Het verval in afgoderij van het tienstammenrijk kunnen we vooral goed zien in het verhaal over Achab en Elia. Dit verhaal ken je vast wel. Achab was de zevende koning over het tienstammenrijk. Vanaf 1 Koningen 16:29 kan je in de Bijbel lezen over Koning Achab. Achab was een goddeloze koning en zette samen met zijn vrouw Izebel, Israël aan tot afgoderij.
Je kent vast ook wel de verhalen over de profeet Elia die het Woord van God bracht aan Achab en het volk in deze tijd. Na de gebeurtenissen op de Karmel en de bedreiging van Izebel aan Elia zag Elia het niet meer zitten. Hij dacht dat de situatie uitzichtloos was, dat er geen toekomst meer was voor Israël als het volk van God. Maar dan laat de HEERE hem weten:
Maar ik zal er in Israël zevenduizend overlaten, allen die de knieën niet gebogen hebben voor de Baäl, en allen van wie de mond hem niet gekust heeft.
(1 Koningen 19:18).
Er waren dus nog wel mensen in Israël die niet aan de massale afgoderij meededen!
Profeten in Israël, waarschuwing en oordeel
Tijdens het heersen van de koningen van Israël waren er, naast Elia, nog meer profeten actief in Israël. Ook profeten waar Bijbelboeken van zijn. Deze staan echter niet op chronologische volgorde in de Bijbel. Amos, Hosea en waarschijnlijk ook Micha hebben woorden van God gebracht die aan het tienstammenrijk gericht waren.
Het boek Amos geeft het oordeel over de zonden van Israël. Maar ook over het koninkrijk van Juda en de volken rondom Israël en Juda. Het boek sluit af met het bericht dat God uiteindelijk Israël zal bevrijden uit de aangekondigde gevangenschap.
Hosea spreekt net als Amos ook over de zonde van afgoderij van Israël, maar klaagt ook Juda aan. Het oordeel van de ballingschap wordt in Hosea voorzegd (zie Hosea 8). Maar ook de bevrijding van de ballingschap en terugkeer naar de dienst van God! (Hosea 11:8-11). Verder wordt in Hosea dringend opgeroepen tot bekering van de goddeloosheid.
Om de geschiedenis van de ballingschap van Israël te begrijpen is Hosea 2 nuttig om te lezen. Hosea brengt het woord van God, waarbij Hij een beeld gebruikt van een overspelige vrouw en haar man. In dit beeld is de vrouw het volk Israël en haar man is de HEERE. Zoals je zelf kan lezen, is dit beeld een hele duidelijke samenvatting van de geschiedenis van voor, tijdens en na de ballingschap. Het hoofdstuk begint met een aanklacht van de HEERE tegen Israël en de oproep tot bekering (vers 1). En in vers 2 en 3 volgt het oordeel als zij niet naar die oproep tot bekering luistert. In vers 7 wordt verteld over de ondankbaarheid van Israël. Ze geven God niet de eer van de goede dingen die zij van Hem krijgen in het door Hem beloofde land. Sterker nog, ze keren zich naar de afgoden en bedrijven op die manier overspel tegenover de HEERE. Daarom gaat de HEERE het volk straffen (vers 11,12)! En waarom? Om hen voorgoed te verdelgen van de aarde? Nee. De rechtvaardige maar ook zó genadige God zal zorgdragen voor het volk. Hen straffen, maar hen ook tot inkeer brengen en terugbrengen uit de ballingschap.
Dan zal Ik de namen van de Baäls uit haar mond wegdoen en aan hun namen zal niet meer gedacht worden.
(Hosea 2:16).
De HEERE zal het volk weer tot bruid nemen (vers 18)!
De profeet Micha vertelt over de schuld van Israël en Juda. Maar ook over de uiteindelijke verlossing uit de ballingschap.
Israël in ballingschap gevoerd
De laatste koning van Israël is koning Hosea (niet te verwarren met de profeet met dezelfde naam). Je kan over hem lezen in 2 Koningen 17. Koning Hizkia was koning over Juda in deze periode. Tijdens de regering van Koning Hosea gaat het rijk Assyrië heersen over Israël. Assyrië lag in het gebied waar nu het land Irak ligt. Koning Hosea verzette zich echter tegen deze onderdrukker. Vervolgens nam de koning van Assyrië, Samaria in en voerde Israël weg in ballingschap. Je kan hierover lezen in 2 Koningen 17:1-6. In de verzen die hierna volgen, worden de redenen gegeven waarom God Israël in ballingschap liet gaan. Onder de dingen die Israël verkeerd deed, wordt vooral gesproken over afgoderij. Het ging zelfs zo ver dat de Israëlieten hun kinderen offerden aan de afgoden! Er wordt ook gesproken over waarzeggerij, waar de Israëlieten zich schuldig aan maakten. De koning van Assyrië bracht, nadat hij het volk Israël naar zijn eigen land had gebracht, mensen van verschillende heidense volken in het land van Israël om daar te gaan wonen. Deze mensen worden later de Samaritanen genoemd, naar de stad Samaria in het land Israël. Je weet vast wel dat de Samaritanen, na de ballingschap, de Israëlieten veel moeiten hebben gebracht. Daar zullen we later nog wel meer over vertellen.
Wat nu?
Het volk in het tienstammenrijk bevindt zich in een nare toestand. Ze waren al afgesneden van de stam Juda en Benjamin. Zo konden ze soms moeilijker Jeruzalem bereiken vanwege conflicten tussen het twee- en tienstammenrijk. Ze hadden ook veel goddeloze koningen gehad. En nu zijn ze weggevoerd van hun land. Verder van het Heiligdom van God dan ooit tevoren. God heeft zich na vele waarschuwingen van hen afgekeerd vanwege hun zonden. Juda is dan nog niet weggevoerd, maar ook zij zullen later in ballingschap gevoerd worden. Maar we hebben ook gezien dat dit in Gods plan lag. Dat zagen we vooral mooi in het boek van de profeet Hosea. God zal zich niet blijven afzonderen van Zijn volk!
In het volgende artikel hopen we verder te vertellen over het tweestammenrijk, Juda. Over de gebeurtenis dat het in ballingschap is gevoerd en over de tijd van de ballingschap in Assyrië zelf.
Als bron voor dit artikel is de HSV-Studiebijbel gebruikt.