Sorry, u moet JavaScript inschakelen om de website te mogen bezoeken.
-A A +A

60 jaar televisie

Jaargang: 
5
Datum: 
23 nov. 2011
Nummer: 
42
Schrijver: 
Jaap Sikkens
ID:
945
Rubriek: 

In het Reformatorisch Dagblad is begin oktober aandacht besteed aan het jubileum van de televisie in Nederland. De televisie en andere media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. De krant deed verslag van diverse enquêtes en interviews gehouden onder de achterban of deskundigen. Wat kunnen wij daarmee?

Televisie 60 jaar

2 oktober 1951. Op die dag wordt de eerste televisie-uitzending gehouden. Enkele nu nog bestaande omroepen - VARA, KRO, NCRV en AVRO, - zijn de eerste zendgemachtigden. In dat jaar telt Nederland ongeveer 500 televisietoestellen.
2 oktober 2011. Het televisielandschap is veranderd. Naast de publieke omroepen zijn er ook commerciële stations bijgekomen – RTL, SBS, Veronica. 24 uur per dag zijn er televisieprogramma’s te volgen. Is het niet van Nederlandse stations, dan wel van buitenlandse stations. Miljoenen en miljoenen televisietoestellen zijn in de tussentijd verkocht en zijn in huis- en slaapkamers neergezet.

Werden in het begin tamelijk onschuldige programma’s uitgezonden, al gauw waren de eerste soapseries en de eerste blootscène een feit (1967). Maar ook dat werd gewoon. Voor het aantrekkelijk blijven van het “kijkerspubliek” moet het daarom steeds gekker. Porno, geweld en het letterlijk 24 uur per dag mee kunnen kijken in het leven van bepaalde mensen (reality-shows) moeten zorgen dat het volk aan de buis gekluisterd blijft.

Houding

Met de introductie van de televisie is ook het debat begonnen om de houding ten opzichte van dit medium te bepalen. Steeds is daar het dilemma: afwijzen of toestaan? Binnen de reformatorische hoek van “de gereformeerde gezindte” was en is totale afwijzing de gebruikelijke houding, en zelfs in sommige gevallen het bezit van televisie tuchtwaardig. Uit een enquête van het RD blijkt dat met name bij de Oud Gereformeerden afwijzen van de televisie nog aan de orde van de dag is. Vooral aan de linkerzijde (bijvoorbeeld de PKN) heeft bijna 100% van de ondervraagden een televisie.

Zestig jaar na introductie van de televisie en zestig jaar na het ontstaan van het debat over de houding van een christen tegenover de televisie, is de discussie nog steeds actueel. Echter, de discussie moet wel veel breder gevoerd worden. Immers, het is niet meer alleen de televisie, maar het is ook het internet (uitzendinggemist.nl) die in die discussie moet worden betrokken.

Treft ook ons

En die discussie gaat u, jou en mij niet voorbij. Is het soms niet heerlijk om loom en moe neer te zakken voor de buis om even lekker te ontspannen. En soms een mooie film kijken werkt toch juist goed om de gedachten te verzetten? Of lekker een potje voetbal kijken? En die soapserie is soms toch echt uit het leven gegrepen. Ach, hier en daar een vloek, maar ja, waar krijg je het nog zonder? Alleen de EO? Daar ben je toch ook gauw zat van? Met een beetje geluk worden de vloeken in de films niet vertaald, waardoor we ze niet in de ondertiteling hoeven lezen.

Gevaren

Met de overbekende woorden “niet van de wereld, wel in de wereld” houden we onszelf en elkaar regelmatig voor dat wereldmijding niet naar de Schrift is. Maar hoe staan we dan tegenover de televisie? Over de gevaren van de televisie en het internet hoef ik u en jou immers niets meer te vertellen? Bij de televisieprogramma’s en films komen ook de normen van deze wereld mee. En de normen van deze wereld, de normen van het volk van de vorst van de duisternis, staan antithetisch tegenover de normen Gods verbondsvolk. In plaats van de enige levende God de eer te geven gaat het om eigen eer, de mens totaal en alleen in het middelpunt, de mens als een afgod. In plaats van Gods naam niet te misbruiken wordt Zijn naam als krachtterm en stopwoord gebruikt. In plaats van de gezagsdragers de eer te geven worden deze uitgedaagd. In plaats van seksualiteit te beschouwen als de kroon op het huwelijk, seks gebruiken als publiekstrekker. En ga zo maar door.

En daarmee probeert de satan, de tegenstander van God, de leden van Gods volk te beïnvloeden. Alles kapot te maken met zijn bedriegerij en totale godloosheid. Wanneer we naar de televisie kijken of het internet opgaan, is dat gevaar ook voor ons reëel aanwezig. Gods norm geldt juist dan. En altijd! We hebben geen moment rust van de dienst aan de HERE.

Een weloverwogen, principiële keuze waarin volhardt moet worden, is daarom ook vandaag noodzakelijk. Hoe gaan wij om met televisie, internet en films? Wat wilt u voorleven aan uw kinderen, jong of al ouder? Hoe brengt u in praktijk dat u in het leven eigendom bent, niet van uzelf, maar van uw trouwe Heiland Jezus Christus?

Onze houding

Een totale mijding van de televisie is, zoals hierboven is beschreven, een mogelijkheid die ook door enkelen in interviews in het Reformatorisch Dagblad (bijv. RD 15 oktober 2011, pagina 13) wordt voorgestaan. Zij zien de televisie als groot gevaar, als vergif, dat niet te verenigen is met het bijvoorbeeld het ambtelijk werk of de opvoeding van kinderen. De mogelijkheid van het selectief kijken wijzen zij af. Selectief kijken is alleen kijken naar programma’s die verantwoord zijn. Vooraf wordt beoordeeld of een programma door de beugel kan. En wanneer het de toets van de kritiek niet kan doorstaan, programma weg of televisie uit. De genoemde dominees wijzen dit af omdat zij vinden dat je je zo op een hellend vlak begeeft. Immers, hoe vaak blijft de televisie toch niet aanstaan nadat het goede programma is afgelopen? En wie weet van tevoren precies wat het programma te bieden heeft? Het hellend vlak dreigt: je raakt aan steeds meer gewend en de norm vervaagt steeds meer.

Mijding onmogelijk?!

Totale mijding en selectief kijken zijn mogelijkheden. Een ander aspect is echter ook van belang. Overigens, wat betreft het internet is het gewoonweg onmogelijk om dit te mijden. De wereld waarin wij leven speelt zich nu eenmaal steeds meer af op het internet. En dat is precies het punt waarop dit artikel de aandacht wil vestigen. Want hoe dan ook, ook al doet u of doe jij thuis de tv uit, je wordt er toch met mee geconfronteerd. En wat te denken van uw kinderen? In het onderwijs komen ze hoe dan ook in aanraking met televisie en met het internet. Komen ze in aanraking met “cultuur” bij het vak culturele en klassieke vorming (CKV). Hoe dan ook horen ze vroeg of laat van bepaalde programma’s of uitzendingen. Zeker de jongelui snuiven sowieso iets op van wat door de media wordt voorgeschoteld.
In die zin is gewetensvorming juist van het grootste belang. Om zo voorbereid te zijn en de jeugd te voorbereiden op wat in de samenleving voorkomt en dat ook vanuit Gods Woord te duiden. Wanneer dan op een bepaald moment een principiële keuze gevraagd wordt, dan kan die ook gemaakt worden, vanuit het geweten. Vanuit de kennis en het besef van wat de HERE van ons vraagt.

Gewetensvorming

Geweten is het innerlijk besef van goed en kwaad. Maar hoe kun je dat nu vormen? Hoe kun je daar nu invloed op uitoefenen? In de Hebreeën-brief worden de lezers gewaarschuwd tegen verachtering in de genade. De lezers zouden geen vaste spijs, maar alleen melk kunnen verdragen. Zoals een baby alleen maar melk kan verdragen en nog geen vast voedsel, zo konden de lezers van de Hebreeënbrief nog geen diepgaande prediking verdragen. Door het gebruik van het vaste voedsel, van de diepgaande prediking, die uitgaat van Gods Woord, worden de zinnen, de zintuigen van de hoorder gescherpt. Ze worden als het ware verfijnd, en wel zo dat kan worden onderscheiden tussen goed en kwaad. Door de voortdurende prediking kunnen we onderscheiden wat wel of niet bij ons leven als levend dankoffer hoort (v&a 32).

Maar hoe breng je dit over op je kinderen? Dat vraagt in elk geval een consequent voorbeeld van de ouders, voortkomend uit een oprecht geloof. De kinderen merken aan hun ouders hoe zij in het leven staan. Ze merken haarscherp op de inconsequentie tussen leer en leven. Dat betekent dat wanneer er gevloekt wordt op de televisie, de ouders zonder zuchten de televisie uitdoen. Dat vraagt om de computer in de woonkamer, waardoor kinderen en ouders van elkaar kunnen zien wat wel of niet behoorlijk is. Dat vraagt om het wegdoen van films die niet goed zijn zonder spijt. Dat vraagt ook om het bieden van een alternatief voor het hangen voor de tv. Stimuleer om de krant te lezen, om een leesboek te pakken of om alvast het verenigingswerk of de catechismus voor te bereiden. Of met elkaar te ontspannen met een spelletje of door een creatieve hobby op te pakken.

Maar het zijn niet alleen de genoemde maatregelen als het feitelijk al te laat is. Als gebleken is dat wat we hebben gezien niet goed is, dán gaat-ie pas uit. Dán pas klikken we de site weg. Maar waarom doen we, als het al te vaak voorkomt dat de tv eigenlijk uit moet, de televisie niet gewoon weg? Waarom nemen we, als we merken dat we vaak moeten strijden, geen filternet?

Secularisatie

Ook van het gebruik van de afstandsbediening, het gebruik van de muis en van onze smartphones vraagt de HERE dat het totaal toegewijd is aan Hem. Dat wij ook die zonden, die misschien alleen wijzelf kennen, uit ons leven wegdoen en krachtig tegenstand bieden. Krachtig tegenstand bieden, dat is de geestelijke wapenrustig van God te gebruiken. Ons kleden met het pantser van de gerechtigheid. Aan onze voeten de bereidwilligheid om op de wegen van het evangelie van de vrede te gaan. In onze ene hand het schild van het geloof, waarmee wij ook de zeer gevaarlijke pijl van satan, de ver-wereld-lijking, afweren. En op ons hoofd de helm van het heil en het zwaard van het geloof in onze handen om satan en zijn boze engelen tegen te staan. De satan en de boze engelen die niet anders proberen dan om ook met de televisie en het internet, met hun bedriegerijen Gods kerk te vernielen en te verwoesten.

En bidt daarbij in de Geest, om volharding, om bekering, om vaardig te zijn in het leger van Christus mee te strijden. In eigen kracht kunnen we die geestelijke wapenrusting niet aan doen, laat staan die gebruiken. Stonden we alleen, we waren verloren. Maar in het verbond heeft God Drie-enig ons beloofd dat Hij ons tot levende leden van Christus’ lichaam wil maken. Dat maakt ons daarom moedig en dankbaar om ons leven doorgaand te reformeren, tot eer van onze almachtige hemelse Vader.