De wet


De God van het verbond heeft Zijn kinderen de wet van het verbond gegeven. Hij wil ons laten weten hoe we moeten leven. Het is een richtsnoer voor ons leven. Wij zondige mensen doen verkeerde dingen. De Here wil ons laten zien hoe we wel moeten leven. Vandaag gaan we jullie iets vertellen over het achtste gebod ‘Gij zult niet stelen.’ Lezen: Matteus 25:14-30
Zingen: Psalm 62: 5

Niet stelen


- Je ziet een euro op tafel liggen. Je pakt hem gauw en doet hem in je broekzak.
- Je krijgt teveel geld terug bij de kassa, je zegt niets en neemt alles mee.
- Je pakt thuis snoepjes uit de snoepkast, zonder dat je moeder het weet.
- Je kijkt bij een toets op school af bij je buurman.
Allemaal voorbeelden die je vast bekend voor komen. Het is allemaal diefstal. Bij stelen denk je misschien aan een inbreker of een overvaller. Deze mensen stelen inderdaad, en dat heeft God verboden. Maar denk nu eens aan de voorbeelden hierboven. Dat is ook stelen. Al denk je misschien dat het veel minder erg is. Toch zijn het zonden tegen het achtste gebod. De Here verbiedt het stelen en het roven maar Hij verbiedt ook alle boze plannen om iets van een ander in bezit te krijgen. Alleen de gedachte hieraan is al zonde.
Een winkelier moet echt een kilo suiker geven als iemand een kilo suiker betaalt. Een meter stof moet ook echt een meter zijn. Verkopers mogen geen bedrog plegen met gewichten en maten. Ze moeten eerlijk zijn. Ze moeten de ander geven waar die recht op heeft. Ook vals geld is verboden. Het werken met vals geld, valse gewichten en maten heeft als doel de medemens te benadelen, om er zelf rijker van te worden. Dat mag niet. Ook als jij iets verkoopt, een fiets bijvoorbeeld, dan moet je eerlijk zien. Je mag niet net doen alsof die fiets helemaal heel is en er veel geld voor krijgen, terwijl er iets kapot is. De koper komt hier dan later achter, maar jij hebt mooi veel geld gekregen! Dat is bedrog en dus ook stelen. Je moet juist je best doen om goed te zijn voor je naaste.

Puzzel


Hieronder staan 8 vragen over het Bijbelgedeelte dat je net hebt gelezen. Zoek het goede antwoord. Zet de letters achter elkaar. Welk woord lees je?
1. Waar ging de baas heen?
(i) naar buiten (k) naar huis (d)naar het buitenland

2. Wat kreeg de eerste slaaf?
(i) 5 talenten (b) 2 talenten (e) 1 talent

3. Wat kreeg de tweede?
(n)5 talenten (e) 2 talenten (i) 1 talent

4. Wat kreeg de derde?
(n) 5 talenten (v) 2 talenten (f) 1 talent

5. Wat deed de eerste slaaf ermee?
(e) verstoppen (r) opmaken (s) zaken

6. Wat deed de derde ermee?
(t) begraven in de grond (w) zaken (a) opmaken

7. Hoeveel talenten hadden de eerste en tweede slaaf toen de baas terugkwam?
(c) de helft (h) niets meer (a) het dubbele

8. Wat zegt de baas van de derde slaaf?
(t)hij is knap (l) hij is slecht en lui (i) hij is dom en slecht


1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.


Hebzucht


De Here verbiedt ook alle hebzucht. Hebzucht is dat je graag dingen wilt hebben. Je wilt steeds rijker worden. Daarom doen wij ook niet mee met loterijen. Een loterij is bedoeld om rijk te woorden. Mensen die een lot kopen, hopen een grote prijs te winnen. Ze doen mee uit hebzucht. Wij doen dit niet. Wij moeten blij zijn met de dingen die de Here ons heeft gegeven. Wij mogen natuurlijk wel werken en geld verdienen. Dat geld hebben we nodig om eten en drinken van te kopen. We krijgen dat geld van de Here. Hij geeft ons dat om van te leven. Hij wil dat we er dan ook goed mee omgaan. Als je later groot bent en zelf aan het werk gaat moet het dus ook niet zo zijn dat je steeds je best doet om meer te verdienen en meer te krijgen. Dat je door liegen en bedriegen het zelf beter krijgt. Je moet blij en dankbaar zijn met wat de Here jou geeft. Wat je krijgt van de Here moet je ook goed gebruiken. Kijk maar naar de knecht uit het verhaal dat je net gelezen hebt over de talenten. Je moet wat je krijgt van God inzetten voor de dienst aan Hem. Je hoeft niet al je geld weg te geven aan de armen of aan de kerk. Je mag best iets houden om zelf van te leven. Per slot van rekening heb je het daar voor gekregen. Toch moet je je geld niet verkwisten. Verkwisten is je geld uitgeven aan verkeerde, zinloze dingen. Je moet je geld ook gebruiken om anderen te helpen. Als iemand in de gemeente werkloos wordt en geen geld meer heeft om zijn kinderen eten te geven. Dan moeten zijn broeders en zusters hem helpen. Ze moeten iets van hun eigen geld weggeven. Zo is het ook als er een ramp gebeurt in de wereld. Wij als kinderen van God moeten ook die mensen helpen zoveel wij kunnen.

Rentmeester


Een rijke baas uit Israël gaat op reis en geeft zijn diensknechten een deel van zijn bezit, zo kon je lezen in Matteus 25. Als de baas terugkomt vraagt hij aan elke knecht wat hij met zijn bezit heeft gedaan. Heeft hij er goed voor gezorgd? Zo is het ook met deze wereld. De wereld is van de Here God. Hij geeft het aan ons om van te leven, maar het blijft van Hem. God is de baas, en de mens is rentmeester. Een rentmeester is iemand die ergens op moet passen. Zo moeten wij op de aarde passen. Jij hebt ook een deel van de schepping gekregen. Jij hebt je lichaam gekregen maar ook zijn er andere mensen, dieren en planten om je heen. Dit zijn allemaal schepselen. Zelfs je verstand, je talenten, je tijd is van Hem. Ga je hier goed mee om? Je moet alles wat je van Hem hebt gekregen inzetten voor Hem.

Opdracht


In het artikel hier boven staan moeilijke woorden. Weet jij wat deze tien woorden betekenen? Zoek bij de uitleg de volgende woorden: benadelen, medemens, hebzucht, gewichten, bedrog, rentmeester, verkwisten, werkloos, talenten, schepselen.

Geen werk hebben.


Je geld aan onzinnige dingen.


De mens die naast je leeft.


Niet de waarheid spreken.


Alles wat de Schepper gemaakt heeft.


Steeds meer willen hebben.


Zorgen dat iemand het slechter krijgt.


Dingen waarmee je kunt wegen hoe zwaar iets is.


Niet de eigenaar maar iemand die ergens voor mag zorgen.


Iets wat je goed kan.