Bij de oorspronkelijke tekst zorgvuldig blijven (3)


Derde deel van de tekst van een inleiding over Bijbelvertalen, gehouden voor de gemeentevergadering van De Gereformeerde Kerk te Zwolle e.o.

Letterlijk


Ook de keuze van een vertaalmethode is belangrijk als we het hebben over de betrouwbaarheid van een vertaling.
Allereerst is er de idiolecte of letterlijke vertaling. Woord voor woord wordt hierbij overgezet. Daarbij wordt verder gewoon de woord- en zinsbouw van de oorspronkelijke taal gevolgd. Dat geeft een merkwaardig resultaat. Een taal bestaat niet alleen uit woorden maar ook uit taalregels. Als je vertaalt van de ene taal naar de andere, dan moet je ook die verschillende taalregels in rekening brengen. Anders ontstaat er iets heel nieuws: woorden uit de ene taal, gebruikt in de taalregels van de oorspronkelijke taal. In de idiolectische methode gebeurt dat dan ook. Daardoor ontstaat er een heel eigen geheel. Maar het is geen Nederlands. Het is vaak vervreemdend en verwarrend. Niet geschikt om te gebruiken in kerk en gezin. Dergelijke vertalingen worden dan ook vooral gebruikt voor studiedoeleinden en verschijnen meestal in een heel kleine oplage.

Concordant


Een tweede vertaalmethode is de formeel-equivalente of concordante methode.
De gebruikers van deze methode willen ook zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst blijven. En waar dat kàn letterlijk vertalen. Uit gelovige eerbied voor het Woord van God. Maar tegelijk willen ze ook goede Nederlandse zinnen maken. De Bijbelvertaling moet wel leesbaar zijn in de Nederlandse taal. Ze blijven heel dicht bij de oorspronkelijke tekst maar maken wel goedlopende en begrijpelijke zinnen. Zodat de boodschap van de Bijbel goed overkomt. Equivalent betekent gelijkwaardig. Gelijk van betekenis. Formeel-equivalent wil dan zeggen: vanwege het eigene van de Nederlandse taal kunnen we niet altijd letterlijk vertalen maar we kiezen dan voor een woord, een begrip, een zin, met dezelfde betekenis. We gaan niet interpreteren of inlezen maar laten zo het Bijbelwoord gewoon staan.
Deze vertaalmethode wordt ook wel “concordant” genoemd. Dat betekent overeenstemmend. Het wil zeggen dat een woord uit de grondtekst op alle plaatsen waar dat woord voorkomt overeenstemmend wordt vertaald. Voor een bepaald woord dat in Genesis voorkomt maar ook in de Evangeliën en ook in één van de brieven wordt dan steeds ook in het Nederlands hetzelfde woord gebruikt. Dat maakt het mogelijk om te zien dat bijv. in het Nieuwe Testament veel teksten uit het Oude Testament geciteerd worden. Schrift met Schrift vergelijken blijft mogelijk, ook voor de bijbellezer die geen Hebreeuws en Grieks beheerst.
Belangrijk is ook dat in deze methode niet de taal en de taalkundige het laatste woord heeft maar de gelovige bijbelkenner. Daarom wordt soms gekozen voor een wat afwijkend Nederlands om de zuiverheid van de vertaling te behouden.
O.a. de Statenvertaling is vertaald volgens dit principe. Waar dat niet helemaal lukte of waar de vertaling toch onzekerheden opleverde werd dat door de vertalers uitgelegd in de kanttekeningen. Dat is één van die mooie dingen aan de Statenvertaling. Die moet je eigenlijk ook altijd gebruiken mèt de kanttekeningen.
Op die manier levert de formeel-equivalente methode, wanneer ook de juiste handschriften gebruikt worden, een zeer betrouwbare vertaling op. Ook de NBG 1951, de vertaling die wij gebruiken, is volgens deze methode vertaald maar gaat helaas wel uit van de zostraks genoemde Alexandrijnse minderheidsteksten. Bovendien is deze vertaling een interkerkelijk compromis. Hij is ook nooit kerkelijk geijkt maar min of meer geruisloos de kerken binnengekomen.

Dynamisch/equivalent


Maar dat terzijde. Een derde vertaalmethode is de dynamisch-equivalente methode. Ook de benaming voor deze methode heeft het woord equivalent, gelijkwaardig, Dynamisch wil zoveel zeggen als bewegend, in beweging zijn, veranderend, wisselend. En dat geeft al aan wat één van de kenmerken van deze methode is: niet altijd worden dezelfde woorden en zinnen op dezelfde manier vertaald. Dat is wisselend. Dat hangt af van de bedoeling van de tekst. De “doeltaal”, in ons geval het Nederlands, hoeft niet gelijk te zijn aan de “brontaal”, de oorspronkeljke taal. Er wordt niet gestreefd naar zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tèkst te blijven maar zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke bedóeling. En dat is totaal iets anders. Het gaat er niet om dat de bijbellezer van vandaag een zo letterlijk mogelijk vertaling in handen krijgt maar dat de lezer de bedóeling van het Bijbelwoord kan begrijpen, zodat hij op dezelfde manier kan reageren als de allereerste lezers of hoorders. De grote vraag is dan: wat is de bedoeling van een woord, een tekst, een hoofdstuk? Dat kun je alleen overbrengen door uitleggend te vertalen. Dat is dus meer dan alleen vertalen. En de dwalende en ongelovige theoloog geeft een andere uitleg dan de trouwe gelovige uitlegger. Deze vertaalmethode is dan ook gewoon onbetrouwbaar. O.a. Groot Nieuws is zo’n vertaling.

Functioneel-equivalent


Tenslotte kennen we de functioneel-equivalente methode. Hierbij wil men enerzijds zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst blijven. Maar aan de andere kant wil men recht doen aan de functie van de tekst. De gelezen Bijbeltekst moet dezelfde functie hebben als de oorspronkelijke tekst. Niet de oorspronkelijke bedoeling staat dus centraal maar de oorspronkelijke functie. Deze methode is o.a. gebruikt voor de Nieuwe Bijbelvertaling, die nu zo populair is. Het Nederlands Bijbelgenootschap gebruikt zelf andere woorden voor deze vertaalmethode: brontekstgetrouw en doeltaalgericht. Maar het is hetzelfde.

Tekstsoorten


Een kenmerk van deze methode is dat er veel aandacht is voor weergeven van de verschillende sóórten tekst: gaat het om een verhalend gedeelte of om een historische kroniek? Is het een profetisch woord of een gedicht? Is het een brief of een uitleg van de Wet? Is het oorspronkelijk geschreven in eenvoudige taal of zijn verheven, gewijde woorden gebruikt? Wat is de “couleur locale”? Wat is de “sfeer”? Het literaire aspect is heel belangrijk. En dat brengt met zich mee dat de taalwetenschap de overhand krijgt boven de bijbelwetenschap. Want ook als je deze vragen stelt ben je bezig met interpretatie, met uitleg. Het gaat om zaken waar je als wetenschapper over kunt verschillen. Doeltaalgericht gaat heersen over brontekstgetrouw.

Inclusief


Ook is een kenmerk van deze methode het zgn. “inclusief vertalen”. Inclusief vertalen wil zeggen dat, als je een woord gebruikt waar je iets mee bedoelt met een bredere betekenis, je niet dat woord letterlijk vertaalt, maar een woord zoekt waar die bredere betekenis in uitkomt. Als in de brieven van de apostelen gesproken wordt van “broeders”, dan is wel duidelijk, zo meent men, dat de hele gemeente wordt aangesproken. En dat dus bedóeld wordt “broeders en zusters”. De functie van “broeders” is het aanspreken van de broeders èn de zusters. De apostelen gebruiken het woord “broeders” alleen vanwege de cultuur van hun dagen. Dus wordt dat redelijk consequent vertaald met “broeders en zusters”. Dat is inclusief vertalen. In feite wordt daarmee de bijbeltekst toch tijdgebonden verklaard.

Eveneens belangrijk is dat in deze vertaalmethode ook het concordant vertalen is losgelaten. Hetzelfde woord in de grondtekst wordt niet steeds zoveel mogelijk op dezelfde manier vertaald. Dat is weer afhankelijk van de functie. En daarmee wordt o.a. Schrift met Schrift vergelijken sterk bemoeilijkt.

Menselijke uitleg wordt ook hier belangrijker dan Gods Woord gewoon laten staan. Vrijzinnigheid en schriftkritiek krijgen alle kansen. Vertalen volgens deze methode levert eveneens een onbetrouwbare en onbruikbare vertaling op. Gelovige Bijbelwetenschappers en taalkundigen zullen voor een andere methode moeten kiezen.

Doorgaande reformatie


Samenvattend: Als het gaat om een betrouwbare bijbelvertaling dan moet men “bij de oorspronkelijke tekst zorgvuldig blijven”. Dat leren we uit Gods Woord zelf.
Dat betekent dat bijbelvertaling of de keuze voor een bijbelvertaling 1e een kerkelijke zaak is, waarbij 2e de gelovige bijbelgeleerde het laatste woord heeft, en geloof gaat boven wetenschap, dat 3e betrouwbare grondteksten moeten worden gebruikt, en dat 4e een functioneel-equivalente of concordante vertaalmethode moet worden gehanteerd.
En we moeten daar nog aan toevoegen, als 5e eis: een bijbelvertaling om te gebruiken in de eredienst, in de gezinnen en voor persoonlijk bijbelgebruik moet ook goed leesbaar zijn.

Er zijn op dit moment allerlei bijbelvertalingen in omloop maar strikt genomen voldoen ze geen van alle aan de eisen voor een betrouwbare en goed te gebruiken vertaling. Groot Nieuws en de Nieuwe Bijbelvertaling zijn volkomen onbetrouwbaar. In onze kerken zijn de Statenvertaling toegelaten voor gebruik, nog altijd, en de vertaling van 1951, die we in ons kerkboek vinden. De Statenvertaling is het meest nauwkeurig en nog altijd onovertroffen. Maar die wordt steeds moeilijker leesbaar. Veel is te leren maar de taal van de Statenvertaling staat toch wel erg ver van ons af. De vertaling van 1951, die we nu gebruiken, heeft toch ook wel ernstige nadelen. En ook die taal is al niet meer zo gemakkelijk.
Doorgaande reformatie houdt ook in dat we ons als kerken en kerkleden over deze zaken buigen. We hebben ons vrijgemaakt om trouw te zijn aan Gods Woord. We belijden dat dat Woord het belangrijkste is in ons leven. Wat ligt dan meer voor de hand dan om ook steeds met dat Woord bezig te zijn? En ons daarbij ook te bezinnen op een goede, ja, op de beste vertaling?

Onderzoek


We zeiden al, op dit moment voldoet eigenlijk geen enkele vertaling echt aan de normen. Maar dan komt de Herziene Statenvertaling in zicht. Dat is een project van de Gereformeerde Bond in de PKN. Men hecht aan het behoud van de Statenvertaling, vanwege de vertaalprincipes. Dicht bij de grondtekst, concordant en uitgaand van de Bijbel als Gods geopenbaarde Woord. Die principes wil men recht overeind houden. Tegelijk wil men de leesbaarheid vergroten. Door verouderde woorden en zinsneden te vervangen door hedendaagse, en door fouten (ook de statenvertaling blijft mensenwerk) te herstellen. Er zijn inmiddels twee proef-uitgaven verschenen. Ze bevatten het hele Nieuwe Testament en een viertal Bijbelboeken van het Oude Testament. In de inleiding blijkt dat bij al het werk de eerbied voor de Bijbel als het eigen Woord van God voorop staat. En als we lezen in de proef-uitgaven, dan is de leesbaarheid goed, beter dan onze huidige vertaling van 1951. Daarmee is nu niet meteen alles gezegd. De hertaling is nog niet afgerond. Dat zal nog wel een jaar of twee duren. Hij zal ook kritisch onderzocht moeten worden. Maar er lijkt een goede kans dat de Herziene Statenvertaling aan de zojuist besproken normen gaat voldoen. Dat het een betrouwbare vertaling wordt, geschikt om ons geloof op te bouwen en om te lezen in kerk en gezin. Zorgvuldig blijvend bij de oorspronkelijke tekst. Waarbij niets afgedaan wordt en niets toegevoegd aan wat de Here openbaarde. En we moeten in de dienst van de Here toch altijd streven naar het beste? Daarom heeft de generale synode besloten een deputaatschap in te stellen om onderzoek te doen naar betrouwbaarheid en bruikbaarheid van die hertaling. Om, als het mogelijk is, ook op dit terrein de reformatie ter hand te nemen. Ten diepste tot eer van onze God.