Ef.2:8,9:
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; 9 niet uit werken, opdat niemand roeme.Voor wie is het behoud?
Paulus gaat in vers 8-10 de balans opmaken van wat in de voorgaande verzen is gezegd. “Want”, zo gaat hij verder en sluit hij aan op het voorafgaande. “Want, door genade zijt gij behouden.” Door genade. Dat is dus die rijke genade, die overweldigende genade, die in de voorafgaande verzen is aangegeven. Door die genade, waarin God Zijn grote liefde, Zijn innerlijke erbarming en Zijn overweldigende goedertierenheid in Christus heeft bewezen. Door die genade ben je behouden. Daardoor ben je in de toestand van de dood naar het leven overgebracht. Door die genade is er nu al het begin van het eeuwige leven en is er het vooruitzicht van eeuwige heerlijkheid straks. Dat alles is nu je “behoud”.
Maar voor wie is dan dat behoud door genade? Voor wie is die radicale verandering in zijn leven zodat het leven hier op aarde pas echt léven wordt? Zodat het leven nu al en straks in de hemel nog rijker heerlijke gemeenschap met Christus is? Voor wie is die overweldigende genade? Die grote liefde van God in Zijn Zoon, die innerlijke barmhartigheid, die schuldvergevende genade? Voor wie? Wat moet je daarvoor doen, om dit alles te mogen verkrijgen?Door het geloof
Paulus geeft het antwoord. Hij zegt: want door genade zijt gij behouden, door het geloof en dat niet uit u zelf. Paulus zegt daarmee: Alleen wie gelooft in Jezus Christus als je zaligmaker, als Degene die je behoudt van Gods toorn, en zo Christus en al zijn heerlijke schatten aanneemt, zal behouden worden. Door het geloof, dat de verlossing buiten jezelf zoekt!
Wat is dat geloven hier dan precies? Eigenlijk niet anders dan de genade en het daardoor bewerkte behoud aannemen. Zeggen: Here Jezus, ik was het niet waard dat u naar mij om zag. Ik kon geen enkele aanspraak maken op mijn redding, mijn verlossing door u. Ik was reddeloos verloren, maar o, hoe groot was en is uw liefde, dat u mij nu voor eeuwig geluk schenkt! Geloof is dat je dit niet alleen maar één keer zegt, maar telkens zegt.
Bij je geloof hoort dus ook dat je je realiseert wat hier werkelijk aan de hand is. Een werkelijkheid waarin door het geloof nu echt alles anders mag zijn dan vroeger. Dat geldt voor alle dagen van je leven. En dat mag je zéker weten.
Je bent dus behouden door het geloof. Dat houdt ook in, dat je alleen behouden bent wanneer je ziet dat jezelf ongeschikt bent tot enig goed, en dat je het zelf niet waard bent, dat God naar jou omziet. Dat behoud is er alleen wanneer je echt de vergeving van je zonden wil, door het bloed van Christus en door zijn opstanding en hemelvaart.
Je wordt dus behouden door het geloof. Het geloof in de genadige verlossing door de Here Jezus Christus. Het geloof in Hem.Niet van jezelf
Maar ook van dat geloof zegt Paulus: ook dàt is niet uit jezelf! Dat geloof, waardoor je je zonden erkent en waarmee je Christus als verlosser aanneemt, dàt geloof heb je óók van God gekregen. Hij heeft dat in je gewerkt door Zijn Woord en Geest.
Dat geloof is niet jouw werk. Roem daar niet in. Sta je daar niet op voor. Alsof je uit eigen kracht bent gaan geloven. Nee, het is het werk van de Heilige Geest die met Gods Woord je hart heeft veranderd, zodat je het Woord aannam en daarmee ook de Here Jezus Christus als je Verlosser.
Het geloof is alleen ‘de deur’, waardoor Christus met de door Hem verdiende verlossing binnenkomt. Het geloof is alleen ‘de open hand’ waarin je het behoud van de Here krijgt.
Maar zelfs die open deur en die open hand zijn niet jóuw eigen verdienste. Ook dat geloof is een gave van God. Een geschenk uit de hemel.
Dus àlles is genade. Je geloof èn je behoud. Het zijn allemaal genadegaven van God. God begòn met Zijn verlossing, Hij zal het ook voltooien in Jezus Christus onze Here. Hij alléén.Uitleggen
Hoe breng je dit over bij een ongelovige? Is dat geen moeilijke zaak? Ja en nee.
Ja: wij kunnen een ander het geloof niet geven. Dat kan alleen de Here. En daar komt bij dat het evangelie een dwaasheid is voor de wereld. Genade om niet, zonder een inspanning van onze kant, zomaar het eeuwig geluk te mogen krijgen. Door een God die Zichzelf ontledigde en aan het kruis hing voor ons. Toch niet geloofwaardig voor een weldenkend mens van deze tijd?
Inderdaad, daar is nu echt geloof
voor nodig, als gave van God. Geloof dat wij door onze zonde niet kunnen bedenken of opbrengen.
Maar tegelijk, is het voor ons moeilijk om het uit te leggen? Nee: het evangelie brengen mag toch voor ons niet moeilijk zijn! Want ons hart is er toch vol van? We zijn toch door dit heerlijke evangelie zó verrukt en worden er zó door beheerst, dat we aan niets anders meer kunnen denken. Alles ligt nu toch onder deze heerlijke werkelijkheid: ik ben verlost!, ik mag behoren tot Christus! Tot zijn rijk, tot zijn volk!
Dat vervult ons toch zó, dat wij het ook willen uitbazuinen. Mensen, hoor dit evangelie! Je kunt verlost worden, je kunt een totaal ander mens worden. Het echte geluk van eeuwige heerlijkheid en vreugde is voor wie het maar wil kennen en geloven. Je hoeft daar zelf niets voor te doen dan alleen maar aan te nemen. Dat staat in Gods eigen Woord!