Rom. 5: 3, 4:
En niet alleen (hierin), maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop;Zekerheid?
Romeinen 5 begint in vers 1 met een bijzondere rijke constatering, die elke gelovige mag nazeggen: Wij dan gerechtvaardigd door het geloof. Daarmee geeft Paulus de beslissende waarde aan van dat genadewerk van Christus. Hij noemt in verzen 1 en 2 de vruchten van genade die daaruit mogen voortkomen.
We zouden echter kunnen denken dat de daar beschreven rijkdom ons zou kunnen ontvallen. Dat het wel allemaal erg mooi lijkt: vrede - genade - heerlijkheid, maar dat de praktijk van het leven ons toch een andere les leert. En dat wij maar zwak zijn van onszelf en niet in staat om die geloofsrijkdom vast te houden. Wordt het geloof en het geloofsleven hier niet te mooi afgeschilderd? Ja, roemen, ons verheugen in de hoop op de heerlijkheid Gods willen we wel als we op de toppen van ons geloof staan. Maar hoe staat het dan als we het moeilijk krijgen? Als we geconfronteerd worden met zoveel afval, zoveel tegenstand, zoveel narigheid? En daarom ook wanneer we zoveel onmacht, zoveel zorgen ervaren? Buiten de kerk maar soms ook binnen de kerk. In de maatschappij maar ook in je familie en soms in je eigen gezin. En loop je ook zèlf niet steeds tegen je eigen onvolmaaktheid, zondigheid en zwakheid aan?
Trouwens wat zie je eigenlijk van die mooie vruchten? Van het “voordeel”, het “nut” van het geloof? Ja, je gelooft wel, maar is het geen wankele basis? Hoe houd je het geloof vast als het nog moeilijker wordt, als de kerk nog kleiner wordt, als er nog meer wordt geschamperd, gehoond. Als je nog meer haat en tegenstand voelt, leest en hoort. En bovendien, wie twijfelt er nu nooit?
De Here Jezus Christus wil in Zijn woord door Paulus al die twijfel wegnemen! Hij laat zien dàt er beproevingen komen en wáárom er beproevingen komen. Die beproevingen staan niet buiten de zekerheid van het geloof. Het zijn geen zaken, die daaraan vreemd zijn. Het geloof staat ook niet buiten het leven van alle dag. Maar er juist midden in. Nee, de Here gebruikt nu juist de beproevingen in dit aardse leven voor ons geloof! Om dat geloof extra zeker te maken.Roemen in verdrukkingen
Paulus stoot, geïnspireerd door de Geest van Christus, vanaf vers 3 door naar het diepe geheim van verdrukkingen en beproevingen. Dat diepe geheim komt in zijn betoog dat steeds dieper graaft, pas láter naar boven. Daarvoor moeten we dus nog even geduld hebben.
Hij zet opvallend genoeg wel direct de toon in van vreugde. Er is reden om te roemen in verdrukkingen. Hij zegt dat onze vreugde die we mogen hebben er niet alleen is door de hoop op de heerlijkheid straks. We roemen, we verheugen ons óók in verdrukkingen! We roemen dan niet ondanks die verdrukkingen of in die verdrukkingen, maar roemen over die verdrukkingen. Daar zijn wij verheugd over, daar geven we hoog van op!
Dat lijkt vreemd. Wie is er nu blij met moeiten?
Maar Paulus verduidelijkt direct:omdat wij weten dat de verdrukking volharding uitwerkt.
Nee, moeiten, verdrukkingen, zijn van zichzelf geen zaak om blij van te worden. God wil ons niet zien als harde koele mensen, die emotieloos zijn en geen echt verdriet uiten. Stoïcijnen. De Here vraagt niet van ons dat we geen pijn of verdriet tonen bij leed en moeite. Want ook als we die moeite en druk zien als tuchtiging van de Here, kunnen we dat zeker als pijn en verdriet ervaren. Hebr. 12:11 zegt daarvan:Want alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart te brengen,
doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid
De vreugde daarover komt pas als we zien wat de verdrukking heeft uitgewerkt, wat ze heeft voortgebracht. Paulus schrijft over die verdrukking die volharding uitwerkt, dat volharding op zijn beurt weer beproefdheid uitwerkt en beproefdheid hoop. Het een werkt het andere uit, brengt dat tot stand, is er het gevolg van. En het eindresultaat is hoop. We mogen ook zeggen: het eindresultaat is versterking van de hoop.
Hoop in de zin van zekerheid dat God Zijn beloften zàl vervullen. Bij waar geloof is er al hoop. Bij rechtvaardiging uit het geloof is er al hoop op de heerlijkheid Gods. De hoop op het eeuwige zalige leven met God en met Christus en met al de zijnen in de eeuwige heerlijkheid. Nu, die zelfde hoop wordt vaster, steviger, vuriger, door verdrukking die volharding en beproefdheid voortbrengt.
Hoe moeten we dat zien?Tuchtiging van de Here
Beproevingen zijn in zijn algemeenheid geen uiting van afkeuring van de Here. Maar ze zijn nu juist uiting van Zijn bijzondere zorg.
In Hebr. 12:7 staat: Als tuchtiging hebt gij dit te dragen: God behandelt u als zonen.
Als u zonder tuchtiging blijft, dan bent u bastaards en geen zonen.
(...) God doet het tot ons nut, opdat wij deel verkrijgen aan Zijn heiligheid".
De Here wil daarmee bereiken dat wij ons helemaal op Hèm richten in afhankelijkheid. Ons helemaal aan Hèm wijden in dankbaarheid. Hij wil ons louteren. Hij wil wegbranden waar we onszèlf mee dienen. Hij wil dat we een afkeer krijgen van onszelf en ons voor Hem verootmoedigen en onze verlossing alleen buiten onszelf bij Christus zoeken. Dáárom tuchtigt Hij ons. Opdat wij in de nood ons aan Hem en Zijn beloften vastklampen. En opdat we zien dat we het op eigen kracht niet kunnen. Opdat we onze eigen eer niet zoeken. En onze hang naar de zondige wereld zouden loslaten. Zo wil God dat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid. Dat we tonen dat we helemaal bij Hem horen.
Tegelijk is het een test: als je géén waar geloof hebt, dan zul je je teleurgesteld van de Here afkeren. Je was wel even enthousiast, maar je geloof had geen diepe wortels. Je zoekt het dan maar ergens anders. Of je maakt dan maar je eigen godsbeeld. Of de zorgen overmannen je, zodat je geloof verstikt. Beproeving gaat ook met verzoeking gepaard. De duivel probeert dan je geloof te ontroven.
Maar als je door Gods genade wel waar geloof mag bezitten, dan zul je door die beproeving volharding opmerken. Je bent erdoor dichter bij de Here gekomen. Dan heeft de verdrukking volharding uitgewerkt: je bent niet bezweken onder de moeiten, maar mag de Here vasthouden. En als dat zo verder in je leven doorwerkt, dan zie je steeds duidelijker: de Here heeft mij erdoor gebracht! Hij heeft mij er doorheen gedragen! Ik mocht in Zijn kracht de toets doorstaan! Zijn toets. Ik mag nu zien dat ik mijn geloof mocht behouden. Dat is de beproefdheid van vers 4.