Gods rijke genade (3)


    Rom. 5:2b ......en roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods.


Roemen in


Paulus wil zijn lezers bemoedigen en onderwijzen over de rechtvaardiging uit het geloof, het grote geheim van onze zaligheid. Hij doet dat door de gelovigen te verzekeren van de rijke vruchten die deze rechtvaardiging in zich draagt. Opdat ze hun geloof blijven vestigen op God, die Jezus hun Here uit de doden heeft opgewekt. Zo is dit evangeliewoord ook voor ons bedoeld. Opdat wij niet zouden verslappen. En van Hem zouden afdwalen.

Paulus voegt in vers 2b nog een heel belangrijk gegeven toe aan de rijke vruchten. Hij zegt nu dat wij door Christus ook roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods.
Het gaat hier niet zozeer om aansporingen, hoewel die er wel uit voortkomen, maar het accent ligt hier toch meer op de rijke vertroosting die het evangelie kenmerkt.

Roemen is een wat verouderd woord, we herkennen het vooral in ‘beroemd’ zijn. Roemen betekent: groot maken, hoog opgeven van, loven. De lof verkondigen bv. van Gods weldaden. Roemen in de hoop betekent dus: zo verblijd zijn door de hoop die wij mogen kennen dat we er niet stil over kunnen blijven, maar er hoog van opgeven, ja, erover juichen en jubelen.

Hoop


Hoop duidt in Gods Woord niet op iets onzekers. Zo van laten we hopen op betere tijden. Nee, hoop in de Schrift is een zekere, vaste verwachting dat we het zùllen krijgen. Hoop is de zekere verwachting op het goede van God. Zoals hoop op het eeuwige leven in volmaaktheid. Of hoop op onze opstanding naar het lichaam. Hoop op de eeuwige zaligheid. Hoop om altijd bij God te mogen zijn. Dat zijn allemaal vormen van hoop op de Here en Zijn beloften, die ons gelukkig maken. Die ons in staat van verrukking brengen, omdat ze zeker zijn.
Hoop versterkt ons geloof, waardoor we standvastig blijven en vol verwachting leven. Hoop doet leven, zeggen we wel eens. Nu, deze hoop doet ons in blijde verwachting leven, en daarom nu al in verrukking brengen, en daaraan uiting geven.

Hier gaat het om hoop op "de heerlijkheid van God". Wat wil dat zeggen? Waarom maakt die hoop ons zo blij? Het gaat hier om de toestand die er is als wij onze volkomen verlossing hebben bereikt. Het eindstadium van de volkomen verlossing waarvan de rechtvaardiging uit het geloof het begin is. De eindtoestand waarin de Here Jezus ons wil brengen, als Hij alles voleindigd zal hebben. Wanneer Zijn herschepping helemaal af is.

Heerlijkheid van God


Die hoop heeft betrekking op de heerlijkheid van God.
Paulus gaf aan in Rom. 3:23:
    Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.

Derven is missen, mislopen. Als je zondigt en in zonde leeft en daarom buiten God komt te staan dan loop je de heerlijkheid van God mis. Dan zal die heerlijkheid je ontgaan. Die heerlijkheid mocht Adam in zijn zondeloze staat kennen. Hij mocht die heerlijkheid van God ook weerspiegelen als beeld van God. Door de zondeval is dat aanschouwen en kennen verdwenen.
De Here Jezus Christus heeft ons weer Gods heerlijkheid getoond. Een heerlijkheid als van de Eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid (Joh. 1:14).
Slechts enkele zondige mensen, zoals de profeten Mozes, Jesaja, en Jeremia hebben bij hun roeping iets van de heerlijkheid van God gezien. Ook de herders in de kerstnacht, de apostelen Petrus, Johannes en Jacobus op de berg van de verheerlijking en Paulus op de weg naar Damascus hebben iets van de heerlijkheid van God mogen zien. Een glimp van de hemelse schittering van Zijn majesteit en heiligheid. Een glimp als voorbode van de staat van heerlijkheid die wij in zullen mogen gaan. Wanneer we Hem mogen zien van aangezicht tot aangezicht en Zijn stralende heerlijkheid zien en ervaren.

In de staat van onze volkomen verlossing – na de jongste dag - zullen we allereerst de heerlijkheid van God weer mogen zien met al onze lichamelijke zintuigen en met onze ziel, als het mooiste dat er te zien en te ervaren is. Dat zien is dan een bevestiging van de waarachtigheid van ons geloof. Als het uiteindelijke bewijs van het gelijk van de rechtvaardiging uit geloof alleen. Dan is het “derven” van de heerlijkheid Gods veranderd in het “zien en ervaren” van de heerlijkheid Gods!

Vreugde


Die heerlijkheid van God zullen allen definitief mislopen, die Gods eeuwig oordeel zullen moeten ondergaan in de buitenste duisternis. Maar allen die door Christus het ware leven ontvingen, mogen dan Gods heerlijkheid zien zonder enige bedekking, zonder enige vervorming of versluiering.
Die heerlijkheid zal op de Zijnen mogen komen, wanneer hun vernederde lichamen aan het verheerlijkt lichaam van hun Here Jezus Christus gelijk zullen worden. Dan zal God gezien mogen worden in Zijn glorie. Dan zal Hij ook zijn alles in allen. En mogen allen Zijn heerlijkheid weerkaatsen.

Als we dat geloven en die hoop bezitten, mogen we zeggen dat Hij daarom nu al onze vreugde is, ons lied. In Hem roemen en loven wij. In de hoop op Zijn heerlijkheid. In de zekerheid dat we Gods heerlijkheid als het mooiste dat er is, zullen mogen zien, ervaren, en weerkaatsen. Wat Paulus in Rom. 1: 17 schreef – met verwijzing naar Habakuk 2:4 -
    De rechtvaardige zal uit geloof leven
krijgt zo een diepe dimensie. Want dat leven betekent – als vrucht van de rechtvaardiging uit het geloof – niets minder dan het leven in de eeuwige heerlijkheid.
Dat geeft ons nu al een onuitsprekelijke vreugde.

In deze wereld die Gods heerlijkheid moet missen, mag deze hoop nu al ons leven beheersen. Een hoop die samenhangt met het uitzien naar de wederkomst van onze Verlosser die dan Zijn werk aan en in ons voltooid zal hebben.
Leeft u ook zo in die verwachting? In die hoop? In dat verlangen?