Gods rijke genade (9)


    Rom. 5:10 
    Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood Zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft;


Hij leeft!


Onze tekst verbindt de dood van Christus aan het kruis op Golgotha met Zijn leven nu in de hemel. Als we met Goede Vrijdag de dood van onze Heiland gedenken, mogen wij al van Zijn voortgang weten. Zijn kruisdood was niet het einde. Het kruis was onmisbaar voor Hem om door lijden heen tot Zijn heerlijkheid te komen. En na Zijn verlossingswerk op aarde te volbrengen, ook uitermate verhoogd te worden. Zijn kruisdood is ook onmisbaar voor ons om door Hem behouden te kunnen worden. Maar dat kruis was voor Christus vervolgens de basis voor Zijn verdere verlossingswerk.
Bij de gedachtenis aan Zijn dood mogen we daarom nu al weten dat Hij die dood geweest is, weer levend is geworden (Openb. 2: 8)!

Onze Here Jezus Christus, die ons heeft verzoend met God de Vader, leeft. Als de levende zal Hij alles wat Hij voor ons door Zijn dood heeft verdiend, ook tot werkelijkheid brengen. Zo is Hij als de levende bezig om dit alles rond ons, aan ons en in ons tot volheid te brengen: de gerechtigheid, het eeuwige leven en straks de heerlijkheid in volmaaktheid. Ook dat is een groot wonder van genade. Een wonder dat wij niet kunnen doorgronden. Een wonder dat we zullen moeten geloven en er daarom ook vast op vertrouwen.

Christus leeft, waar wij Hem nog niet zien. Hij die Zijn leven gaf voor ons, is opgestaan en leeft nu ook voor ons. Hij is in de hemel bezig om ons naar Zich toe te trekken (Joh. 14: 2,3; 17:24; V&A 49 HC).
Sommigen van ons die van ons zijn heengegaan, mogen nu al bij Hem zijn. In Zijn heerlijkheid. Maar voor ons die hier als gelovigen zijn, is Hij nog bezig.
Voor ons werkt Hij nog vanuit het door Hem gebrachte zoenoffer, om ons te heiligen en tot Zich te trekken.

De levende Middelaar


Onze Here Christus leeft en werkt nu als onze verhoogde Middelaar. Ja, wel nog steeds als Middelaar. Dat mogen we zien in Zijn huidige werkzaamheden als Koning, Hogepriester en Leraar.

De levende Christus zit aan Gods rechterhand als Koning van de wereld, als Hoofd en Leidsman van Zijn kerk. Hij heeft Zijn kerk als Zijn volk verlost uit het rijk van de satan. Hij wil Zijn volk nu ook bewaren bij de geschonken verlossing. En haar zo naar de eindbestemming te brengen.

Christus staat nu - zoals we al zeiden - aan de rechterhand van God ook als onze enige Hogepriester. Hij pleit daar voor ons. Hij wijst ook voor ons op Zijn offer gebracht aan het kruis.

Christus zendt ons als onze levende Hoogste Profeet en Leraar van bovenaf, op ons gebed, ook Zijn Geest, die ons dit alles leert en doet aannemen. Zijn Geest woont en werkt dan in ons. Hij staat ons als de andere Trooster bij bijvoorbeeld bij ons bidden (Rom. 8: 23, 26,27). Hij bewaart ons als de andere Trooster bij Gods Woord, bij het Evangelie. Door ons dat Woord te doen verstaan, om ons vruchten van geloof te schenken. En ons zo te louteren en te heiligen als verloste kinderen. En zo in dit alles gemeenschap te geven met onze Heiland Zelf. Ook dat behoort bij ons behoud dat de levende Christus vanuit de hemel uitwerkt.

Zo mag de Kerk van Jezus Christus zich onbeschrijflijk rijk weten met een Christus die in de hemel voor haar leeft, al pleitend als haar enige Hogepriester, al regerend als haar eeuwige Koning, al lerend en onderwijzend als haar hoogste Profeet en Leraar door Zijn Geest en door Zijn Woord.

Ons volkomen behoud


Dit evangelie wijst op een niet te overtreffen zekerheid: onze Heiland, die ons heeft verzoend, leeft! Hij werkt! Hij regeert en heerst! Dat alles doet Hij ook om de levens van de Zijnen naar hun eeuwig behoud te brengen, naar de volkomen verlossing. Naar het moment van niet te peilen overvloed aan liefde, genade, vrede en heerlijkheid. Als alle smet door Hem als de grote Middelaar zal zijn weggehaald. Elke zondige smet, elk gevolg van de zonde.

Ons volkomen behoud houdt in dat we met volmaakte ziel en een volmaakt lichaam, verenigd in de hemelse heerlijkheid mogen leven met onze God. Van aangezicht tot aangezicht.
Wat een vreugde zal het zijn als onze levens dan gaaf en vol mogen zijn in Gods heerlijk licht. Wanneer werkelijkheid zal zijn geworden dat alle tranen van onze ogen zijn afgewist, dat de dood niet meer zal zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite. Als de eerste dingen van deze aarde en van deze zondige wereld voorbijgegaan zijn. En Christus alle dingen nieuw heeft gemaakt. En elke dorstige gegeven is uit de bron van het water des levens om niet.

Naar dat volkomen behoud mag ook nu al ons hart uitgaan. De volkomen verlossing die in Christus zekerheid mag zijn. Want de Here zei Zelf vanaf Zijn troon in Openb. 21: 7:
    Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal Hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn.


Zo is het volkómen behoud: helemaal terug in het eeuwige verbond met onze God. Volmaakt, gaaf, zonder enige afstand, zonder enige belemmering of hindernis, smet of gebrek. Alles is dan overwonnen door Christus, onze Here, op basis van Zijn offer als de enige grond van ons heil. Alles is dan overwonnen door Zijn macht als verhoogde Koning. Alles is dan overwonnen in de kracht van Zijn Geest.

De zekerheid van dit alles ligt – zo schrijft Paulus in dit vers – ligt in het geheim dat wij toen wij vijanden waren, door Christus verzoend zijn, aan het kruis van Golgotha.