Droomkerk?


Van een lezer van artikelen in De Bazuin die een abonnement heeft op Visie, het RTV Magazine van de Evangelische Omroep, kreeg ik het nummer van 5 t/m 11 maart aangereikt. Dat is een themanummer over de kerk, met de titel: ‘De kerk & ik’.
Dat vraagt om aandacht. Een omroeporganisatie die gedurende een week de kerk als onderwerp van behandeling kiest. Temeer daar het een omroeporganisatie betreft die zich evangelisch noemt. Dat wekt verwachtingen. Want het woord ‘evangelie’ betekent ‘blijde boodschap’, en de inhoud van die blijde boodschap is de vergeving van zonden en eeuwig leven.
Welke mening zullen we in het blad Visie aantreffen?
Wat is de roep van deze omroep over de kerk?

Uiteenlopende visies


De voorpagina geeft een grote foto van een jong meisje en vijf kleinere foto’s van volwassen mensen. Met daarbij in grote letters de woorden: De kerk & ik.
Het eerste artikel gaat over een jongere die tot geloof gekomen is. Verder treffen we aan een thema-artikel waarin gezocht wordt naar de kern van de kerk. De eerste vraag in dat artikel is: ‘Wat maakt een kerk een goede kerk?’ Met deze vraag wordt in feite de vraag gesteld wat een kerk tot ware kerk maakt.
Verder een fotospecial met tien foto’s van verschillende mensen die lid zijn van verschillende religieuze gemeenschappen, zoals de Gereformeerde Gemeente, Leger des Heils, een evangeliegemeente, Russisch-Orthodoxe kerk, Roomse kerk, een immigrantengemeente, een huisgemeente, een Remonstrantse Broederschap. Elke gefotografeerde persoon zegt iets over het genootschap waar hij of zij lid van is. De vrouwelijke predikant van de Remonstrantse Broederschap voelt zich daar thuis vanwege de vrijheid en nieuwsgierigheid naar andersdenkenden.
Voorts is er een artikel met een dubbelgesprek over wel of niet geloven. En verder een artikel dat speciaal op jongeren is gericht met als insteek de stelling: ‘Een kerk die jongeren niet aanspreekt, trekt de stekker uit zichzelf.’ Het blad Visie geeft een verzameling van uiteenlopende visies.
Het geheel wordt voorafgegaan door een redactioneel artikel waarin staat dat de redactie stil wil staan bij de betekenis van de kerk voor mensen van nu. Daarbij de stelt de redactie enkele vragen, bijvoorbeeld, waarom gaan de mensen naar de kerk, of juist niet? Van welke kerk dromen ze?
Om die laatste vraag te beantwoorden is aan twaalf meer of minder bekende christenen de vraag voorgelegd: ‘Wat is uw droomkerk?’ De antwoorden zijn op diverse plaatsen in het weekblad vermeld.
Op de vraag ‘wat moet er in de kerk gebeuren?’ geeft de redactie als visie een uitspraak van Bonhoeffer: ‘Bidden, het goede doen en wachten op Gods uur.’ We constateren dat in dit antwoord naar het vinden van de goede kerk, of anders gezegd de ware kerk, helaas een verwijzing naar Gods Woord ontbreekt.
Al deze visies overziende blijven de vragen: Wat leert Gods Woord ons over dromen? En wanneer doen we het goede in de keuze van de kerk?

Dromen


Wat is een droom? Met dromen bedoelen we in het dagelijkse spraakgebruik het ontvangen van een voorstelling tijdens de slaap. De inhoud daarvan kan heel verschillend zijn.
Het woord droom kent ook nog een andere betekenis. Dan wordt het gebruikt om iets heerlijks of iets prachtigs aan te geven. Bijvoorbeeld een droomjurk, dat is dan de jurk van je dromen, dat is de jurk die iemand het allermooiste vindt. Met deze betekenis van het woord droom zal ook het woord ‘droomkerk’ gebruikt zijn. Want bij elk van de twaalf gegeven omschrijvingen van de droomkerk geeft elke geïnterviewde aan hoe hij de kerk het liefste ziet, met enkele woorden wordt een ideaalbeeld neergezet. In de uitspraken bestaat een grote diversiteit. Opvallend is dat in al de antwoorden er maar één keer naar het Woord van God wordt verwezen. Dat is teleurstellend. Want als we het woord kerk gebruiken, dan hebben we het toch over het volk van God. En we hopen toch dat de burgers van dat volk het Woord van hun God kennen en daarnaar willen leven.

Dromen in het Oude Testament


Dromen zijn zo oud als de mensheid. Ook in het Oude Testament horen we daarvan. Daar wordt ons geopenbaard dat de HERE de droom soms gebruikt om aan mensen een openbaring van zijn wil te geven en ook wel om gebeurtenissen aan te kondigen.
In Numeri 12: 6 verklaart de HERE dat Hij Zich aan een profeet bekend maakt in een gezicht en in een droom tot hem spreekt. Dat blijkt onder meer in Genesis 28: 12, we lezen daar dat Jakob in Bethel droomde dat een ladder was opgesteld op de aarde waarvan de top tot in de hemel reikt. Het was God Die hem op buitengewone wijze een droom liet dromen om hem enige verborgen en heilige zaken te openbaren. In Genesis 20: 3 lezen we dat God ’s nachts in een droom kwam tot Abimelech, de koning van Gerar, en aan hem zijn wil openbaarde. Hieruit blijkt dat God Zich vroeger openbaarde in dromen, niet alleen aan de Zijnen, maar ook aan hen die vreemd van zijn volk waren; en dat deed Hij dan altijd ten beste van Zijn volk. Dat blijkt ook uit Genesis 31: 24 als Hij ’s nachts in een droom Laban waarschuwt om met Jakob niet ten goede of ten kwade te spreken, want Laban mocht Jakob niet afbrengen van zijn reis naar Kanaän; hij moest Jakob zijn reis laten voortzetten. En in Genesis 40: 8 wordt ons verhaald van de dromen van de schenker en de bakker en wordt ons geopenbaard dat de uitlegging daarvan een zaak van God is. In Genesis 41: 16 gaat het om de uitleg van de droom van Farao. Dan wordt ons weer geopenbaard dat de uitleg van God komt. Dat zien we ook bij de dromen van Nebukadnezar, Daniël 2 en 4.
Uit deze voorbeelden mogen we de conclusie trekken dat de HERE God de droom gebruikte om Zijn wil te openbaren aan mensen, met het oog op het welzijn van Zijn kinderen.

Profeteren in het Oude Testament


De mensen die het Woord van God helder kennen en daarvan aan anderen vertellen noemen we profeten. Dat kan een mens alleen maar als hij daarvoor de gave van de Heilige Geest heeft ontvangen. Dat kwam ook in het Oude Testament al tot uiting. Alleen was deze gave toen nog niet gegeven aan iedereen die tot het volk van God behoorde. Dat blijkt uit Numeri 11: 29, daar spreekt Mozes de wens uit dat toch het gehele volk van de HERE profeten mochten zijn doordat de HERE Zijn Geest op hen gaf. Mozes slaakt deze verzuchting als Jozua aan hem vraagt om aan Eldad en Medad te verbieden om te profeteren in de legerplaats. Mozes denkt in zijn antwoord aan Jozua niet aan zijn eigen positie. Het gaat hem alleen om de eer van God en om het heil van zijn volk. Hij wenst dat allen de gave van de Geest zouden krijgen, zonder onderscheid van persoon, afstamming, ambt of positie. En dat dit mogelijk zou zijn, daarvan was Mozes overtuigd, wanneer God zijn Geest maar op allen wilde geven.
Hieruit leren wij dat de gave van het profeteren enkel en alleen afhankelijk is van de vrijmachtige beschikking van God.
God bouwt Zijn volk door het bekend maken van Zijn Woord. Op zijn tijd, aan wie Hij wil en wanneer Hij wil.

Profeteren en dromen in het Nieuwe Testament


In het Nieuwe Testament lezen we nog meer over profeteren en dromen. Dat is in Handelingen 2: 17. De situatie is daar dat de leidsmannen van het volk Israël kort tevoren het Hoofd van de kerk door de kruismoord om het leven hebben gebracht. Gods volk was in een diep verval. De kerk verkeert dan in een crisis. Hoe moet dat nu verder?
Gelukkig is de HERE trouw aan Zijn verbond. Hij blijft zijn Woord geven. En dat zelfs in veel ruimere mate dan in vroeger tijden. De apostel Petrus zegt dat helder en duidelijk tot de Joden. En voegt daaraan nog toe dat het woorden van God zijn. Dat deed hij met de bedoeling dat het heel duidelijk zou worden dat herstel van de kerk alleen mogelijk is als zij door de Geest van God vernieuwd zouden worden.
Dat wisten de Joden wel. Uit de profetie van Joël (2: 28-32) wisten zij van de heerlijke belofte dat de Heilige Geest zou komen over allen die tot het verbond behoren over de gehele aarde. Het begin daarvan maakten zij mee op de eerste Pinksterdag na de kruisdood, opstanding en hemelvaart van Jezus Christus. In Handelingen 2: 4 wordt ons immers meegedeeld dat allen die tezamen bijeen waren vervuld werden met de Heilige Geest. Zij spraken van de grote daden van God (Hand. 2: 11); dat betekent dat zij profeteerden. Zij allen. En Petrus vertelt aan iedereen dat dit de vervulling is van de profetie die de HERE door Joël honderden jaren eerder aan Zijn bondsvolk gegeven had.

Gods openbaring voor al zijn kinderen


De kerk is op een omslagpunt aangekomen. De Gave van de Geest komt tot allen die de Here Jezus volgen op Zijn Woord. Vanaf nu gaat het evangelie, die blijde boodschap van vergeving van zonden en eeuwig leven, de wijde wereld in. En al Gods kinderen mogen daaraan meewerken. Dat zijn zij die de roep van Christus om tot Hem te komen, in een waar geloof aannemen.
Petrus getuigt daarvan. Hij zegt het onomwonden. De gave van de Geest wordt uitgestort op alle vlees. Zowel op jongelingen als grijsaards, zowel op mannen als vrouwen. Hiermee gaat de uitroep van Mozes, voor ons opgetekend in Numeri 11: 29, in vervulling. Al Gods kinderen krijgen de gave van de Heilige Geest om te roepen van de grote barmhartigheid van God, die trouw is aan Zijn Woord, tot welzijn van allen die in geloof leven naar zijn Woord.
Petrus bewijst de echtheid van zijn prediking met woorden ontleend aan Joël: uw zonen en dochters zullen profeteren en uw ouden zullen dromen dromen. Jong en oud worden ingeschakeld bij de reformatie en de zendingsactiviteiten van de kerk. Zij zullen profeteren. Dat is, zij zullen God helder kennen en aan anderen van Hem vertellen. Zij zullen dromen dromen. Als Petrus spreekt van dromen dromen dan gebruikt hij een manier van spreken die ontleend is aan het Oude Testament. Deze manier van spreken gebruikt hij om aan te sluiten bij het begrip van zijn hoorders in die tijd. Zijn boodschap is dat er met ingang van de uitstorting van de Heilige Geest voor al Gods verbondskinderen een overvloedige openbaring is van Gods Woord. God openbaart zijn Woord in dezelfde mate aan al zijn kinderen door Zijn Woord.
Dromen dromen, dat is, in onze tijd, Gods openbaring ontvangen en onveranderd bewaren. Want Gods Woord is heilig. Hij geeft het Zelf.

Christus heeft profeten en apostelen gegeven. We hebben een oud en een nieuw testament, tezamen 66 boeken: de Bijbel is compleet. Want Jezus Christus heeft zijn werk volbracht.
Daarom is er na het apostolaat geen profeet meer nodig die exclusief een bijzondere openbaring ontvangt. De openbaring voor de kerk is volledig, daar kan de kerk bij leven. Allen zullen deel hebben aan de volle gave van de Geest.
Het is echt waar. Elk kerklid ontvangt de gave van de Geest (1 Joh. 2:20,27) om te vertellen van de grote wonderdaden van de HERE en dwalingen te weerleggen.

Het goede doen


Dat brengt de vraag mee: Wanneer doen we nu het goede? Gelukkig, dat leert Gods Woord ons.
We doen het goede als al ons doen en laten voortkomt uit een waar geloof waarmee we als doel hebben om onze God te eren. Om ons daarbij te helpen heeft de Here ons zijn geboden gegeven.
En, natuurlijk, behoort daartoe ook ons bidden. In ons bidden zullen wij de enige ware God, die zich in Zijn Woord aan ons geopenbaard heeft van harte aanroepen om Hem te bidden om alles wat Hij ons geboden heeft.
Dan staan we voor de vraag waar we voor ons geloof en bidden het Woord van God het beste kunnen leren.
Dat is in de kerk, want de kerk is het volk van God. De kerk is de gemeente die tot het eeuwige leven is uitverkoren en die door de Zoon van God vergaderd, beschermd en onderhouden wordt door zijn Geest en Woord in eenheid van het ware geloof; Hij doet dat al vanaf het begin van de wereld en zal dat doen tot aan het einde van deze wereld. (HC 21, NGB art.27). God is trouw aan Zijn Woord. En God wil dat al de burgers van zijn volk in die gemeente bijeenkomen (NGB art. 28). Dat geeft de burger van het volk van God moed. Want de Zoon van God is in staat om al Gods kinderen daarbij te helpen; dat kan Hij door Zijn Woord en Geest, daarmee schakelt Hij Zijn menselijk invoelvermogen en Zijn goddelijke kracht in voor het welzijn van de mens.

De goede keuze


Het is fijn om dit alles te mogen weten, maar hoe maken we nu de goede keuze uit al die verschillende religieuze gemeenschappen in ons land?
Gelukkig kunnen we die keuze maken. Dat doen we door na te gaan of de prediking wel overeenstemt met Gods Woord. En door er op te letten dat de sacramenten, die teken en zegel van de belofte van Gods verbond zijn, wel worden bediend zoals God dat in Zijn Woord aangeeft. En dan overtuigen we ons er ook van of die gemeente de leden wel op de juiste manier alert houdt om in doen en laten trouw te blijven aan het Woord van God.
Kort gezegd: we horen bij de kerk die zich geheel en al richt naar het zuivere woord van God en die alles verwerpt wat daarmee in strijd is (art. 29 NGB). Dat is de echte, de ware, kerk; de kerk waar we van dromen. Geen veelheid van uiteenlopende visies, alleen Gods Woord is het richtsnoer.

Gods Woord onveranderd bewaren maakt een kerk tot een goede kerk.
Een goede kerk spreekt iedereen aan, ook jongeren.
De droomkerk heeft één visie: Gods Woord onveranderd vasthouden en de blijde boodschap van vergeving van zonden en eeuwig leven onveranderd verkondigen. Tot eer van God en welzijn van de mensen. Dat is heerlijk. Dat is prachtig.
Dat is de betekenis van de kerk voor de mensen van nu.
Het is aan Gods genade te danken dat we deze kerk in Nederland kunnen vinden. In dit blad staan de gemeenten genoemd: De Gereformeerde Kerken (hersteld). Dat kan iedereen controleren.

Gods uur


Nu kunnen we met een gerust hart leven in de verwachting van Gods uur. Dat is het moment dat de laatste bazuin weerklinkt. Dat is die grote en doorluchtige dag van de Here. Dat zal een schrikwekkende dag zijn. Als de loop van de het wereldgebeuren afbreekt, zal God in heiligheid en gerechtigheid naar voren treden en feilloos gericht houden. Dan komt het koningschap over de wereld aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden (Openb. 11: 15). Dan kan niemand zich meer verbergen. Dan gaat het over eeuwig leven of eeuwig dood.
Wie kan dan gered worden? Dat is de vraag van alle vragen.
Want het gaat dan niet meer om te voorzien in allerlei luxe en levensbehoeften of om de religieuze verbetering van de mensen. Op de dag van de Here gaat het alleen nog maar hierom: hoe kan ik voor eeuwig mijn leven behouden?

Er is maar één mogelijkheid om de eeuwige dood te ontkomen. Er is maar één visie die redding geeft: roep de Naam van de Here aan.
De Naam van de Here, dat is de Here Zelf in eigen Persoon, want zo begint ons roepen tot onze God en Vader aan: Uw Naam worde geheiligd. Die Naam wordt geheiligd op de laatste dag in Gods uur. Dat zal iedereen meemaken.

De kerk is de omroep die de roep van de Here verkondigt om tot Hem te komen om, onder belijdenis van de eigen zonden en schulden, vergeving te vragen en te ontvangen. Een blijde boodschap, de weg naar de eeuwige redding: Jezus Christus wil alle zonden en schulden betalen voor iedereen die in Hem gelooft. Deze boodschap verkondigen is de betekenis van de kerk voor mensen van nu.
Daarom zullen we ons nu aansluiten bij de kerk waar die boodschap onveranderd wordt doorverteld

En als we dan toch nog soms aan het twijfelen gaan mogen we dit zeker weten: Onze hulp is in de naam van de HERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.