Het ontslag van Elia in heerlijkheid


    11 En terwijl zij voortgingen, al wandelende en sprekende, zie, een vurige wagen en vurige paarden! en die maakten scheiding tussen hen beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel.
    12 En Elisa zag het en riep uit: Mijn vader, mijn vader! Wagens en ruiters van Israël! En hij zag hem niet meer. Toen greep hij zijn klederen en scheurde ze in twee stukken.
    2 Koningen 2:11-12


Nu mag Elia dan eindelijk uit zijn profetische dienst ontslagen worden. Op Gods tijd neemt de HEERE Zijn knecht weg. Elia heeft dat van de HEERE gehoord en het aan Elisa meegedeeld.
Zij gingen voort, al wandelende en sprekende. Waarover spraken zij, op weg naar het afscheid? Waarover anders dan over Elisa’s taak in het vervullen van Gods raad om Zijn kerk te bewaren in die gevaarlijke tijd onder Achab, slechts een kleine rest, maar toch een vol getal. Maar ook over zijn taak om mensen te doden door zijn profeteren.

Maar toen kwam dan toch het afscheid van de profeet: “een vurige wagen en vurige paarden! en die maakten scheiding tussen hen beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel”.
Wij kunnen ons nauwelijks indenken hoe dit alles mogelijk was. De HEERE stuurt Zijn engelen om Zijn knecht tot Zich te nemen. Elia hoeft niet te sterven - hij wordt in een strijdwagen van vuur, getrokken door vurige paarden, opgenomen in de hemel.
Wat betekent deze gang van zaken? Wij weten dat Mozes en Elia de twee 'groten' zijn van het Oude Testament. Zij waren het die op de berg van de verheerlijking bij de Heere Jezus waren en met Hem spraken over Zijn 'uitgang die Hij te Jeruzalem volbrengen zou'. En Elia is ook het voorbeeld van de profeet die de HEERE beloofd had te zullen zenden 'vóór de grote en geduchte dag van de HEERE komt',Mal.4:5. Bij de aankondiging aan Zacharias van de geboorte van Johannes zegt de engel dan ook dat deze velen van de kinderen Israëls zal bekeren tot de HEERE hun God. Hij zal voor Hem uitgaan in de geest en de kracht van Elia, Luk.1:16-17.
Dat tekent de grote kracht van het Woord dat Elia mocht prediken. Hij heeft zelf in zijn kleingelovigheid wel gedacht dat zijn prediking niets uitwerkte, maar de HEERE liet hem en ons zien dat Gods Woord nooit leeg weerkeert, maar alles doet wat Hem behaagt.
Een matig resultaat van alle arbeid van Elia? Zie nu zijn uitgang: de glorie van God omringt hem. Engelen brengen hem naar zijn Zender.
Dat is dezelfde glorie van God die er bij Stefanus was. Als bevestiging van zijn prediking dat hij de Heere Jezus Christus zag staan aan de rechterhand van God glansde zijn gezicht als dat van een engel.
En hoe is Paulus' roeping niet omgeven door diezelfde glorie van God. Op de weg naar Damaskus waar ook hij de Heere Jezus mag zien, omstraalt hem de glorie van God.
Het is de glorie van God, Die gesproken heeft: licht schijne uit het duister en Die het doet schijnen in onze harten om ons te verlichten met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Christus, 2 Kor.4:6.
Dat is de boodschap voor Elia's opvolger en voor heel Gods volk tot aan het einde. Wanneer de kerk zo klein geworden is, dat zij ons getekend wordt in het beeld van de twee getuigen, wordt van haar gezegd dat hun prediking geladen is met dezelfde wonderkracht waarmee Mozes en Elia het woord van de HEERE hebben verkondigd, Openb.11:6.

De HEERE werkt, de HEERE van de legermachten. Daar duidt dan ook de wagen van Israël op en de paarden die Elia ten hemel voeren.
Wagen: niet zomaar een koets om rustig en comfortabel in te reizen, maar een strijdwagen: Gods wagens zijn tweemaal tienduizend, duizenden bij duizenden, Ps.68:18. En paarden zijn daar geen luxe rijpaarden maar zij worden ingezet in de oorlog.
De HEERE openbaart Zich als de HEERE van de legermachten. Die macht staat Elia bij. Een macht, meer dan het aardse leger van Achab, die meende daarmee zijn militaire macht te vergroten als een bolwerk voor de handhaving van zijn koninklijke macht tegenover de vijandige volken. En daartegenover alleen maar een profeet, die moet vluchten voor Izebel die het op zijn leven gemunt had. Hij heeft alleen maar het Woord van God! Maar de HEERE laat zien wat de kracht van Elia was.

Elisa zag het en riep uit: Mijn vader, mijn vader! Wagen en ruiters van Israël!
Mijn vader, mijn vader - de geestelijke vader, zoals Paulus van Timotheüs. Een kreet van smart, van diep verdriet. Nu heeft Elisa de sterke steun en de liefdevolle bemoediging van zijn ‘vader’ verloren. Hij scheurt dan ook zijn mantel als teken van rouw. Maar tegelijk belijdt hij dat zijn vertrouwen op de God van de legermachten is. Elia was de wagen van God! Elia’s prediking was de sterkte van de HEERE! Daar mag Elisa als opvolger van Elia steeds aan terugdenken en daarmee zich sterken.

Och, wat kent de HEERE de zwakte en kleinmoedigheid van Zijn volk van alle tijden, van die kleine rest. Wat troost de HEERE ons in Zijn Woord nog steeds weer! Zelfs nog meer dan aan Elia en Elisa geeft de HEERE ons nu Zijn troost.
Immers, de Heere Jezus Christus is Degene, Die door Zijn gehoorzaamheid verdiend heeft dat alles aan Hem onderworpen is. Hij is nu Degene Die regeert. Hij is het Hoofd van de engelen - voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, maar nu met heerlijkheid en eer gekroond, Heb.2:7. Hij gebiedt de storm en de zee en de aardbeving en de wind, Hij geeft gezondheid en ziekte, hij stelt koningen aan en ontneemt ook weer aan hen de macht.
En in dat alles is Hij het Lam dat staat als geslacht, dat het boek uit Gods hand aangenomen heeft en dat de Raad van God om eens alles nieuw te maken vervult.
Gods Woord doet wat Hem behaagt. En wij, zondige, gebrekkige mensen - wij mogen deel uitmaken van Zijn leger! Wij mogen verkeren onder de bediening van de Geest der heerlijkheid, 2 Kor.3:18. Wij mogen getuigen zijn van Christus door ons spreken en door onze levenswandel. Wij mogen veranderd worden van heerlijkheid tot heerlijkheid doordat wij de heerlijkheid van de HEERE weerspiegelen, 2 Kor.3:18.
Zo treuren wij wel over de voortgaande afval, over de verkilling van de liefde. We zijn bedroefd dat de kerk steeds kleiner wordt. Maar we worden toch ook steeds weer vertroost door de belofte van Hem, de Heer der heerlijkheid, Die met eer en heerlijkheid is gekroond, onze Heere Jezus Christus, die Hij aan Zijn discipelen gaf toen Hij hen de wereld inzond: Ik ben met u alle dagen.