Kerk en staat – ons belijden


De verkiezingen liggen weer achter ons. De campagnes zijn weer gevoerd. De wonden gelikt. En nu ligt een nieuwe periode van regeren te wachten. De lokale overheid, de gemeenteraden, worden weer gevormd. Het houdt de pers en media flink bezig.
Dan de scheiding tussen kerk en staat. Hoe ligt die verhouding? Wat heeft een kerk te zoeken in de regering? Of moet de kerk juist regeren? Steeds weer laait de discussie op. En één van de kernvragen: is er een neutrale overheid?
Opkomst van rechtse partijen. Geert Wilders. Rita Verdonk. Tegenbewegingen en veel media-aandacht voor uitspraken van deze partijen over islam en islamisering van Nederland.
Het standpunt van SGP over het niet toelaten van vrouwen op de kieslijst voor de Tweede Kamer. In de loop van maart komt daarover een rechterlijke uitspraak. Vrijheid van meningsuiting? Of discriminatie?
De kerk en de staat. Het houdt de gemoederen bezig. Ook op middelbare scholen bij het vak maatschappijleer wordt er over gesproken. En thuis natuurlijk ook, want wat hebben je ouders gestemd bij de laatste verkiezingen?
Deze keer willen we stilstaan bij artikel 36 van de NGB. Dit artikel gaat over de taak van de overheid. Dit is het artikel waarmee wij ook onze situatie van vandaag kunnen bekijken vanuit onze geloofsbelijdenis.

Ongebondenheid van de mens


Wij geloven dat onze goede God heeft geboden dat er vorsten en overheden zijn. En ook dat zij er zijn om de wereld te regeren, zodat de ongebondenheid van de mens beteugelt wordt. Dat is nogal wat. De overheid is dus een instelling van God. Niet zomaar een liefhebberij van een aantal vlotte praters. Maar een instelling van God, om de ongebondenheid van de mens te beteugelen.
Eigenlijk is dat best treurig. Zoals een paard zonder bit of teugels niet te besturen is en maar zonder leiding doet wat hij wil, zo is de mens ook. Mensen zijn van nature zondig, zo belijden we. Maar met dit artikel wordt het heel concreet. Zonder overheid wordt het een janboel. Iedereen gaat voor z’n eigen hachje. Iedereen doet alleen wat hem of haar het beste uitkomt! Denk je maar eens in. Bijvoorbeeld geen stoplichten. Geen verkeersregels. Dat wordt een puinhoop van jewelste. En dan niet alleen in het verkeer, maar overal.
De overheid is dus door God ingesteld om deze ongebondenheid te beteugelen. De chaos te voorkomen. Het reilen en zeilen van de maatschappij in goede banen te leiden.

Zwaardmacht


Die beteugeling van de ongebondenheid kan de overheid uitvoeren door het hanteren van het zwaard. Dat is wat radicaal, zou je zeggen, maar het is wel nodig. De ongebondenheid van de mens komt met name naar voren in criminaliteit en geweld. Moord en doodslag. Om dit te voorkomen, heeft de overheid het zwaard gekregen om de slechte mensen te bestraffen en de goede te beschermen. Bij het zwaard kun je feitelijk denken aan alle straffen. En de gevangenissen. Maar in het uiterste geval ook de doodstraf.

De heilige dienst beschermen


Naast de taak van het regelen van de overheid, belijden wij nog iets. De overheid moet namelijk ook de heilige dienst van de kerk beschermen. De plaatselijke gemeenteraad, het provinciebestuur, de politiek in Den Haag: ze moeten met elkaar zorgen dat de heilige dienst wordt beschermd. Dat dit in Nederland wordt gedaan, zien we in het feit dat we zonder gestoord te worden zondagse erediensten mogen houden. We kunnen zonder moeite met elkaar op straat over het geloof praten. Er wordt ons geen strobreed in de weg gelegd om verenigingen op te richten. Op evangeliseren is geen verbod. En ga zo maar door.
Dat dit in veel landen niet kan is heel verdrietig. Want de overheid moet daar wel voor zorgen. Daarom mogen we des te dankbaarder zijn, dat het in Nederland (nog) wel kan! Dit mag ook best een punt zijn in je persoonlijk gebed. Danken dat het zo is geregeld in Nederland, maar ook bidden dat het zo in de toekomst mag blijven!

Het is goed om te beseffen dat dit artikel in de 16e eeuw is opgesteld. Toen was het afscheiden van de Rooms Katholieke kerk helemaal niet zonder gevaren. Juist niet. Wanneer je je tegen de RK kerk keerde, kon je vervolgt worden. De inquisitie, de kerkelijke rechtbank, is daar een voorbeeld van. En de banvloek die over Maarten Luther werd uitgesproken door de paus, die is niet mis. Om dit artikel hangt dus de geur van de brandstapels, waarop de “afvalligen” werden terechtgesteld.
Toch hebben ze de goede belijdenis beleden: De overheid is ingesteld door God. Zij moet de openbare orde bewaren. En wel zo, dat de heilige dienst van God in geregelde orde kan plaatsvinden. Op die manier wordt de komst van het koninkrijk van Jezus Christus bevorderd.

Kerk en staat


Zo komen we ook uit bij het verschil tussen de taak van de overheid en de taak van de kerk. In de media wordt dit vaak naar voren gehaald. De invulling is vaak een verkeerde ondertoon. Zo gauw iemand met een christelijke achtergrond iets zegt, wordt al gauw tegengeworpen dat kerk en staat door elkaar worden gehaald.
Zojuist hebben we echter gezegd: de overheid is er om de openbare orde te bewaren. De taak van de kerk is echter om het Woord te bedienen. Dit zijn twee afzonderlijke taken. De kerkenraad zal dus geen regels voor het verkeer opstellen. En de overheid zal, als het goed is, geen regels voor de inhoud van de prediking opstellen.

Toen de Nederlandse Geloofsbelijdenis werd opgesteld, was artikel 36 bedoeld om de kerk te beschermen tegen het bemoeien van de overheid. De overheid bemoeide zich bijvoorbeeld met het beroepen van predikanten. Tegenwoordig wordt hier juist heel anders tegen aangekeken. Steeds vaker wordt geroepen dat de kerk zich niet met de staat moet bemoeien! Zie je het verschil? Toen tegen overheidsbemoeienis in de kerk, nu tegen kerkbemoeienis in de staat.

Vermenging


Tussen de bovenstaande taken moet geen vermenging ontstaan. We hebben dus een scheiding tussen kerk en staat. Maar, en dit is heel belangrijk, het is wel zo dat kerkmensen in dienst kunnen zijn van de overheid. Broeders of zusters die moeten werken bij een organisatie van de overheid. Dat kan heel goed. Dat is niet verkeerd, helemaal niet. Want gevoed door de Woordverkondiging op zondag, kunnen deze broeders of zusters goede regels bedenken voor het regelen van de openbare orde.
Zoals een energiecentrale kracht opwekt om allerlei apparaten te laten werken, zo werkt dit ook. De krachtcentrale van de kerk, geeft de broeders en zusters de energie om hun talenten in te zetten voor het beteugelen van de ongebondenheid van de mens.

Het is dus ook heel goed om mensen bij de overheid te laten werken, die vanuit de Bijbel leven. Want de HERE geeft regels die goed zijn voor álle mensen. Dus, mensen die leven vanuit de Bijbel hebben een goede bron om goede regels te bedenken voor het “gewone” leven. Bij verkiezingen moet je je dus ook altijd afvragen: welke partij, welke persoon, laat zien écht uit Gods Woord te willen leven? Te willen werken? Welke partij wil Gods Woord ook voor het openbare leven gebruiken? Misschien moet je dan kiezen tussen een slechte en een minder slechte. Maar we moeten blijven proberen zoveel mogelijk mensen bij de overheid te krijgen, die uit Gods Woord willen leven en werken.

Islamisering


Er zijn altijd politieke partijen geweest die een bepaalde misstand in de maatschappij aangrijpen om te worden verkozen in het parlement. De Partij voor de Dieren is bijvoorbeeld helemaal gericht op het welzijn van alle dieren. De Partij voor de Vrijheid heeft er een handje van om de islam aan te grijpen als misstand in de samenleving.
Hoewel we het eens zijn met de dreiging die de islam vormt voor het christendom, menen we toch dat dit niet de goede manier is om dit aan de kaak te stellen. Er wordt heel erg ingespeeld op de onderbuikgevoelens van mensen. “Het wordt minder veilig in Nederland, en dat komt door...de (moslim)-immigranten!” Maar dat is niet de werkelijke oorzaak. Daarvoor moeten we dieper graven. Het wordt minder veilig in Nederland, en dat komt door...toenemende goddeloosheid! Dát is het. Daarom is er meer egoïsme. Daarom is er meer criminaliteit. De voorheen christelijke natie Nederland, wordt steeds meer een natie zonder christelijke achtergrond. We stemmen dus ook niet op partijen die inspelen op onderbuikgevoelens. Maar we stemmen op partijen die er in alles blijk van geven dicht bij Gods Woord te willen leven. Dicht bij Gods Woord de openbare orde te willen regelen.

Revolutie


Tientallen jaren terug, heette dé christelijke politieke partij de Antirevolutionaire Partij (ARP). Dr. Abraham Kuyper (oprichter) heeft hiervoor bijvoorbeeld in de Tweede Kamer gezeten. Een rare naam misschien, voor een politieke partij. Maar als we het einde van artikel 36 NGB lezen, wordt het al veel duidelijker. Wij wijzen namelijk af alle oproerige mensen die de overheid en het gezag verwerpen. Die de rechtsorde omver willen gooien. In sommige landen gebeurt dit door een staatsgreep. Een president wordt afgezet, en een volgende grijpt de macht. Of het leger schiet de president dood, en de hoogste generaal wordt in zijn plaats president. In het Oude Testament gebeurde dit ook. Zoek de geschiedenis van koning Zimri maar eens op in het Bijbelboek Koningen. Of het volk demonstreert net zo lang, totdat de president of de regering opstapt.
Daar zijn wij op tegen. Want, de overheden zijn door God ingesteld om de openbare orde te regelen. Dat betekent dat wij niet zomaar kunnen zeggen: “weg met jullie”. Of dat het goed is dat er staatsgrepen zijn. Integendeel, wij zijn tegen opstandigheid, tegen de revolutie.

Tot hoever?


Maar wat dan? Moeten wij de overheid maar braaf haar gang laten gaan? Altijd maar onderwerpen? Mogen wij nooit zeggen dat de overheid verkeerde besluiten neemt?
“Een ieder is verplicht, welke positie hij ook heeft, zich aan de overheid te onderwerpen, belasting te betalen, haar eer een eerbied te bewijzen, haar gehoorzaam te zijn in alles wat niet in strijd is met Gods Woord”. Kijk, daar heb je het. Tot hoever moeten wij de overheid gehoorzamen? Tot zover zij Gods Woord niet aantast of daarmee in strijd komt. Dát is de grens. Abortus provocatus? Euthanasie? Het is in strijd met Gods Woord en daarom zijn wij daar faliekant op tegen. Van het leven moeten wij afblijven! Andere regels over belastingtarieven, of snelheidsregels, of boetes en straffen, gaan vrijwel nooit tegen Gods Woord in. Daarin moeten wij de overheid dan eren als een dienaresse van God en haar daarin gehoorzaam zijn.

Kerk en staat. Wij hebben hierover een duidelijke en betrouwbare belijdenis. God zelf heeft de staat aangesteld. God zelf roept zijn volk bijeen in de kerk. Het is de wereld van God, waarin een ieder op zijn of haar plek bij de overheid of in de kerk zijn leven moet richten naar Gods Woord.