Ik, mijn huis, en de Christelijke leefstijl (2)


(Referaat gehouden tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Onderwijs Vereniging Oost Nederland. Bewerkt voor plaatsing in de Bazuin. Deel 2)

In of uit onze luie stoel ?


Frans van Houwelingen, ooit gereformeerd onderwijzer, momenteel kinderboekenschrijver, schreef eens met betrekking tot de christelijke levenshouding het volgende:
‘we horen van een smalle en een brede weg en constateren met enige voldoening dat we ons op de eerstgenoemde bevinden. Wij zijn dankbaar dat we staande zijn gebleven in de verleidingen, dat we weten waarom we niet in de synodale kerk zitten en waarom het zo belangrijk is dat we van de Institutie van Calvijn kennis hebben genomen (...) En dan? Dan gaan we met voldoening naar huis en ploffen we achter de tv neer om vanaf de smalle weg toe te zien wat er op de brede weg gebeurt ’...
Hoe pijnlijk het zo te moeten lezen. Vallen ook wij (vaak onbedoeld) niet heel gemakkelijk aan dit fenomeen ten prooi? Bestaat ook voor ons niet het gevaar dat wij op afstand genoegzaam toekijken vanaf ‘onze’ ‘smalle weg’. Of wij nu, achter de tv neerploffen om ons te vergapen aan ‘show nieuws’ op SBS-6, of dat we (onbedoeld) toezien hoe ‘bont’ men het in de ‘vrijgemaakte kerk of school’ het wel niet maakt, dat maakt weinig verschil. Wie meent te staan ziet toe dat hij niet valle. (I Cor. 10:12). Hebben wij deze houding wel dan is het enige dat wij daarmee bereiken dat onze kinderen een afkeer zullen krijgen van ons zogenaamde strijden.
Nu, zo’n zes jaar na de Vrijmaking, bestaat het gevaar dat ook wij weer zelfvoldaan neerploffen en de scherpe kantjes er af halen. Dan zegt de Heere: ‘Doet dan de vreemde goden uit uw midden weg’!

Hun doop te leren verstaan


De Vrijmaking van 1944 gaf de mensen het inzicht dat de leer van de kerk over verbond en doop alles te maken had met het onderwijs op school. Laten wij dat inzicht hernieuwd vastgrijpen. Want de leer over het verbond en de doop is onlosmakelijk verbonden met de Christelijke levenshouding. Waar vindt men vandaag nog ouders die durven zeggen: ‘Ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen’? Ook wanneer dat kan betekenen dat je, de kinderen niet met bepaalde schoolactiviteiten mee laat doen, omdat die niet stroken met de dienst van de Here?! Dat is geen keus die licht door ons genomen wordt, juist niet in het perspectief van het vijfde gebod. Maar ook niet vanuit het perspectief van ons verlangen om toch niet te veel uit de toon te vallen bij de meerderheid...
Dat men in ‘vrijgemaakte kring’ hier veelal wel in mee gaat kan alleen verklaard worden uit het feit dat men (voor de praktijk) de leer van doop en verbond is gaan versmallen. Het ging fout toen men alleen nog maar de belofte wilde horen en de eis naast zich neer legde. Toen men de liefde niet meer zag in het ‘gebod des Heren’. Dat zag Eva ook niet meer toen zij zich blindstaarde op de vrucht aan de ‘boom van kennis van goed en kwaad’. Dit is niet iets van vandaag alleen, wij zien dat in het Oude Testament als een steeds terugkerend refrein. ‘Tuurlijk’ wilde men God wel dienen... maar ook de Baäls en de Astartes. Dat waren de goden van de mensen met wie hun kinderen speelden; de goden van de mensen met wie zij handel moesten drijven; door zwakheid soms zelfs de goden van man of vrouw; vaak de goden ook van de meerderheid (van wat voor ogen is).
Laat toch het blijvende inzicht van de laatste Vrijmaking zijn dat wij in leer en leven, ‘belofte’ én ‘eis’ blijven vasthouden! Onverkort. Doen wij dit niet, dutten ook wij weer in, of komen we niet verder dan toekijken, dan glijden wij net zo goed onherroepelijk weer af. Dan breken wij in de praktijk alsnog de ‘maatstaf’ tot een Christelijke leefstijl. Dan nemen onze kinderen deze ‘scheve’ en verkeerde levenshouding over. Dan gaan ze inderdaad de wet zien als: thuis en in de kerk mag dit niet en dat niet... Dan hebben wij hen niet de blijdschap van ons geloof laten zien, de blijdschap die er ook (ik moet zeggen: juist!) zit in het onderhouden van de geboden. Wij moeten hen voorleven dat het ‘ons een lust is’ Gods wet te onderhouden (psalm 119).

Opdat het u wel ga


Zo mag zelfs de antithese, die zulk een leefstijl zal veroorzaken, een vreugde voor ons zijn. Ook wanneer dat inhoud wat Christus zelf heeft voorzegd: ‘zij zullen ook u vervolgen’. Als wij ons in deze wereld ‘stil houden’ dan zullen wij van deze vervolging, of zoals ook kan worden vertaald, van deze ‘druk’ niets merken. De vervolging is namelijk alleen gericht op hen die ‘getuigen’. De haat richt zich op het getuigenis van de Here Christus zelf. De wereld haat Hem omdat ‘Hij van haar getuigt dat haar werken boos zijn’. Zo zullen ook wij druk gaan ervaren wanneer wij op school aankaarten, door woorden of daden, dat het ‘boos’ is om met de kinderen naar, bijvoorbeeld, het theater of de bioscoop te gaan. Dat het ‘boos’ is om Gods Woord voor de kinderen ‘stom’ uit te beelden, met videomateriaal, of een opvoering van bijv. het kerstverhaal, etc.
Wij zijn uit de duisternis getrokken om in het licht te staan. Waarom? ‘omdat ik u uitgekozen heb’, zegt Christus (Johannes 15:19). Licht versus duisternis: dat is een enorme ‘tegenstelling’ –antithese. Het is de tegenstelling tussen leven en dood. ‘Dode vissen’ drijven met de stroom mee. Maar gezonde vissen zwemmen tegen de stroom in. In deze wereld kan het niet anders dan dat wij als Gods levende kinderen door onze leefstijl ingaan tegen ‘de stroom’ van wereld en valse kerk. Dan hebben wij geen tijd over om lui achter de tv ons te gaan zitten vergapen aan die wereld. Geen tijd om eindeloos achter de computer te ‘internetten’, ‘gamen’ of ‘chatten’. Ook onze kinderen niet.
Om de ‘frontlinie’ scherp te blijven zien moeten wij waakzaam blijven. Dat blijven wij alleen door studie uit de Schrift en studie van de kerkgeschiedenis. Dan is het soms nodig tijd te nemen om een gereformeerd boek te lezen (ook al ben je misschien niet zo’n lezer). In elk geval moet het gereformeerd kerkblad worden gelezen. Als wij het echt menen wanneer wij zeggen: ‘ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen’ dan is ons huis méér dan alleen een ‘slaap- en eetgelegenheid’. Dan maken wij tijd om er met onze kinderen over te praten. Want er valt veel te vertellen: van Gods daden uit het verleden, maar ook in het heden. Of hen vertellen over onze eigen levende/vertrouwelijke omgang met de Heere. Onze woorden moeten vergezeld gaan met daden. Het allerbelangrijkste is namelijk dat wij het hen voorleven door een Christelijke leefstijl. Als de ouders hen dat voorbeeld niet geven, wie moet dat dan doen?!? Dat kunnen wij niet ‘afschuiven’ op die paar uurtjes Bijbelschool eens in de drie weken. Dat mag er, onder de zegen van de Here, wel aan bijdragen, absoluut.
‘Dit alles kunnen wij niet doen zoals dit van ons wordt geëist...’ zult u
denken. Maar dat is geen reden om dan maar helemaal niets te doen. Het hoeft niet moeilijk te zijn, de Heere geeft dat Zelf aan, Hij geeft er ook de kracht voor: ‘Wat vraagt de Here van u, dan de Heere, uw God, te vrezen door in al Zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here uw God te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en inzettingen van de Heere, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wel ga’! (Deut.10:12-13).