De vreugde van het mogen wonen in het hemels Jeruzalem


Maar gij zijt genaderd ........tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten der rechtvaardigen, die de voleinding bereikt hebben.
Hebr.12:22-23

In de vorige Schriftoverdenking, als afsluiting van 2009, zagen wij hoe de HEERE Zijn volk troost als het wel lijkt alsof de kerk bijna verdwenen is en haast tot niets gekomen in de ogen van de wereld. Als de kerk van de laatste dagen in Opb.11 getekend moet worden met het symbolische getal van twee, de twee getuigen, wil dat zeggen: een kleinere gemeente is niet denkbaar. De Heere Jezus Christus zegt in verband met het spreken en oordelen van de kerk door de bediening van de sleutels van het koninkrijk der hemelen, in prediking en sacramentsbediening en tuchtoefening: Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam, daar ben Ik in hun midden, Matt.18:20. Ook dan mag de kerk zich vertroost weten omdat Christus in haar midden is.
De Hebreeën beleven als gemeente zware tijden. Na het vertrek van Paulus komen er van buiten grimmige wolven de gemeente binnen, die de schapen verstrooien en verslinden. Uit hun eigen midden zijn mannen opgestaan die verkeerde dingen spreken en de gelovigen achter zich meetrekken, Hand. 20:29.
Wie treurt over Sion wordt vertroost: u mag niet klein denken van de kerk. U bent daar, in die kleine kerk, gekomen tot de berg Sion en daarom bent u nu al inwoners van het hemelse Jeruzalem.
We hoorden de vorige keer al iets over de rijkdom van dat voorrecht. Nu gaat het verder over de vreugde en de blijdschap ervan. Want die kleine en onaanzienlijke kerk wordt door de HEERE genoemd: de vergadering van de eerstgeborenen. In het Grieks staat daar het woord ekklesia, dat betekent kerk (in het Frans église).
Het heeft betrekking op de feesten in het heiligdom, met name de offerfeesten. De priester nam dan een deel van het lof- en dankoffer, dat in zijn geheel voor de HEERE was bestemd en hij gaf dat namens de HEERE terug aan de offeraars. Die mochten daar dan een feestelijke maaltijd van houden.
Ze waren reeds met hun offer, al zingend, de tempelvoorhof binnengegaan, psalm 100. En ze zetten hun zingen voort. Al zingend lopen ze rond het altaar, psalm 26:6-7.
Dat was de blijdschap over de verlossing. De dankbaarheid dat ze waren geroepen tot de kerk van de HEERE. Alleen als het die blijdschap was, die dankbaarheid, was dat voor de HEERE aangenaam. Als het alleen maar zou gaan om eens lekker te eten en feest te vieren, zonder een heilig leven met de HEERE, dan was het grondig mis. Dan zegt de HEERE: Ik haat uw feesten, uw offers neem Ik niet aan, Amos 5:21.
Voor vandaag betekent dat: als wij naar de kerk komen alleen maar om te horen wat wij graag willen horen, niet vermaand willen worden, als het ons vooral niet te zwaar en te moeilijk gemaakt mag worden - dan is de echte feestvreugde ver te zoeken. En de HEERE zegt zelfs: wie zijn hart afwendt van het horen van de wet, diens gebed is voor Mij zelfs een gruwel, Spr.28:9.
Ook mag het geen familiefeestje zijn daar in de tempel. Het moet gevierd worden door wie zich ook inzake de offerfeesten verbonden weten met Gods volk. De Heere Jezus Christus maakt in het midden van de gemeente Gods Naam bekend:

    Psalm 22:22 Ik zal Uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden der gemeente zal ik U lofzingen.

En wij dus met Hem!
De vreugdeliederen Hammaäloth, bij het gaan naar de tempel, zijn stuk voor stuk liederen van de kerk.

Die blijdschap wordt nog verdiept als we over de kerk lezen hoe de HEERE haar noemt: de kerk van de eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen.
Eerstgeborenen: die naam betekent allereerst dat de HEERE ons in Zijn liefde heeft uitverkoren. Israël is Mijn eerstgeborene, zegt de HEERE, Ex.4:22. Uit alle volkeren heeft Hij Israël uitverkoren en dat niet omdat Israël zoiets bijzonders was. Alleen uit Zijn liefde deed Hij dat.
Wij mogen dat nog steeds zo belijden: de Heere Jezus Christus vergadert Zijn gemeente, die tot het eeuwige leven is uitverkoren. Wat een troost dat wij mogen geloven van die kerk een levend lid te zijn en eeuwig te blijven, Zondag 21.
Verder is het zo dat de eerstgeborene erfgenaam was. Wij mogen als leden van de kerk van de Heere Jezus Christus erfgenamen zijn van de belofte en van het eeuwige leven.
Ook in Openb.14 worden de gelovigen genoemd de eerstelingen voor God en voor het Lam:
    Dezen zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam.
    En in hun mond is geen leugen gevonden; zij zijn onberispelijk, 14:4.

Die omschrijving van de gelovigen betekent niet dat zij niet getrouwd zijn, maar dat ze niet meegedaan hebben aan de geestelijke hoererij, het dienen van de afgoden. En de naam eerstelingen betekent dat er nog veel en veel meer kinderen van God zullen komen. Die kleine kerk is heel groot. Nu al uit alle eeuwen een schare die niemand tellen kan.

Maar nog meer is er opgesloten in die naam eerstgeborenen.
Jakobus schrijft in zijn brief:
    Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen, Jak.1:18.

In zekere zin – beter vertaald: ‘in bepaald opzicht’ – zijn Gods wedergeboren kinderen de eerstelingen (de eerstgeborenen) van de schepping.
Het is voor ons vandaag belangrijk om hier oog voor te hebben. Want die naam zegt dus iets over de betekenis van de kerk voor Gods schepping. Immers, de hele schepping moet nu nog dragen de vloek van God over de zonde van de mens. Zij is onderworpen aan Gods oordeel van de onvruchtbaarheid. En daarom zucht zij, bidt zij en roept om verlossing. En wanneer en op welke wijze zal die verlossing er komen? Die komt doordat de kinderen van God eens openbaar zullen worden! Daar wacht de hele schepping op! Rom.8:19.
Want God zal eens alles nieuw maken. Hij zal dan zijn ALLES. Maar alleen: alles in ALLEN! Allen die ingeschreven staan in het boek des levens van het Lam, wanneer zij tot de volmaaktheid mogen komen.
Hieruit volgt wat de kerk voor de wereld betekent. Het is een moderne slogan: kerk voor de wereld. En dan bedoelt men daarmee dat de kerk solidair moet zijn met de verdrukten, dat ze strijden moet tegen discriminatie, dat ze diaconaal bezig moet zijn voor de wereld (het wereldsdiaconaat) veraf en dichtbij. Zelfs theologen die zich op een of andere wijze gereformeerd noemen hangen deze ideologie aan.
Maar deze gaat voorbij aan wat de HEERE ons leert in Zijn Woord. Inderdaad moet de kerk er zijn voor de wereld. Maar hoe? Eenvoudig door kerk te zijn, echt kerk, ware kerk. Door eerstelingen te zijn voor God en voor het Lam. Wedergeboren door het Woord der waarheid en zo eerstgeborenen te zijn van Gods schepselen, om in een nieuw leven te wandelen. Want daardoor zal de HEERE eens alles nieuw maken. Het begin is er al!
Zo mag de kerk een zegen zijn voor de wereld. Zo heel gewoon en tegelijk zo ontzaglijk wonderlijk! Zo werkt de kracht van God, de totale verlossing door Christus, het werk van de Heilige Geest!
Treuren over Sion? Maar ook nu weer moeten wij bedenken: Wenen als niet wenende. Want de vreugde van de bruiloft is er nu al.
De HEERE bewaart Zijn kerk. Hij maakt haar tot de vergadering van de eerstgeborenen.