”Hoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is één! Gij zult de HERE, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn, en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten.” (Deuteronomium 6: 4-9).
Verbond
Een bekend gedeelte uit het boek Deuteronomium. Een heel mooi gedeelte ook. In deze verzen wordt eigenlijk de hele eis van het Verbond kernachtig samengevat. In hoofdstuk 5 begint Mozes het volk Israël toe te spreken. Israël staat voor de grenzen van Kanaän. Op de drempel van het beloofde land. Nog heel even, en heel het volk zal de Jordaan overtrekken en dat schitterende beloofde land in bezit nemen. De HERE vervult zo dat eerste deel van zijn beloften aan Abraham, Izak en Jakob: heel dat prachtige land zou voor hun nakomelingen zijn. De HERE zou het hen geven.
O ja, er is veel gebeurd met Israël in de afgelopen veertig jaren. De eerste generatie die uit Egypte geleid werd mocht het land niet binnengaan. Omdat het Verbond met de HERE verbroken werd. En de veertig jaren van omzwerven zijn vol verzoeking geweest. Israël moest leren wat het betekende een uitverkoren volk te zijn. Het moest leren om in alles alleen op de HERE te vertrouwen. Want dat is het Verbond: luisteren naar de HERE alleen, op Hem alleen bouwen en alles van Hem alleen verwachten.
Ook Mozes zal het beloofde land niet binnengaan. Dit gedeelte uit Deuteronomium , ja, bijna dat hele Bijbelboek, is één grote laatste rede van Mozes. Eén grote laatste preek. Nog eenmaal een zeer indringende verkondiging van de wil van de HERE. Verkondiging van belofte en eis. Van zegen en vloek. Straks eindigt dit boek met het lied van Mozes en de zegen die hij namens de HERE aan het volk mag opleggen.
En van heel die lange verbondspreek (eenentwintig hoofdstukken) zijn die vijf verzen uit hoofdstuk zes, zo zou je kunnen zeggen, eigenlijk de kern.Luister
Vroeger leerden we het allemaal, we kenden het uit ons hoofd: het Verbond met de HERE kent twee delen: belofte en eis. Ik hoop dat onze kinderen dat nog altijd zo leren. Hier, in de boven aangehaalde verzen, vinden we een prachtige omschrijving van de verbondseis.
Luister, Israël!
Dat is niet: doe je oren open en hoor met je oren de woorden die gesproken worden. Dat is ook niet: neem een eerbiedige houding aan en laat de voorganger netjes uitspreken. Dat is ook niet: probeer je aandacht er bij te houden en je goed te concentreren . Ja, dat hoort er wel allemaal bij. Maar luisteren in Bijbelse zin is veel meer. In de Brief van Jakobus wordt ons dat heel duidelijk uitgelegd, in hoofdstuk 1: 22-25. Luisteren is niet alleen je oren openstellen maar vooral ook je hart. De woorden van de HERE moeten niet alleen je hersenen bereiken maar je hart. Dat betekent dat Gods Verbondswoord je helemaal in beslag moet nemen. Dat je gelovig heel de eis van het Verbond aanvaardt. En vervolgens die verbondswoorden ook uitvoert. Leef naar de eis van de HERE! Dat is Bijbels, gelovig luisteren.
Mozes is begonnen met het herhalen van de Wet, de Tien Woorden (Hoofdstuk 5). Daarna herinnert hij Israël aan de verbondssluiting bij de Sinaï. Hoe het volk niet in staat was zelf naar de machtige stem van de HERE te luisteren. Hoe Mozes moest bemiddelen. En hoe het volk toen heeft gezegd: Alles wat de HERE zegt zullen wij doen.
En dan komt hoofdstuk 6. Het begin van de uitwerking en de uitleg van heel Gods Wet. Toegespitst op heel het dagelijks leven van de Israëlieten.
En dat begint met: Luister, Israël! Dat is het eerste: luisteren, aannemen, die woorden in je hart bergen, je leven er naar inrichten. Het begint niet met naar jezelf te kijken. Het begint niet met eigen overdenkingen. Het begint niet met eigen (geloofs-)ervaringen. Nee, allereerst luisteren!Onze God
En waarom dan wel? Waarom is dat luisteren naar de Woorden van het Verbond zo belangrijk?
Ongetwijfeld kunnen onze kinderen ook daar het antwoord wel op geven. Want het is zo heel eenvoudig: de HERE is onze God. Dat wisten en geloofden de Israëlieten, de kerk van het Oude Verbond. Dat weten en geloven wij, door Gods genade behorend tot de kerk van het Nieuwe Verbond. De HERE is onze God. Een prachtige, sterke geloofsbelijdenis. De basis voor al die wetswoorden die nog gaan komen. De HERE heeft zijn volk uitverkoren. Van voor de grondlegging van de wereld al. Hij heeft de zijnen geroepen en verlost. Hij heeft ze tot zijn volk gemaakt. Ja, Hij heeft óns tot zijn volk gemaakt. Ons in zijn Verbond opgenomen. Ons zijn Verbondswoorden gegeven. En als teken daarvan, om ons luisteren te bevestigen en te versterken, de Doop geschonken.
De HERE is onze God. Dat belijdt de kerk van vandaag zo prachtig in de eerste zondag van de Heidelbergse Catechismus. Ik ben eigendom van God! Want Christus heeft mij gekocht met zijn bloed. En mij uit alle zonde en duivelsmacht vrijgemaakt.
Ja, de HERE is mijn God. De HERE is ónze God.De Enige
Die oproep, die tegelijk een geloofsbelijdenis is, is nog niet af. Er volgt nog een stukje: de HERE is één!
De meeste uitleggers zijn van mening dat je dat moet uitleggen als: de HERE is de enige. De enige ware God. Dat woordje “één” wordt zo wel op meer plaatsen in de Bijbel gebruikt. Het past ook helemaal bij de rest van het Bijbelgedeelte. De HERE is onze God en Hij is de enige God!
In de dagen van Israël was het belangrijk dat de Israëlieten dat steeds voor ogen bleven houden. Ze leefden in een wereld die talloos veel zogenaamde goden kende. De Egyptenaren, waar ze tussen hadden geleefd, erkenden vele goden. En de Kanaänieten en Filistijnen, die ze dadelijk gaan ontmoeten, evenzo. En kinderen van de HERE zijn helaas niet immuun voor de verleidingen van de wereld. Niet uit zichzelf. De geschiedenis van Israël is daarvan één grote serie waarschuwende voorbeelden. Daarom: Luister Israël, de HERE is de Enige!
En laat de Nieuw-Testamentische kerk niet denken dat deze indringende uitspraak niet meer zo nodig is. Alsof wij niet meer in staat zouden zijn andere zogenaamde goden te aanbidden. Nee, onze afgoden hebben niet meer van die mooie namen. Maar ze zijn er wel. En ze zijn een grote verzoeking voor de kerk. Voor ons allen.
De afgoden van de tijd. Welke zijn dat dan? We noemen er een paar. In de eerste plaats de zelfaanbidding. Het zelf alles willen weten. Zelf overal iets over te zeggen willen hebben. In de tweede plaats de zucht naar geld en goederen. Om daar zekerheid in te vinden. Verder de aanbidding van wetenschap en techniek. De mens kan zoveel dat de HERE soms overbodig lijkt.
En een vierde afgod van deze tijd is de gelijkheidsdrang. Onderscheid je vooral niet van de rest van de mensen. Maar pas je aan, dan hoor je erbij.
Zo zijn er wel meer.
Maar de HERE leert ons te zeggen: Hoor, Israël: de HERE is onze God; de HERE is de Enige! Er is niemand en niets in dit leven waarop we kunnen vertrouwen zoals de HERE.Liefhebben
En dan volgt het begin van de uitwerking. Wat wil dat dan zeggen, dat de HERE onze God is? Dat Hij de Enige is? Wat betekent dat voor ons leven in het Verbond?
Dat betekent dat we de HERE moeten liefhebben. Met heel ons hart. Met heel onze ziel. Met al onze kracht. We moeten de HERE liefhebben met heel ons leven.
Liefhebben in de Bijbel, dat is niet “lievig” denken over de HERE. Dat is niet “lievig” spreken over de HERE. Dat is ook niet “lievig” omgaan met elkaar. Dat is ook helemaal niet het eenzijdig benadrukken van Gods éigen liefde en genade. En ook niet het afzetten van Gods liefde tegen zijn toorn en wraak.
Nee, liefhebben, dat is heel gewoon het zelfde als aan het begin van vers 4: luister! Luister van harte naar de HERE. Zet je zinnen er op om van harte de wil van de HERE te doen. Alleen de wil van de HERE. Niet je eigen wil. Niet de wil van geleerde mensen. Niet de wil van je omgeving. Maar de wil van de HERE. Luister, en doe wat de HERE vraagt. “Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.” (Micha 6 : 8). Dat is liefhebben.Zichtbaar
De Woorden van de HERE, de eis om te luisteren en de HERE lief te hebben, moeten het hart van Gods kinderen helemaal in beslag nemen. Zo vervolgt vers 6. Gods Verbondseis moet ons leven volkomen beheersen. Zo, dat we dat Woord niet voor onszelf houden. Gods Verbondswoord moet de kinderen ingeprent worden. De jeugd van het Verbond moet zijn God, de Enige, goed leren kennen! Onze verantwoordelijkheid!
En we zullen er over spreken. Thuis. In het gezin. In de kerk. Op het werk. Onderweg. In de vakantie. In het verzorgingshuis. Op de vereniging. We zullen er mee bezig zijn. Zo, dat zíchtbaar is dat wij eigendom van de HERE zijn. Dat wij horen bij dat volk, dat luistert en liefheeft, door de genade van de enige God en het verlossend werk van Jezus Christus.
Mozes gebruikt hier, door de aandrijving van de Heilige Geest, prachtige beelden.
Bind die woorden op je hand: die handen gebruik je voor talloze dagelijkse dingen; wat je vastbindt op je hand, daar kun je gewoon niet omheen.
Schrijf ze op een hoofdband: iedereen die met je in contact komt ziet het: een mens die eigendom is van de HERE.
Schrijf de Woorden van het Verbond op je deur en deurposten: iedereen die bij je binnengaat weet dat hier een gelovig mens woont, iemand die de dienst aan de HERE serieus neemt.
Weten we nog wat evangelisatie is? Echte evangelisatie? Vooral dit: Luister, Israël, de HERE is onze God; de HERE is de Enige!Belofte
Belofte en eis. Dat is het Verbond. De rijkdom van het Verbond is dat de HERE niet alleen de zijnen heeft uitgekozen, en ze roept. Nee, we weten ook dat aan de eis verbonden is de belofte. Onlosmakelijk. Tegelijk met het `Hoor, Israël!` is er de belofte van de HERE. Over die Verbondsbelofte lezen we ook op talloze plaatsen in de Bijbel. Ook in dit hoofdstuk. Voor vers vier, en na vers negen. Lees het nog maar eens.
Als Israël inderdaad luistert, als Gods kerk inderdaad Hem van harte liefheeft, als de kinderen van de HERE inderdaad in heel hun leven laten zien dat Gods Verbond in hun hart is, dan is er de zegen van de HERE. Ja, ik weet het wel, uit onszelf luisteren we niet. Maar gelukkig hebben we een Verlosser, die wel volmaakt luisterde. Ook voor ons. Ook dat is een wezenlijk deel van de Verbondsbeloften. En onze God liegt niet. Zijn Woord, Zijn beloften zijn waarachtig.
Als Israël gelovig luisterde, zo mocht Mozes verkondigen, dan zou het dat volk wel gaan in Kanaän. Dan zouden ze talrijk worden. En tot in lengte van jaren, tot in de verste geslachten, leven in dat land van melk en honing.
Als Gods Nieuw-Testamentische volk, zijn kerk, luistert, dan zal het al die kerkmensen wél gaan. Ondanks al het lijden aan de gebrokenheid van het leven en de schepping. Dan zullen zij léven, straks, in dat nieuwe land. Op die helemaal opnieuw geschapen aarde. In die volkomen heilige en zuivere stad, Jeruzalem. Een land en een stad, werkelijk volmaakt, overvloeiend van melk en honing.
Voor de Israëlieten was die belofte allereerst een onmiddellijk tastbare werkelijkheid. Ze stonden aan de oevers van de Jordaan. Het beloofde land was maar een paar honderd meter van hen verwijderd.
Maar voor ons, aan het einde van de eeuwen, is die werkelijkheid niet minder. Christus is gekomen. Hij heeft álle Verbondseisen vervuld. En daardoor álle Verbondsbeloften gekregen. Voor de zijnen. Voor ons.
Een machtige zekerheid.
Luister, Israël, en het zal u wél gaan!Nieuwjaar
We staan weer aan het begin van een nieuw jaar. Een nieuw jaar van onze HERE. Een jaar van de God van het Verbond. Van de Enige!
We proberen vaak vooruit te kijken. En dan kunnen allerlei gedachten ons bekruipen. Ook 2010 zal een jaar zijn in de eindtijd. We weten niet eens of dat jaar wel voltooid zal worden. Of, als het wel zal overgaan in 2011, of wij er zelf nog bij zullen zijn, in dit leven. We weten niet hoe het verder zal gaan met de kerk. Of de HERE ons nog een tijd van adempauze gunt. Of Zijn oordelen nog enige tijd uitgesteld worden. Of de verdrukking snel zal toenemen of dat er nog langere tijd een plaats voor het Woord zal zijn. We weten al helemaal niet hoe ons persoonlijk leven zal verlopen. Hoe het zal gaan met gezin en familie. Allemaal menselijke onzekerheden.
Maar één ding weten we wel zeker: we hebben een God! Ja, we zijn eigendom van de Enige! Bij alles wat we niet weten en niet kunnen overzien is dat onze rotsvaste zekerheid. De HERE is onze God. De God die alles leidt naar zijn, voor ons niet te doorgronden raadsplan.
We zijn eigendom van de God, die Zijn Verbond met ons sloot. Die ons riep en bevestigde. En nog steeds iedere week bevestigt. Die ons Zijn eis, maar tegelijk Zijn belofte oplegde. Hij gaf ons een vaste plaats in het Verbond. Daarin is onze toekomst volkomen zeker.
Vooruit kijken mag. Ook bij een jaarwisseling. Maar dat menselijke vooruitkijken, op korte termijn, geeft geen rust en geen zekerheid. Dat moet dan ook niet ons leven beheersen. Er is maar één echte zekerheid, één ding dat echt rust en vrede geeft: Christus heeft ons gekocht met zijn bloed. Hij heeft ons tot eigendom gemaakt van de God van het Verbond. Daarom laten we ons leven niet leiden door zorgen en moeilijke vooruitzichten. Dat hoeft niet. Alles komt goed. Echt alles. De HERE heeft het immers beloofd?
Dan mag ons programma voor 2010 hetzelfde zijn als voor 2009, en, als de HERE het nog geeft, voor 2011: Luister, Israël, de HERE is onze God, de HERE is de Enige.
Dan zal het ons wél gaan.