De liefde in de gemeente ijvert niet voor zichzelf


De liefde is niet afgunstig 1 Kor.13:4
Herziene Statenvertaling: de liefde is niet jaloers.


We vervolgen de overdenking van het hooglied van de liefde.
Wij deden dat in de vorige artikelen door aan te wijzen dat het hier gaat om de liefde in de omgang van de broeders en zusters in de gemeente. En dat die liefde moet zijn een afbeelding van de liefde van de HEERE. En met name dat Gods kinderen aan het beeld van de Zoon gelijkvormig moeten worden, vooral wat betreft Zijn liefde voor de Zijnen.

Eerst over de werkelijke betekenis van het woord afgunstig. Daarin zit in het Grieks het woord zeloot. Dat was de aanduiding voor de mensen ten tijde van de Heere Jezus Christus die met geweld zich wilden bevrijden van de Romeinen. Eén van hen was de discipel Simon Zelotes.
Maar de HEERE wordt eveneens zo genoemd: Ik ben de HEERE, uw God Zeloot, een ijverend God:

    Ex.34:14 Want gij zult u niet nederbuigen voor een andere god, immers de HEERE, wiens naam Naijverige is, is een naijverig God.

In plaats van naijverig geeft de Herziene Statenvertaling terecht de naam van de HEERE weer als IJveraar, en verder: een ijverend God is Hij;
Ex.20:5 Ik, de HEERE, uw God, ben een naijverig God. De Statenvertaling heeft ijverig, maar in de Kanttekeningen wordt dat verklaard als jaloers. De Herziene Statenvertaling heeft terecht ijverend.
De ijver van God kan zich keren tegen Israël, maar ook vóór Israël werken.
De ijverzucht van de HEERE wordt door Israël opgewekt door het dienen van vreemde goden:
    Deut.29: 20 dan zal de HEERE die man niet willen vergeven, maar zullen de toorn en de ijver van de HEERE tegen hem branden; heel de vloek, die in dit boek opgetekend staat, zal op hem rusten, en de HEERE zal zijn naam uitwissen onder de hemel.

Zo ook Ez.16:38 Ik zal u maken tot een voorwerp van bloedige grimmigheid en naijver (SV ijver);
23:25 Ik zal u mijn naijver doen voelen (SV ijver).
Maar die ijver van de HEERE is niet alleen gericht tegen Israël, maar ook tegen de vijanden van Israël:
    Ez.39:25 25 Daarom, zo zegt de Heere HEERE, nu zal Ik een keer brengen in het lot van Jacob en Mij ontfermen over het gehele huis van Israël en ijveren voor Mijn heilige naam.

Dat betekent dat de HEERE een rest zal bewaren. En Jesaja mag aankondigen de geboorte van Christus:
    Jesaja.9:7 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de HEERE der heerscharen zal dit doen.

Die ijver van de HEERE betekent dus zowel Zijn liefde als Zijn toorn. Wij horen er uit dat de HEERE in beweging is en dat de mens te maken heeft met de volle kracht van Zijn liefde of van Zijn toorn.
En het is niet maar een stemming nu en dan, het behoort tot Zijn Wezen. Niet nu eens zo en dan weer zo, zoals mensen dat hebben. Maar de HEERE is een ijveraar - Hij is altijd met heel Zijn liefde en heel Zijn toorn bezig. De HEERE is één in Zijn ijveren.

Onze ijver is besmet met zonden. Dan ijveren wij niet voor het huis van de HEERE, maar voor onszelf. In verscheidene brieven worden ons waarschuwingen gegeven tegen twist en nijd. Wanneer die er zijn, zijn wij vleselijk en leven we als onveranderde mensen:
    2 Kor.12:20 Want ik vrees, dat ik misschien bij mijn komst u niet zo zal vinden, als ik wens, en zelf door u zo zal gevonden worden, als gij niet wenst. Ik vrees, voor twist, naijver (SV nijdigheden), opwellingen van toorn, van zelfzucht, voor laster, oorblazerij, verwatenheid en ongeregeldheden.

De zonde daarin is dat wij geen beeld van God zijn. Toen Christus de tempel reinigde vervulde Hij Psalm 69: de ijver van Uw huis heeft Mij verteerd. Wij moeten beeld van Christus zijn, de ijver van het huis van de HEERE moet ons verteren, we moeten daarin opgaan.
Er wordt dikwijls verkeerd gesproken over de liefde, namelijk wanneer zij losgemaakt wordt van het huis van de HEERE.
Hier horen wij dus allereerst waaruit zal blijken of wij die liefde hebben of niet. De liefde ijvert niet voor zichzelf, maar voor het huis van de HEERE. Dat betekent dat de liefde allereerst zich richt op de kerk, dat u ijvert voor Zijn huis, voor Zijn dienst. En wanneer die liefdesijver er niet is, dan is er ook geen liefde tot de broeders en zusters, maar een ijver voor onszelf.
Hoe komt het dat wij dan afgunstig zijn op anderen, die het beter hebben dan wij? Dat komt hier vandaan dat wij niet geloven dat de HEERE ons werkelijk alles geeft wat wij nodig hebben om Hem te dienen, op onze plaats en in onze omstandigheden. Ik heb altijd genoeg, zei Paulus. De HEERE geeft altijd genoeg. Dat vraagt groot geloof. En om dat geloof mogen we de HEERE altijd weer vragen in ons gebed.
Wij kennen ook de uitdrukking: Jehu’s ijver. Jehu deed dat de HEERE hem geboden had en hij roeide het huis van Achab en ook de Baälspriesters uit. Maar dat was een ijver voor zichzelf, immers hij liet de beeldendienst in Dan en in Bethel voortbestaan. Hij had zich niet onderworpen aan het Woord van God.
Paulus ijverde ook voor de kerk, maar hij vervolgde de gemeente van God. Zelf zegt hij werd er van: naar mijn ijver was ik een vervolger van de gemeente van God, Filip.3:6. En van de Joden getuigt hij dat zij een ijver hebben, maar zonder verstand.
Dwepers en drijvers zijn onevenwichtig, ze zijn niet nuchter. Want nuchter betekent: alles overzien wat de HEERE gebiedt. Een ijveren voor Zijn huis - naar de Schrift.
Christus is zowel het één als het ander: Hij is een vlammend vuur, werpt vuur op de aarde en brengt verdeeldheid. Maar aan de andere kant noemde Hij Zich de goede Herder en betoonde Zich de ware kindervriend. Hij is alles in één en een mens uit één stuk.
Daarom zegt de HEERE dat wij een broeder die zondigt moeten terechtwijzen in een geest van zachtmoedigheid. We moeten vermanen in ootmoed. De liefde is dan ook lankmoedig en goedertieren en ijvert niet los van het Woord.

Paul getuigt dat hij ijvert, zich inspant, om de gemeente aan Christus voor te stellen als een reine maagd, 2 Kor.11:2.
Zo moeten wij ons beijveren voor de dienst van de HEERE. Voor de HEERE is het beste niet goed genoeg. Dan worden wij niet armer wanneer wij voor de HEERE geven, maar we worden rijker. Dan worden we wel verteerd in Zijn dienst en misschien zelfs nog arm, maar wij ontmoeten de ijver van de HEERE in Zijn ijveren voor Zijn volk.
De liefde ijvert dus niet voor zichzelf: zij zoekt zichzelf niet, vs.5. Dat kan alleen wanneer wij vernieuwd worden naar het beeld van Christus en Zijn Geest in ons die liefde bewerkt.
Hij wil ons brengen tot een zuiver ijveren zonder valse, verkeerd gerichte, scheefgegroeide ijver. De HEERE wil dat daardoor Zijn ijver weerspiegeld wordt in de ijver van de Zijnen.