Apostolische Geloofsbelijdenis contra Islam (6)


1. Op de derde dag opgestaan uit de doden; ...
Gezien het voorgaande geloven de moslims ook dit niet. Immers in plaats van gekruisigd te worden heeft Allah Isa opgenomen in de hemel.
En toch .... In Soera 19: 33 staat over Isa, sprekend vanuit de wieg: “En heil over de dag, dat ik geboren werd, en de dag, dat ik zal sterven., en de dag, dat ik tot leven word opgewekt.” En precies de zelfde woorden staan geschreven in Soera 19: 15, maar dan gaat het over Jahja (=Johannes).
Dat klinkt dus allemaal wel verwarrend.
Het lijkt alsof er in de Bijbel ook een tegenstell9ing is inzake Jezus’ opstanding: in Rom. 4: 25 lezen we dat Jezus is opgewekt om onze rechtvaardiging; elders dat Hij is opgestaan. In het eerste geval heeft God Hem opgewekt; in het tweede geval staat de actie van de Zoon op de voorgrond. Toch is hier niet van een tegenstelling sprake. Immers er kan nooit een tegenstelling bestaan tussen de Vader en de Zoon. “Ik en de Vader zijn één”, zegt Jezus zelf. Hij rees uit het graf door eigen kracht, want Hij was God, vervuld met kracht.
Belangrijker is wat de inhoud van de opstanding voor de gelovigen betekent. In Hand. 3: 15 lezen we: “maar God heeft Hem – Leidsman ten leven – opgewekt uit de doden. Daarmee heeft God aangegeven dat aan zijn recht voldaan was. En door Jezus’ opstanding maakt Hij ons de gerechtigheid deelachtig, die Hij door Zijn dood verworven heeft. En die dood was het dieptepunt van heel Zijn lijden op aarde. En dat geschiedt alleen door geloof. Zo zullen de gelovigen leven tot in eeuwigheid.
Bovendien is Jezus’ opstanding een zeker pand van onze zalige opstanding: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij Zijn komst (I Kor. 5: 23).
Wat missen de moslims dit heerlijk evangelie. Over deze dingen - het borgtochtelijk lijden en het sterven en de opstanding van Christus staat in de koran niets beschreven.

2. ... opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; ...
Reeds eerder schreven we over de opname door Allah van Isa, zodat deze niet gekruisigd is. Isa is dus niet zelf opgevaren. Allah heeft dat gedaan. Daarmee heeft Allah het borgtochtelijk lijden van Isa “verhinderd”. Maar dat is ook wel duidelijk: de Islam ziet Isa uitsluitend als een profeet. Er wordt wel vol eerbied over Hem geschreven in de koran maar Mohammed is de laatste en de grootste van de profeten. Wel geloven moslims dat Jezus in de hemel is. Daarover lezen we in Soera 3: 55: “Toen Allah zeide: O Isa, ik zal uw doorschuld invorderen, ik zal u opheffen tot mij en u reinigen van hen die ongelovig zijn ..... tot de dag der opstanding.” Toch kunnen we dit niet als een hemelvaart beschouwen, zoals die van Jezus. Isa is en blijft een profeet.

Jezus’ hemelvaart is een triomftocht. Hij heeft de overwinning behaald. De apostel Paulus schrijft in I Kor. 15: 25: “want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft.” En deze regering duurt tot Zijn wederkomst. Dan zal Jezus Zijn koningschap overdragen aan Zijn Vader (I Kor. 15: 23, 24): ”... daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij , alle macht en kracht onttroond zal hebben.”
Over deze heerlijke zaken wordt in de koran niet geschreven. We kunnen alleen maar dankbaar zijn dat God ons de Bijbel gegeven heeft, om dagelijks ons geloof te versterken.

Volgens de hdith (= de Islamitische overlevering) heeft Mohammed wel een tocht naar de hemel gemaakt. Daarbij gaat het waarschijnlijk om een visioen, waarin hij de zeven hemelen heeft betreden. Daar heeft hij van Allah de opdracht gekregen om vijf keer per dag te bidden. Deze reis zou in Jeruzalem begonnen zijn. De rotskoepel was het startpunt van deze reis. Het is tot op heden een pelgrimsplaats voor moslims.

Het zitten aan de rechterhand van Allah komt in het geloof van de moslim ook niet voor.
In de Bijbel lezen we meerdere malen over een hemelvaart, zoals van Henoch en Elia, maar dezen zijn niet gezeten aan Gods rechterhand. Dat voorrecht komt alleen aan Jezus toe. Daar gaat het om de hoogste plaats. Dat wordt – aards – wel zo verklaard, dat men in het oosten meent dat in de rechterhand de kracht van de mens openbaar wordt. Christus deelt in de hemel in de heerlijkheid van de macht van God. Die heerlijkheid had Hij op aarde niet: “... Hij had gestalte noch luister (=heerlijkheid) dat wij Hem zouden hebben aangezien, noch gedaante, dat wij Hem zouden hebben begeerd.” (Jes. 53: 2).
Maar nu Christus in de hemel is, als de verhoogde Messias en Middelaar, mag Hij genieten de hoogste heerlijkheid: de heerlijkheid Gods. Zo mag Hij ook delen in Gods macht. Ef. 1: 21: “... boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.”
Zo staat de heilsmacht van de verhoogde Christus boven alle machten die de werkelijkheid om ons heen beheersen. Daarbij mogen we denken aan demonische krachten, die reëel zijn, die we om ons heen ervaren.
Wat een rijke gedachte en belofte om een kind van Jezus te mogen zijn. Alleen bij Hem zijn we veilig.

Over God, de almachtige Vader, hebben we al eerder geschreven. De volgende keer DV ``... vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.`