De Schriftuurlijke roeping tot vrijmaking


In enkele hoofdartikelen heeft ds. de Marie duidelijk aangewezen de steeds klemmender roeping om zich vrij te maken en zich te voegen bij de kerk van Christus. Hij wees verder duidelijk aan op welke wijze een predikant, maar ook een kerklid, aan die roeping gehoor moet geven. Daarbij wees hij vooral op artikel 31 van de kerkorde en op de roeping deze daad van vrijmaking voor God en de broeders en zusters te verantwoorden overeenkomstig Schrift en belijdenis.

Vrijmaking of onttrekking


Wanneer een kerklid zich onttrekt aan opzicht en tucht van de kerkeraad komt er meestal van zo'n publieke verantwoording niets terecht. Dat ligt ook in de aard van de zaak, want een onttrekking is iets totaal anders dan een vrijmaking.
Tot ons verdriet komt het inderdaad soms voor dat kerkleden van oordeel zijn zich te moeten onttrekken. Op grotere schaal gebeurde dat in de gemeente van Bergentheim – Bruchterveld, waar de wettig geschorste en afgezette ambtsdragers op een onschriftuurlijke en daarom onverantwoorde wijze een deel van de gemeente voorgingen en meetrokken op de weg van het zich onttrekken aan opzicht en tucht van de wettige kerkeraad.
Maar dat ging in tegen de roeping om zich bij de ware kerk te voegen en met haar de eenheid te blijven onderhouden.
Zo heel anders ging het toe in de Vrijmaking in 2003.

De Vrijmaking van 2003


Het is alweer zes jaar geleden dat alle kerkeraden en alle kerkleden werden opgeroepen zich te maken. Toen naar die oproep niet geluisterd werd moest het tot vrijmaking komen. Hoe werd deze publiek verantwoord?
Er werd op 28 september een grote vergadering gehouden in de Zuiderkerk te Zwolle. Daar werd eerst een toespraak gehouden Om kerk te blijven. In die toespraak werd uitvoerig uiteengezet dat overeenkomstig Schrift en belijdenis het nu de roeping van ‘s HEEREN wege was om tot Vrijmaking over te gaan.
Daarna werd de Acte van Vrijmaking voorgelezen. Ik geef nu iets daar uit door.

De situatie in de kerken


De Acte van Vrijmaking begon met een beschrijving van de situatie in de Gereformeerde kerken vrijgemaakt:
    Jarenlang zijn binnen de Gereformeerde Kerken in de kerkelijke weg bezwaren ingebracht tegen allerlei ontwikkelingen. Deze vanuit Schrift en belijdenis beargumenteerde bezwaren wezen aan dat er binnen de Gereformeerde Kerken sprake is van brede en diepe afval in heel het kerkelijk leven en dat deze kerken zich verwijderen van Gods Woord.
    Daarom werden de kerken en de kerkelijke vergaderingen met klem opgeroepen van deze deformatie van de Kerk terug te keren, zowel plaatselijk als binnen het kerkverband. Vele revisieverzoeken zijn ingediend met name bij de Generale Synode Zuidhorn – 2002/2003, waar de lijnen van afval en afwijking van Gods Woord nadrukkelijk uitliepen in besluiten die direct in strijd zijn met dat Woord van onze God.
    Deze synode heeft echter in plaats van de deformatie te stuiten en de weg naar de reformatie van de Kerk in te slaan vrijwel alle revisieverzoeken afgewezen.
    Zij is voortgegaan op de weg, die wij moesten aanwijzen als in strijd met Schrift en belijdenis. Het verval werkt daarom nog steeds verwoestend door.
    Allerlei trends en ontwikkelingen en ook veel concrete besluiten laten geen andere conclusie toe, dan dat de kerk beroofd wordt van haar erepositie als ware Kerk en verlaagd tot een pluralistische kerk. Zij is verworden tot een kerk waarin ja en nee, zuivere en onschriftuurlijke leer, een wettige plaats naast elkaar hebben. De Oproep tot reformatie en bekering werd gedaan aan de kerkenraden, het hoogste kerkelijke orgaan, dat geroepen is om naar artikel 31 K.O. en artikel 29 Nederlandse Geloofsbelijdenis, synodebesluiten die in strijd zijn met Gods Woord, te verwerpen.

Daarna volgde de constatering:
    De Oproep tot reformatie en bekering is echter tot onze grote droefheid door de kerken en in de kerkelijke pers op brede schaal radicaal verworpen.


De rechtvaardiging van de Vrijmaking


Hierop volgt in de Acte van Vrijmaking de rechtvaardiging van de Vrijmaking, namelijk als reformatie en beslist niet als onttrekking of scheuring:
    Deze Vrijmaking en bekering is een daad van gehoorzaamheid aan het Woord van God, dat gebiedt geen gemeenschap te hebben met de zonden en de dwalingen, en de meerderheid niet te volgen in het kwade, (Ex. 23:2; Efez. 5:6,7; 2 Joh.:10; artikel 7 Nederlandse Geloofsbelijdenis): de waarheid is boven alles.
    Wij willen de roeping van de HERE, Die vraagt dat de Kerk zich richt naar het zuivere Woord van God en alles wat daarmee in strijd is verwerpt, artikel 29 Nederlandse Geloofsbelijdenis, gehoorzaam volgen.

Immers, zo werd aangewezen, er heerst binnen de kerken een algemeen
verval. Uitvoerig wordt dat verval aangewezen: de synodebesluiten inzake het vierde gebod, de heiligheid van het huwelijk, de onschriftuurlijke gezangen, de wildgroei in de liturgie, de vervaging van de kerkelijke grenzen, de Schriftkritiek, de geringschatting of zelfs ontkenning van het werk van de HEERE in de reformatie van zijn kerken, de plaats en de inhoud van de prediking.
En al deze zaken, zo vervolgt de Acte van Vrijmaking,
    zijn nu door twee opeenvolgende synodes definitief besloten en aan de kerken opgelegd. Verder appèl in de kerkelijke weg is niet meer mogelijk.


Het is goed dat duidelijk te vermelden, nu publiek het verwijt aan ons adres werd gericht dat onze vrijmaking in 2003 te vroeg was en op een te smalle basis rustte.
Kortom, zo moest geconcludeerd worden:
    Door bovengenoemde ontwikkelingen en besluiten kan van de Gereformeerde Kerken niet meer gezegd worden, wat wij van de ware Kerk belijden: “Kortom, dat men zich richt naar het zuivere Woord van God, alles wat daarmee in strijd is verwerpt en Jezus Christus erkent als het enige Hoofd” (NGB, art. 29.


Om kerk te blijven


In de toespraak in bovengenoemde vergadering werd nog eens duidelijk uitgesproken:
    We moeten niet spreken van Afscheiding en helemaal niet van onttrekking aan de kerk, maar van Vrijmaking. Wij scheiden ons niet af van de kerk, maar van degenen die niet langer meer bij de kerk behoren (artikel 28 Nederlandse Geloofsbelijdenis). Dat artikel plaatst de roeping tot die afscheiding onder de noemer van de kerkelijke eenheid. Juist om de band aan de kerk van alle eeuwen vast te houden, juist om de eenheid van de kerk “des te beter te kunnen onderhouden”, is die afscheiding van hen die niet meer bij de kerk behoren, roeping.


Het werk van de HEERE


Toen de scheuring binnen de twaalf stammen tot stand kwam doordat tien stammen onder leiding van Jerobeam zich afscheidden, heeft de HEERE door middel van een profeet, eerst aan Jerobeam, later aan het hele volk, een blik gegund in Zijn raadsbesluit, 1 Kon.11:35, 2 Kron.11:4.
De HEERE zei dat het door Hem was gebeurd met de bedoeling dat er altijd een lamp voor David zou zijn en dat de tempel in Jeruzalem de plaats zou blijven waar de HEERE Zijn naam vestigde en waar Hij woonde onder Zijn volk en het evangelie van de Heere Jezus Christus deed prediken door middel van de offerdienst en de andere ceremoniën van de wet.
Ook vandaag moeten wij geloven dat de deformatie van de kerk niet buiten de HEERE om gaat:
    We gaan uit van de eerste grondzuil: er is geschied. Wij eerbiedigen het besluit van de HERE, dat ten grondslag ligt aan de ontwikkelingen van de laatste tijd. Dat is de ondoorgrondelijke raad van God Die alles bestuurt en van de wijsheid van de Here Jezus Christus, Die Zijn kerk vergadert, beschermt en onderhoudt. Die raad is diep van wijsheid en gerechtigheid en ook meteen vol van genade.
    Maar dan denken we meteen aan die andere grondzuil: er staat geschreven. We hebben immers Zijn Woord dat ons duidelijk de weg wijst om ons te onttrekken aan degenen die blijken niet bij Zijn kerk te behoren.
    Daarom niet eigenwillig maar de roeping tot Vrijmaking afwijzen en blijven voortsukkelen en schipperen en plooien, maar als soldaten van de HERE marcheren en Hem volgen, de Leidsman en Voleinder van het geloof.
    Dan hebben we genoeg, meer dan genoeg, aan Zijn rijke beloften!

Wat blijft ons anders over dan te hopen op Zijn Woord. Abraham moest weg uit zijn woonplaats en zijn familie. Waarheen? Dat wist hij niet. Maar hij had genoeg aan Gods belofte. Altijd weer was het Gods Woord dat Gods kinderen op de been houdt. David had Gods belofte dat hij koning zou worden, meer niet. Dat hield hem staande in al die jaren van vervolging en verwerping, toen hij alleen maar de uitgestotenen van de samenleving bij zich had, daar in de spelonk van Adullam.
Dan mogen we ook de HERE verwachten. Hij maakt zijn volk vrij van ongerechtigheden. We hebben toch een toekomst!
Wij mogen rekenen op de vergeving van de HEERE, wanneer wij de zonden, de kerkzonden, wegdoen en ons daarvan vrijmaken.
Het is een voorrecht, een onverdiende zegen, dat de HEERE ons daarvoor de ogen geopend heeft.

Doorgaande reformatie


Tenslotte: de HEERE nam tien stammen af van de zoon van David.
Hij zei dat Hij dat deed om Zijn volk te verootmoedigen, tot bekering te brengen.
Dat betekent voor ons vandaag: de reformatie van de kerk moet in ons dagelijks leven doorwerken. Want dat is de wil van de HEERE.
Wij mogen in Christus nog altijd overeenkomstig Gods belofte een lamp hebben.
Immers, Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus, 2 Kor.4:6

En wij achten het profetische woord daarom des te vaster, en gij doet wel er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten, 2 Petr.1:19.