Maranatha


En het maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of op hun voorhoofd, en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft. (Openbaring 13: 16, 17)

Uitsluiting


Leven in de eindtijd. Wat betekent dat? Onze Here Christus komt weer. Daar wachten we op. Ja, daar zien we verwachtend naar uit. En hoe verder de geschiedenis komt, hoe dichterbij ook het tijdstip van de wederkomst. Uit Gods Woord weten we dat de komst van onze Here vooraf zal gaan door vele gebeurtenissen. Het evangelie zal over de hele aarde verspreid worden. Dat eerst! Maar daarnaast zullen we Gods oordelen zien komen. De zeven engelen blazen op de bazuinen en gieten hun schalen uit. (Openbaring 6-16) Zien we dat niet om ons heen? In de vele, vele ernstige rampen, besmettelijke ziekten, vernietiging van de Schepping, oorlogen en burgeroorlogen, armoede en hongersnoden?
En ook weten we uit de Bijbel dat, voordat de Here Jezus weerkomt, de kerk het verschrikkelijk moeilijk zal krijgen. Zij die het merkteken van Christus dragen en dat teken niet verloochenen zullen buiten de maatschappij gesloten worden. De grote boycot. Dat lezen we in bovenstaande tekst. Straks zal iedereen gedwongen zijn om te kiezen. Aanvaard je het merkteken van het beest of het merkteken van Koning Christus? Ga je het beest aanbidden of blijf je volharden in het leven in het Verbond? Ten diepste is er geen andere keuze. Dat zal steeds duidelijker worden. En wie zich gelovig en gehoorzaam laat roepen door Christus zal dat weten! Uitstoting op allerlei terreinen. Het zal uitlopen op de totale verdwijning van de kerk uit het openbare leven. Alle sporen van de dienst van de Here zullen verwijderd en onzichtbaar gemaakt worden. Of juist in dienst gesteld worden van de aanbidding van het beest.

Haarlem


De meesten van ons vinden de Openbaring aan Johannes een interessant bijbelboek. Fascinerend. Net als al die andere plaatsen in de Bijbel waar geprofeteerd wordt over de laatste dagen. Maar wat doen we met de kennis die de Here ons gegeven heeft? Zien we ook werkelijk het werk van de komende Here? Niet alleen in de reformatie van de kerk maar in heel de geschiedenis van de mensheid? In onze eigen geschiedenis? Hebben we daar echt oog voor? En als we het zien, wat zegt het ons dan?
Enkele weken geleden was het dagelijks in het nieuws: de vraag of de organisatie “Het Scharlaken Koord” mocht werken voor de gemeente Haarlem. “Het Scharlaken Koord” is een onderdeel van de bekende Stichting tot Heil des Volks. De organisatie houdt zich bezig met hulp aan prostituees. In dit geval ging het om hulp aan prostituees die “er uit willen stappen”. Die hun leven anders willen gaan inrichten. “Het Scharlaken Koord” verricht al jaren goed werk op dit terrein. Heel professioneel. Dat was dan ook niet het punt van discussie. Nee, waar het om ging was het feit dat het een chrístelijke organisatie is. Medewerkers van de organisatie zijn christenen. En daar zat het zere punt. Mag de overheid wel in zee gaan met een christelijke organisatie? Een organisatie waar niet iedereen in dienst kan treden? Dat het werk zelf gedaan wordt zonder onderscheid naar religie of afkomst, dat speelde geen rol. Alleen maar dat ene: medewerkers moeten christen zijn. Kan een zogenaamde neutrale overheid wel van zo’n organisatie gebruik maken? Komt dat niet in strijd met het beruchte anti-discriminatie-beginsel?
De zaak kreeg heel veel aandacht van de media. Op een rellerige manier. We zullen er verder niet op ingaan. Als maar duidelijk is waar het om gaat: de zogenaamd “neutrale” overheid werd opgeroepen niet om a-religieus te handelen (zonder band met een geloof) maar anti-religieus (daadwerkelijk tegen geloof). Men probeerde een organisatie op christelijke grondslag buiten het maatschappelijk leven te zetten. Het is gelukkig (nog) niet gelukt.

Kruisje


Een ander bericht uit de pers: het CDA gaat aandacht vragen voor een Europese richtlijn over het dragen van religieuze symbolen. In Frankrijk is het verboden voor ambtenaren om een kruisje te dragen. De overheid is toch neutraal? In Engeland mag op de openbare scholen pertinent niet over het geloof gesproken worden. Een leerkracht werd gestraft omdat ze via haar school-email een berichtje had gestuurd in de privé-sfeer over bidden. En ligt een hoofddoekjesverbod voor moslimmeisjes en moslimvrouwen niet in de zelfde sfeer? Uitingen van geloofsovertuiging, mogen ze nu wel of niet in het openbare leven?
We denken ook aan de opgeklopte berichten over “refo-jongeren”. Opeens zouden ze niet meer “geïntegreerd” zijn. Te weinig omgaan met niet-gelovige jongeren. Alsof we in Nederland niet vrij zijn om onze eigen vrienden- en kennissenkringen te kiezen! Alsof alleen behoudend christelijke jongeren vooral omgaan met gelijkgezinden.

Waakzaam


De boycot, de uitsluiting, komt. Nu nog langzaam. Dan hier een stukje, dan daar een stukje. Wat doen we er mee? Zien we het voorlopig wel? En leven we ons geruste leventje verder? Het raakt ons immers nog niet echt? Vervelende berichtjes. Maar we hebben het toch goed hier? Iedere zondag danken we voor onze vrijheid en voor de mogelijkheden die de Here ons geeft. Geloven we eigenlijk wel echt dat de grote verdrukking komt? Want die komt! Gods Woord is vast. Straks komt de boycot in volle hevigheid. En dan? Laten we ons er door verrassen? Zullen we verbijsterd zijn? Verslagen?
Nee. Het is ons alles voorzegd.
    ”Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is. Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur.” (Matt. 24: 32, 33)

En de Here Jezus heeft ons gewaarschuwd om waakzaam te zijn. We mogen en moeten de tekenen van de komende wederkomst duiden aan de hand van Gods Woord. We mogen al die gebeurtenissen gelovig zien als mijlpalen op de weg naar de Jongste Dag. Ja, we móeten ze zo zien. Zodat we onze God kunnen eren en danken voor zijn werk. We zullen er aandacht voor hebben. We zullen waakzaam zijn. We zullen ons voorbereiden door onze wapenrusting goed in orde te houden. Zodat we straks, met de hulp van de Here, kunnen volharden. Zodat we straks, ondanks moeite en leed, die ongetwijfeld komen, toch de Here kunnen blijven danken en loven.

Jeugd


Als we de bladeren van de vijgeboom steeds verder zien uitspruiten (en dat zien we toch vandaag?), dan is het ook goed om ons af te vragen hoe we onze jeugd, de jongeren en de kinderen, goed kunnen wapenen. Hoe we hen, naar de mens gesproken, de allerbeste wapenrusting kunnen meegeven. We weten niet wanneer het beest uit de zee in al zijn glorie zal heersen. We weten niet wanneer het beest uit de aarde zijn macht op het sterkst zal uitoefenen. Net zo min als we het tijdstip kennen van Christus’ wederkomst. Die tijden zijn voor ons verborgen gehouden. Ook dat hebben we geleerd uit Mattheüs 24. Maken wij het nog mee? Onze kinderen? Kleinkinderen?
Wel weten we dat het straks steeds sneller zal gaan. Nu al volgen de anti-christelijke maatregelen in de westerse wereld elkaar steeds sneller op. Het beest komt op. Straks verheft het zich volledig. Misschien veel sneller dan we nu denken. Ook onze jeugd moet voorbereid zijn. Ook onze jeugd moet leren om de wapenrusting altijd op oorlogssterkte te houden. Voor de strijd die er nu al is maar zeker ook voor de strijd die nog komt.
Wat geven we de jeugd mee? Is dat genoeg? Kunnen we meer doen? Móeten we meer doen?

Maranatha


Als we echt goed nadenken over deze dingen, over de zichtbare komst van het beest, over de zichtbare oordelen van onze God, als we steeds sterker de zeven bazuinen horen schallen, als we steeds duidelijker de zeven schalen zien leegstromen, dan zouden we bang kunnen worden.
Maar dat hoeft niet. Ja, het zijn angstwekkende zaken. Maar voordat de apostel Johannes van de Here zijn profetische visioenen kreeg, mocht hij de verheerlijkte Christus zien.
    ” En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden gordel; ...” Openbaring 1: 12, 13.

Christus, de Opgestane en Verheerlijkte, staat tussen de kandelaren. Hij voedt en bewaart zijn gemeente. Door zijn Woord en Geest. Tot het einde! Dat einde dat voor al Gods kinderen een nieuw en schitterend begin is. Christus laat de zijnen niet los. Nooit!
Als we dat beeld van onze Here meenemen, als dat beeld in ons leeft, dan begrijpen we nog beter de betekenis van die krantenberichtjes. Elk bericht een uitspruitend blaadje. De boycot, de uitsluiting komt. Ja, maar die verdrukking is tijdelijk. Die verdrukking krijgt Gods kinderen er niet onder. Want Christus waakt. Want Christus regeert. Hij is onderweg.
Vervelende berichtjes over anti-christelijke maatregelen? Uitsluiting?
Als we dat opmerken, zullen we dan niet ook steeds weer bidden? Maranatha! Kom, Here Jezus!
Uitsluiting? Boycot? Verboden? Kom, Here Jezus! Naar uw belofte.
Ja, Hij komt! Spoedig!