7 Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt;
Openbaring 19:7-8.
8 en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen
De bruiloft van het Lam is gekomen. Johannes hoorde de stem van een grote menigte. Dat is de stem van de kerk van de Heere Jezus Christus door alle eeuwen heen . De HEERE heeft beloofd dat het nageslacht van Abraham ontelbaar zou zijn, zoals de sterren aan de hemel en de zandkorrels van het strand.
Johannes kan nu zien dat datgene wat God beloofd heeft ook vervuld wordt.
De bruid is gereed. Er is zoveel gebeurd in de loop van de geschiedenis van de kerk. Hoe dikwijls niet werd de kerk, de bruid van Christus, bijna uitgeroeid, bedorven door valse leer en een onchristelijk leven? Toch wordt aan het eind het lied gehoord: de bruid is gereed.
Ze is bekleed met fijn linnen, helder en rein. Dat witte linnen betekent dat zij gereinigd is van haar zonden en vernieuwd in heiligheid. De bruid, de vergadering van Gods uitverkorenen, kan aan de Bruidegom voorgesteld worden zonder smet. Dat is de gave van Gods genade aan Zijn Kerk.
Hij gaf aan de bruid deze witte klederen. Het is aan haar gegéven om zich met dit fijne linnen te bekleden.
Maar dan moeten wij verder opmerken dat wij in dit lied horen dat de bruid zichzelf heeft gereedgemaakt. Het was dus aan haar gegeven en toch horen dat het haar eigen daad was.
Hier zien wij het grote wonder van Gods werk. Het is allereerst Gods werk, maar vervolgens bewerkt de HEERE dan ook onze gehoorzaamheid. Hij werkt in ons het willen en het werken naar Zijn welbehagen. Het is daarom op de grondslag van Gods werk dat de apostel ons vermaant: werkt uw eigen zaligheid uit met vrees en beving (Filip.2:12-13).
Wij zien dit telkens weer in de hele Bijbel. Aan de ene kant roept de HEERE ons tot berouw en bekering: bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij ( Matt.3:2). Komt dan tot berouw en bekeert u zodat uw zonden uitgedelgd worden ( Hand.3:19).
Aan de andere kant weten wij dat wij dood zijn in zonden en dat de HEERE in ons het ware geloof moet werken waardoor wij bekeerd worden: bekeer mij en ik zal bekeerd zijn
(Jer.31:18).
Wij worden geroepen om te geloven en toch belijden wij dat het geloof een gave van God is. Dat is ook duidelijk te zien in het visioen dat de profeet Ezechiël zag. De HEERE droeg hem op om te profeteren en te spreken tot de dorre doodsbeenderen in een doodsvallei. Hij moest tot hen zeggen: dorre doodsbeenderen, hoort het woord van de HEERE ( Ezech.37:4).
Hoe konden deze dorre doodsbeenderen ooit horen?
Op dezelfde wijze sprak de Heere Jezus Christus tot dode mensen. Hij riep Lazarus uit het graf. Met een luide stem riep Hij: Lazarus kom uit ( Johannes 11:43). Hoe kon Lazarus horen? Hij was al vier dagen dood!
Nog een voorbeeld: er was in de synagoge een man met een verschrompelde hand. Hij kon zijn hand niet bewegen. Toch zegt de Heere tot hem: strek uw hand uit. En dat deed hij – en zijn hand werd genezen (Luk.6:10).
De HEERE beweegt ons zodat wij bewegen. Hij herstelt onze wil en beweegt deze zodat wij werkelijk van harte de HEERE willen dienen met alles wat in ons is.
God geeft dus de bruid haar kleding en zij maakt zichzelf gereed. Deze kleren zijn de rechtvaardige daden van de heiligen, de goede werken van de gelovigen. Dat is Zijn werk en toch zijn het ook onze werken: Want Zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen Ef.2:10).
Uit dit alles kunnen wij nu begrijpen waarom de straf zo streng was voor die man die aanwezig was op het bruiloftsmaal zonder een bruiloftskleed. Hij werd aan handen en voeten gebonden en in de buitenste duisternis geworpen (Matt.22:13). En waarom? Omdat de bruiloftskleding gegéven werd aan de gasten die uitgenodigd waren. Deze man heeft dus niet gelet op dat aanbod of het zelfs geweigerd.
Wij worden dus getroost. Zelfs onze beste werken zijn in dit leven onvolmaakt en bevlekt met zonden (Heidelbergse Catechismus vr.62). Toch noemt de HEERE ze witte en zuiver fijne linnen kleren. Onze goede werken worden ons gegeven door de Heilige Geest en ze worden schoon gewassen door het bloed van de Heere Jezus Christus.
Verheug u dus! De bruiloft van het Lam is gekomen. Maar wees ook gewaarschuwd! Zonder bruidskleding zult u uitgeworpen worden.