Dit persoonlijke schrijven is een letterlijke weergave van wat ondergetekende twee jaar geleden mondeling tegenover een aantal predikanten uit de GKv heeft uitgesproken.
Het betrof een antwoord op de vraag hoe ik aankeek tegen de verontruste predikanten.
Ik acht - nu de GKv synode van Zwolle ten einde loopt - de tijd rijp om dit met weglaten van persoonlijke adressering, publiek te maken. Bestemd voor alle verontruste broeders en zusters die de eenheid in de waarheid zoeken. Ook als informatie bestemd voor de leden van De Gereformeerde Kerken (hersteld). Naar mijn stellige indruk wordt hier ook het gevoelen vertolkt dat bij velen onder ons tot nu toe heeft geleefd.
Weleerwaarde broeders
Mijn gevoelen tegenover u wordt uitgedrukt in drie woorden: verlangen, teleurstelling en hoop.Verlangen
Voorop staat dus het verlangen. Ik en velen met mij, en in mijn beleving misschien zelfs allen met mij in De Gereformeerde Kerken (hersteld), kijken verlangend uit naar u. Vurig verlangend. Ten eerste verlangend naar u als onze broeders die wij hebben moeten achterlaten. Ten tweede naar u als dienaren van Gods Woord, voorgangers.
Wat is bepalend voor dat verlangen? In de eerste plaats de eenheid die wij hebben te zoeken met alle ware gelovigen. Maar in het bijzonder uiteraard met alle broeders en zusters die van hetzelfde huis waren, en de Here trouw willen blijven. Het gaat om de eenheid in het ware geloof.
Het verlangen naar die eenheid is groot naar voorgangers, die willen blijven opkomen voor het Woord van God in alle onderdelen. Die trouw willen zijn aan hun Zender, onze Here Jezus Christus.
Weleerwaarde broeders, ik ken u persoonlijk niet echt, maar ik ga ervan uit dat het uw wil is om trouw te blijven aan de Here ondanks de grote afval in de GKv. Dáárom gaat naar u ons verlangen uit. Want de Hére wil dat wij één zijn. Dat verlangen gaat ook gepaard met een oproep. Die oproep ontlenen wij uit Gods Woord en de belijdenis. “Kom ga met ons en doe als wij”.
Wie zijn wij dat we dat zo durven stellen? Wij zijn degenen die zich reeds hebben moeten vrijmaken van onschriftuurlijke besluiten, van een volhardend ongehoorzame kerkenraad en een ontrouw kerkverband. Wij hebben dat moeten doen zonder dat voorgangers ons daarin voorgingen. Toch menen wij daarin de Here gevolgd te hebben. Omdat het recht en de eer van de Here niet meer gediend werd in de GKV. Omdat wij naar art. 28 en 29 van de NGB daar niet meer in de ware kerk zaten. Zo was de situatie in 2003 en zo is dat in verbijsterend tempo voortgegaan. Dat wat betreft ons verlangen naar u.Teleurstelling
Dan nu het tweede. U als predikanten hebben tot nu toe besloten om nog in de GKV te blijven. Dat gaf en geeft ons teleurstelling. Daarbij komt dat u zweeg over ons bestaan als kerk. En dat doet ons vanuit onze positie, ook pijn.
Dat er zoveel van onze broeders en zusters achterbleven doet ons verdriet. Dat geeft snijdend verdriet in de meeste gezinnen. Dat ook veel verontrusten toch blijven in de GKv doet ons ook veel pijn. Maar speciaal dat u als herders achterblijft, geeft verdriet. Ook als we daarbij rekening houden dat u de tijd moet nemen. Dat u verantwoordelijkheid heeft m.b.t. uw gemeente. Dat het voor u moeilijk kan zijn, misschien extra moeilijk kan zijn.
Wat doe je als je verlangt naar mensen en ze komen niet? Dan moet je bidden en oproepen.
Ik heb dat laatste ook in mijn slottoespraak op de synode van Mariënberg willen verwoorden. In de hoop dat er iets van overgebracht zou worden. En het ND heeft er iets van overgenomen. Ik heb toen Gods Woord in Zefanja 3 aangehaald. En gezegd: “ze horen bij ons, zij die achtergebleven zijn en trouw willen blijven.” Wil je door het zo te stellen je eigen gelijk? Of wil je ook daarin de Here volgen?Hoop
Naast teleurstelling en pijn is er toch ook de hoop. De hoop dat er toch een tijd komt dat we elkaar in één Huis zullen ontmoeten. Dat u zich ook vrijmaakt om de kerk voort te zetten. Naast verlangen, teleurstelling en verdriet dus ook hoop. Deze hoop is niet gebaseerd op de reacties van mensen, maar gebaseerd op het feit dat het tenslotte de Here Jezus Christus Zelf is Die Zijn kerk vergadert. En dat de Here dat doet op Zijn tijd en op Zijn wijze.
Weleerwaarde broeders, ik wil het zo zeggen: ons hart blijft naar u uit gaan.
Wij spreken niet alleen veel over u en uw moeiten. Wij bidden met name ook veel voor u. Persoonlijk, en in de gebeden in de zondagse erediensten. Niet enkele keren maar als maar door. Wij hopen en bidden, dat deze gebeden verhoord zullen worden.
S. de Marie
(zie ook het hoofdartikel in dit en in het volgende nummer van De Bazuin)