"Het licht is zoet en het is aangenaam voor de ogen de zon te zien. Daarom, indien de mens vele jaren leeft, zo verheuge hij zich in die alle, maar hij bedenke, dat de dagen der duisternis vele zullen zijn: al wat komt, is ijdelheid. Verheug u, o jongeling, in uw jeugd, en uw hart zij vrolijk in uw jongelingsjaren; ja, volg de lust van uw hart en wat uw ogen aanschouwen, maar weet, dat God u om al deze dingen in het gericht zal doen komen. Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid.
Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen, waarvan gij zegt: Ik heb daarin geen behagen.” (Pred. 11:7-12:1)Prediker
Vandaag gaan we eens kijken naar het één na laatste hoofdstuk van Prediker. In de eerste hoofdstukken lijkt het boek Prediker heel negatief. Hij heeft onderzoek gedaan naar het leven en kwam tot de conclusie dat alles ijdelheid is. Dat er niets nieuws onder de zon is.
Prediker weet dat het in het leven moet draaien om God. Maar hij ziet daar niets van terug. Maar toch eindigt hij in Pred. 11 en 12 heel positief. Hij wijst ons er op dat we onze Schepper moet gedenken. Maar niet pas als we onbezorgd onze jeugd geleefd hebben. Nee, dat moet al beginnen in onze jeugdjaren! Maar onthoud wel dat de Here je voor alles in het gericht zal doen komen. Hij zal van alles wat je hebt gedaan rekenschap vragen. Vragen wat je met je leven hebt gedaan. Het leven dat je van God hebt gekregen.Grijp je kans
Uit het verband van hoofdstuk elf kun je halen dat Prediker oproept om de kansen, die ons in het leven gegeven worden, aan te grijpen. ,,Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen”. (11:1) Dat is: als iedereen denkt en zegt: het is dwaas om nog iets te ondernemen, en ook al lijkt het soms zo dat de vruchten op al ons werk onzeker zijn, ga dan toch maar aan het werk. Kijk niet eerst naar de resultaten alsof die bij voorbaat verzekerd zouden moeten zijn. Vraag je niet eindeloos af: zou mijn werk niet tot een mislukking zijn? Maar ga nu maar doen, wat uw hand vindt om te doen.
(preek van Dr. K. Deddens, prediking aan het adres van de jeugd). ,,Zaai uw zaad in de morgen en laat uw hand tegen de avond niet rusten”. (11:6). Werk dus niet elke dag maar een paar uur om daarna meer tijd voor jezelf te hebben. God heeft ons burgers van Zijn Koninkrijk gemaakt en vraagt van ons dat we daaraan mee bouwen. Dit kunnen we niet doen als we maar elke dag een klein beetje doen. Nee, God wil dat we voortdurend mee bouwen aan Zijn koninkrijk. Hij geeft ons daarvoor kansen in het leven en die moeten we aangrijpen.Positieve levenstaak
Als je de hier boven genoemde dingen ziet als de achtergrond van Prediker 11:7-12:1, dan zie je dat Prediker hier predikt over je levenstaak: God heeft je hier op aarde gezet, om daar je levenstaak te vervullen. Je moet meebouwen aan het mensenleven en je bouwt er aan mee door er actief, welbewust en blijmoedig aan mee te werken. Werk er aan mee door volle inspanning! Niet met een verveeld gezicht en al zuchtend over het vele leed en de grote moeite. Nee, werk blijmoedig aan je levenstaak, want het licht is zoet en het is voor de ogen goed, de zon te aanschouwen. Je hebt een levensroeping om te arbeiden.
Arbeid is niet pas na de zondeval in de wereld gekomen. Het is met de schepping aan de mens als opdracht gegeven. Om tot eer van God te werken. Zodra het leven er was, was er ook de arbeid.Messiaanse toekomst
Maar hoe kan het dan dat Prediker die weet dat alles ijdelheid is, toch nog komt met zijn positieve levenswaardering? Dat Prediker adviseert: Pak aan, grijp de mogelijkheden die er zijn, want het licht is goed, en het is de ogen goed, de zon te aanschouwen. Dit komt vanwege zijn geloof in de toekomst. De toekomst die God beloofd heeft. Prediker weet: al het werk, in geloof gedaan, is tenslotte een heen werken naar de eeuw van de Messias! En als die gedachte ook bij ons, jongeren en ouderen, het leven en de arbeid gaat beheersen, dan is er ook geen reden om aan het leven te twijfelen. Dan mogen en moeten we het leven positief waarderen.Arbeid niet tevergeefs in de Here
Maar vers 8 is nog niet afgelopen. Prediker zegt in het laatste gedeelte van dit vers het volgende: ,,maar hij bedenke, dat de dagen der duisternis vele zullen zijn: al wat komt, is ijdelheid”. Hij wil hiermee niet beweren dat je eigenlijk toch niet blij moet zijn om te leven, en om met energie je levenstaak te beginnen. Omdat er toch duisternis zou komen. Nee, wat Prediker hier verkondigt is de ‘nuchterheid’ van het geloof. Wie gelooft in de toekomst van God, die zal vol vreugde aan zijn arbeid beginnen. Hij verwacht het niet van zijn arbeid, maar hij verwacht het van God alleen. Hij weet dat God zijn enige troost en hoop voor heel het leven is.
Maar als je het wel van je leven verwacht en je arbeid als enige troost en hoop voor je leven ziet, dán is het ijdelheid. Het loopt alles op een teleurstelling uit.Uitzicht!
God heeft het leven van de arbeid hier en leven van Gods toekomst straks aan elkaar verbonden. Door het offer van Christus. Straks, als de Christus terugkomt, zal het moeizame en nutteloze gevoel weg zijn. Dan zal er de totale vernieuwing en volmaking zijn. Waarin wij ook zullen begrijpen en zien waarom het allemaal nodig was. En als je zo het leven hier weet te waarderen dan gaat het licht nu al schijnen. De duisternis zal voorbijgaan. Want wie leeft uit het geloof, die wandelt in het licht. ,,Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben”. (Joh. 8:12)Vrolijk zijn
,,Verheug u, o jongeling, in uw jeugd, en uw hart zij vrolijk in uw jongelingsjaren: ja, volg de lust van uw hart en wat uw ogen aanschouwen”. (Pred.11:9a). Hier predikt Prediker bijzonder aan het adres van ons, jongeren.
Het is alsof hij hier wil zeggen: Pluk de dag, geniet maar van het leven zolang het er is. Maar spot Prediker er nu niet een beetje mee? Want is het leven niet veel te ernstig en te moeilijk om nu te zeggen: denk aan het geluk en aan de vreugde en aan het genot? Wordt er al niet genoeg vermaak gezocht? Wordt er niet teveel tijd verdaan in allerlei ontspanning, die het leven niet rijker maakt? Beheerst de honger naar genot en de jacht naar sensatie de harten van veel jongeren niet al genoeg? En dan toch staat er: ,,Volg de lust van uw hart en wat uw ogen aanschouwen”. Maar in het volgende vers, vers 10, staat: ,,Weer dus het verdriet uit uw hart en houdt de kwalen weg van uw lichaam”. Oftewel: blijf fit in lijf en leden, pas op dat je niet ziek wordt. Waak voor je geluk en zorg voor je lichaam. Want je jeugd en je jonge jaren gaan gauw genoeg voorbij en je kunt ze maar één keer beleven.
(preek van dr. K. Deddens, prediking aan het adres van de jeugd). Prediker zegt hier werkelijk dat de jeugd midden in het gelukkige leven mag staan en er van mag genieten.Voor Gods aangezicht
,,Maar weet, dat God u om al deze dingen in het gericht zal doen komen”. (Pred.11:9b). In dit zinnetje ligt heel de ernst en verantwoordelijkheid van het leven samengevat! God heeft recht op de ereplaats in ons leven. Straks, op de jongste dag, moet je voor God verschijnen en rekenschap afleggen. Dan zal Hij aan een ieder van ons vragen: Wat heb je gedaan met het leven dat Ik je gegeven heb? Wat heb je gedaan met je levensroeping, je levensgeluk?
Heel je leven zal straks aan de rechterstoel van God voorbijtrekken. ,,Dan zullen voor deze grote Rechter persoonlijk verschijnen alle mensen die ooit geleefd hebben: mannen, vrouwen en kinderen, gedagvaard door de stem van de aartsengel en het geklank van een goddelijke bazuin(1 Tess.4:16). (...)Dan zullen de boeken geopend en de doden geoordeeld worden(Openb. 20:12) naar wat zij in deze wereld gedaan hebben, hetzij goed, hetzij kwaad(2 Kor. 5:10). Ja, de mensen zullen rekenschap moeten geven van elk ijdel woord dat zij gesproken hebben(Matt. 12:36).(...)Maar de rechtvaardigen en uitverkorenen verlangen er vurig naar en putten er rijke troost uit. Hun verlossing zal dan immers helemaal voltooid worden en zij zullen dan de vruchten van hun moeitevolle arbeid ontvangen”. (NGB art. 37).Het geluk voor je gekocht
Je moet dus bij alles wat je doet, óók in je jonge jaren, bedenken dat God rekenschap ervan zal vragen. Je mag het leven plukken en genieten van alles. Maar dan wel zo, dat het tot eer van God is. Als je zo geniet van je leven, wees er dan maar zuinig op, want je jonge jaren zijn zo voorbij. We mogen tot de bodem toe gelukkig zijn. We moeten durven te leven en gelukkig te zijn.
Voor vandaag is het weten, dat God je voor alles in het gericht doet komen, nog rijker en heerlijker.
Want je weet dat er Één is die Gods gericht is doorgegaan en al de boosheid van Gods gericht over Zich zag uitgestort. En die Ene is Gods gericht doorgekomen: Mijn Here Jezus Christus! Hij is het die het geluk, van veel meer waarde dan het aardse geluk, voor je gekocht heeft! En dat waarachtig geluk, het blij zijn in de Here, dat mag je levensdoel zijn. Daar mag je zelfs je zinnen op zetten. Het is de levensstrijd. Strijd om Gods wil te doen omdat die goed is en daardoor gelukkig te zijn. En dan begrijp je misschien ook waarom de apostel Paulus steeds maar weer herhaalt: ,,Verblijdt u in de Here, wederom zeg ik u: verblijdt u”. Want hij kon dat alleen maar prediken vanwege de Christus!
Geniet van je leven IN Jezus Christus. Want Hij heeft geleden en heeft Zijn bloed gegeven. Hij is in de dood geweest om dat leven te kunnen geven. En zo ook Zijn Geest. De Heilige Geest werkt het geloof in ons hart. ,,Ook verbindt Hij ons onderling door dezelfde Geest als leden van één lichaam in ware broederlijke liefde. Want de apostel Paulus zegt: Omdat het één brood is, zijn wij, hoe velen ook, één lichaam; wij hebben immers allen deel aan het ene brood(1 Kor. 10:17). Daarom zullen wij allen, die door waar geloof in Christus ingelijfd zijn, samen één lichaam zijn”.(Formulier voor de viering van het Heilig avondmaal, blz. 525)In liefde
,,Verheug u, o jongeling, in uw jeugd, en uw hart zij vrolijk in uw jongelingsjaren; ja, volg de lust van uw hart en wat uw ogen aanschouwen”. ,,Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam”. (Pred. 11: 9a, 10a).
Er is wel één maatstaf: Gods wet. Onder het levensgericht is er de levensgehoorzaamheid. In liefde tot God, leven voor zijn aangezicht, mogen we zijn wet als de weg zien waarop we wandelen, dat is leven.
Het doel van het leven vind je uiteindelijk niet in je arbeid en ook niet in je vreugde. Maar waar dan wel in? Waarvoor werken en leven wij dan eigenlijk? En als levensvragen zich aan de jongeren opdringen? Hoe ga je om met een ongelovige jongen/meisje. Mag je daar een relatie mee beginnen in de hoop dat het nog goed komt? Mag ik met mijn vrienden gaan stappen in het weekend? Hoe moet tegenover mijn collega’s/klasgenoten staan? Op al deze, en andere, vragen is maar één antwoord: ,,Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren”. (Pred. 12:1). Dat betekent niet alleen: denk aan Hem, houd rekening met Hem, geef Hem een plaats in je leven. Nee, dat wil zeggen: erken je Schepper, geloof Hem, gehoorzaam Hem! Buig onvoorwaardelijk voor de Here, die je leven gaf.
Het doel van je leven is, dat je gehoorzaam bent aan God. Dan wil je gaan leven naar de wet van God. We kunnen het leven waarderen en aanvaarden als je maar de onvoorwaardelijke eis tot levensgehoorzaamheid kent. De eis betekent dat wij ons leven invullen naar Gods wil en Hem gehoorzaam zijn. ,,Dit betekent dat wij deze enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, aanhangen, vertrouwen en liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, met heel ons verstand en met al onze krachten. Het betekent ook dat wij met de wereld breken, onze oude natuur doden en godvrezend leven. En wanneer wij soms uit zwakheid in zonde vallen, moeten wij aan Gods genade niet wanhopen en al evenmin in de zonden blijven liggen. Want de doop is een zegel en een volkomen betrouwbaar getuigenis dat wij een eeuwig verbond met God hebben”. (Formulier voor de bediening van de heilige doop, blz. 513).Wanneer?
Als we zo willen leven, kunnen we daar niet mee wachten, zegt Prediker. Het is niet een kwestie van: dat komt later allemaal wel. Nee, dat moet beslist worden in de dagen van je jeugd. Want dát is de tijd om de levensvruchten te vergaderen, waarnaar God straks zal vragen. De jonge, sterke jaren van je jeugd is de tijd om gehoorzaam te worden aan Gods gebod. ,,Voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen, waarvan gij zegt: Ik heb daarin geen behagen”.Vergader je levensvruchten
Vergader dus je levensvruchten in de daarvoor bestemde levenstijd. Wat dat betekent? Wij mogen de Here kennen als onze Schepper. Hij heeft zijn belofte aan ons gegeven. Je doop is daar een teken en zegel van. De Here wil nu ook dat we die belofte van Hem aannemen. Zeg niet: ik heb nog een heel leven voor me. Want Prediker kende het leven: ook al wordt het leven verlengd tot de ouderdom, dan kun je nog niet wachten tot later.
We moeten in onze jeugd gehoorzaam willen zijn aan de eis van het verbond. De eis zoals die zondags gepredikt wordt. Zoals die op catechisatie uitgelegd wordt. En die we moeten toepassen in ons leven.
We moeten vandaag, in onze jeugd, gehoorzaam worden aan de belofte zoals die zondags gepredikt wordt, zoals die op catechisatie uitgelegd wordt en op de verenigingen wordt toegepast op het leven. Zo kunnen we dan het leven in gaan.
We hebben mogen zien dat je vrolijk en gelukkig mag zijn in je leven. Dat je van het leven mag genieten. Maar bedenk bij alles wat je doet dat God je er rekenschap van zal vragen. Stel het ‘antwoorden’ aan God niet uit naar later, maar maak er je levensdoel van! Laat God centraal staan in je leven! Geef Hem de eer!