Wie op de HEERE vertrouwen,
zijn als de berg Sion,
die niet wankelt,
maar voor altoos blijft". Psalm 125
De HEERE geeft ons Zijn belofte voor het nieuwe jaar: Hij zal niet toelaten dat uw voet wankelt.
Dat wordt ons in deze psalm beloofd door twee beelden. Het eerste beeld spreekt van de berg Sion, de tempelberg. Voordat de Jebusieten de stad in bezit hadden, in de dagen van Abraham, ook in de dagen van David, door belegeringen en hongersnood, tempelfeesten en verwoesting heen - die berg ligt daar onwrikbaar. Geslachten komen en geslachten gaan - onwankelbaar is die berg. Zo mag ieder zijn die op de HEERE vertrouwt.Op God vertrouwen is als wonen
hoog op de Sion, die de tijd
in eeuwige onwrikbaarheid
weerstaat en stralende blijft tronen
boven der eeuwen wisselstrijd.
Er is nog een beeld. Rondom Jeruzalem zijn bergen, zo is de HEERE rondom Zijn volk.
Waarom kan Men op de HEERE vertrouwen? De HEERE is rondom Zijn volk. Jeruzalem heeft een natuurlijke omwalling van bergen. Die bergen beveiligen de stad, een vijand kan de stad niet zomaar bestormen. Die bergen zijn als strategisch belangrijke punten - ze beschermen de stad.Gelijk Jeruzalem is omgeven
door bergen - een geduchte ring
is om Gods tempel heen gedreven -
zo heeft Zijn trouw ons aller leven
omgeven met Zijn zegening.
Die bewaring door de HEERE wordt nu, in het vervolg van de psalm nader aangegeven. Daar is sprake van de scepter der goddeloosheid. Die rust op het erfdeel der rechtvaardigen. Er is dus sprake van een overheersing door heidenen. Nota bene over het erfdeel der rechtvaardigen. Dat wat aan hen beloofd was door de HEERE. En dat toch hun rechtmatig en blijvend bezit mocht zijn. En nu laat de HEERE dan toch maar toe dat goddelozen hun scepter zwaaien over de erve des verbonds.
Hoe beschermt de HEERE nu Zijn volk? Er zijn mensen, vers 5, die zich neigen tot kronkelpaden. Ze doen mee met die goddelozen. Collaborateurs. Ze heulen met de vijand.
Maar de HEERE zal zorgen dat Zijn rechtvaardigen, Zijn kinderen die op Hem vertrouwen, hun handen niet uitstrekken naar onrecht.
We vergeten toch niet dat de wereld ons erfdeel is? We mogen toch eens die aarde beërven!
Maar de wereld staat onder het bestuur van de heidenen. Over dat erfdeel van Gods kinderen zwaait de goddeloze zijn scepter. Wie dat vandaag niet ziet, is blind.
Het gevaar is levensgroot dat we ons gaan neigen tot kronkelpaden. Je moet toch immers leven, zeggen we dan. Je staat nu, eenmaal in de wereld. Dat we langzaam maar zeker worden aangetast door de geest van de tijd. Die rekent immers alleen maar met de mens. Ja, we kunnen wel eens vallen onder die kracht van dwaling, waardoor de mensen de leugen geloven.
En wat moeten we verwachten van het komende jaar? We moeten ermee rekenen dat de scepter der goddeloosheid ook dan heerst.
U mag vertroost worden: de HEERE bewaart Zijn volk. Hij zorgt dat Israël ook Israël blijft.
Christus bevrijdt hen die Hij heeft gekocht, die Zijn eigendom mogen zijn. Niemand zal ons uit Zijn hand rukken. Hij zorgt voor de volharding der heiligen. Ze kunnen soms diep vallen, de gelovigen, maar Hij neemt Zijn Geest niet geheel van de Zijnen weg. Hij is rondom Zijn volk. Als de bergen rondom Jeruzalem. Als een vurige muur (Zach.2). Als een brede, diepe stroom (Jes.33).
Maar – die belofte moet u aannemen in geloof. Dat wil zeggen: u moet er werkzaam mee zijn. Deze psalm spreekt ervan dat er toch mensen zijn die zich neigen tot kronkelpaden, bedrijvers van ongerechtigheid. Daartegenover staan dan, de oprechten van hart.
De volharding der heiligen is niet automatisch. Wij belijden in de Dordtse Leerregels dat wij verzekerd mogen zijn van de volharding der heiligen, niet door een bijzondere openbaring zonder of buiten het Woord geschied. Maar de HEERE wijst ons juist de weg van de middelen.Nu heeft het God behaagd zijn genadewerk in ons te beginnen door de prediking van het evangelie. Evenzo wil Hij het instandhouden, voortzetten en voltooien door het laten horen, lezen en overdenken van het evangelie, door aansporingen, dreigementen, beloften en ook door het gebruik van de heilige sacramenten (DL V, art.14).
Zo wil de HEERE dit nieuwe jaar weer zijn rondom Zijn volk. Zó mag u op Hem vertrouwen. Rondom Jeruzalem zijn bergen - ja, want we mogen ook in dit jaar van de HEERE weer ontvangen de prediking van Zijn Woord en de bediening van de sacramenten. Maar ook de vermaningen in prediking en ambtelijk bezoek: ook door die vermaningen wordt de genade medegedeeld.
Zó goed is de HEERE over u. Vrede over Israël. Verschrikkelijk wanneer u het eigenwijs zonder die bescherming wilt stellen. Als u toch maar tot kronkelpaden u neigt. Want dan zal de Heere u doen vergaan.Neen, 't zware wapenschild der bozen
zal niet verschrikken die Zijn leer
tot vast bezit en erfdeel kozen.
Hij redt ons van de goddelozen
en geeft ons licht en vrijheid weer.
Wees dan genadig voor de vromen,God, zegen die oprecht van hart
niet voor der kwaden spotlust schromen:
wees hen een veilig onderkomen,
wanneer de wereld hen benard.
Blijf hen nabij met Uw genade
verhoor hen, troost hen, doe hen wel.
Kastijd het volk der kronkelpaden,
zend oorlog over die U smaden,
doch vrede over Israël.