Vertrouwen
Wat zal het komende jaar ons brengen, vragen we ons natuurlijk af bij de jaarwisseling.
En dat niet alleen voor ons persoonlijk en familieleven met betrekking tot gezondheid en werk, maar vooral ook op met het oog op allerlei ontwikkelingen, zowel in Nederland als internationaal.
Momenteel gaat er geen dag voorbij of er komen sombere berichten over de kredietcrisis die zich wereldwijd ontwikkelt tot een zware recessie.
Voor Nederland heeft het Centraal Planbureau een buitengewoon sombere toekomstverwachting uitgesproken, met name met betrekking tot de sterk toenemende werkloosheid.
Ook in andere landen, die de laatste tijd een onstuimige economische groei doormaakten, zoals Japan en China, maakt de economie een onvoorstelbaar diepe val door.
Dan is er nog altijd de strijd tegen het terrorisme, die over de hele wereld gevoerd moet worden. In allerlei landen groeit de wetteloosheid op onrustbarende wijze. Welke invloed zal er van de nieuwe president van de Verenigde Staten uitgaan op al deze ontwikkelingen?
In ons land moeten wij constateren dat door het verbond tussen CDA en PvdA de ontkerstening stap voor stap verder gaat. Dat gaat zeer geleidelijk maar onafwendbaar en dat ondanks de deelname van de ChristenUnie, die telkens verder opschuift naar links door haar aanvaarden van compromissen.
Vooral denken wij aan de toekomst van de kerk van de HEERE.
De Protestantse kerk in Nederland geeft steeds meer het beeld te zien van een kerkgemeenschap, waarin de dwaling en het ingaan tegen de leer van apostelen en profeten ongehinderd hun verwoestende gang kunnen gaan.
Helaas blijven ook de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt een kerkgemeenschap die op pluralistische wijze waarheid en dwaling toelaat. Daardoor wordt de Schriftuurlijke prediking en de ambtelijke dienst verlamd en wint de aanpassing aan de wereld steeds meer veld.
De verontruste predikanten en kerkleden lijken wel gevangen te zijn in het net van de duivel, die vader der leugenen, die hen voorspiegelt dat ze nog best wel iets voor hun geestelijke leven kunnen vinden in deze pluralistische kerkgemeenschap.
Zij zien niet dat zij zich steeds meer blootstellen aan gewenning aan de zonde ten gevolge van het oordeel van verblinding, dat de HEERE zendt, de energie van dwaling, waardoor mensen uiteindelijk de leugen gaan geloven.
Hoe zal dat alles in 2009 zich gaan ontwikkelen? Wat moeten wij verwachten?
Dat zijn voor een groot deel voor ons: geheimen die de Here in Zijn wijsheid voor ons verborgen houdt. Want onze God doet ons geen voorspellingen, maar geeft ons beloften. Hij belooft ons dat wij als het eigendom van Christus bewaard worden. Hij heeft ons gekocht voor de prijs van zijn kostbaar bloed, en daarom zijn we ook kostbaar in zijn ogen. Hij bewaart ons in leven en in sterven.
Daarom weten we ons veilig in zijn hand: Hij heeft immers alle macht ontvangen in hemel en op aarde? En Hij leest het boek van God, waarin niet alleen de namen van Gods kinderen staan, maar ook hun hele levensloop en de gang van de geschiedenis van kerk en wereld.
Bij zoveel zorg over de toekomst van de kerk is dat dan ook onze troost: Hij wandelt tussen de zeven kandelaren en houdt de zeven sterren in zijn rechterhand. Daarom mogen we zeker zijn van de toekomst. Dat betekent dan wel dat we ook moeten werken. Dat willen we ook in 2009 doen door middel van het geregeld verschijnen van DE BAZUIN. Ook bij dat werk is onze verwachting van Hem Die komende is.Geopenbaarde geheimen
U moet er eens op letten hoe dikwijls in het Nieuwe Testament gesproken wordt van geheimenissen, die we wel mogen kennen, die de Here ons nu laat zien. Zonder volledig te zijn noemen we het volgende:
1 Tim.3:16: groot is het geheimenis der godsvrucht: de Zoon van God heeft Zich geopenbaard in het vlees en is tenslotte opgenomen in heerlijkheid.
Rom. 11:25 spreekt van het geheimenis van Israël. Heel bekend is wat Paulus schrijft over het geheimenis van Christus en de gemeente, afgebeeld in het huwelijk, Ef.5:32.
Dan horen we van het geheimenis van degenen die nog leven wanneer Christus terugkomt. Zij worden veranderd in een punt des tijds, 1 Kor.15:51.
Hoopvol voor de toekomst is wat Paulus schrijft over het geheimenis van Gods wil, namelijk om alles tot één te vergaderen wat in de hemel en op aarde is, in Christus, Ef.1:9-10. En dan lezen we telkens weer over dat geheimenis, dat zolang verborgen geweest is en nu geopenbaard wordt, namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen mogen zijn, Rom.16:25, Ef.3:4-7. We willen ons nu bezighouden met het geheimenis van het koninkrijk der hemelen (Matt. 13:11, Marc. 4:11) en het geheimenis van de wetteloosheid, 2 Tess.2:7.Het geheimenis van het koninkrijk der hemelen
We lezen meermalen in de evangeliën dat de Here Jezus spreekt over het geheimenis van het Koninkrijk van God. Het komt niet met 'uiterlijk gelaat' (Luc.17:20), je kunt het niet berekenen, zoals de Farizeeën dat dachten te kunnen doen. Want het is niet van deze aarde. Het is nauwelijks te zien, tenminste niet zoals de mensen denken dat het moet komen. Het verandert wel de samenleving, maar het is net als gist dat door deeg heen trekt, heel klein van beginsel als een mosterdzaadje. Het is er zelfs wanneer mensen het verwerpen. Wanneer de discipelen in een stad komen waar de mensen hun prediking verwerpen, hoeven ze niet te wanhopen en te denken dat er van het koninkrijk niets terecht komt. Zij moeten weten en geloven dat het koninkrijk toch komt, en dat ook die verwerping onder de regering staat van Jezus Christus.
Maar telkens weer moeten we het leren: niet door kracht of geweld, maar door Gods Geest komt het tot stand. Niet door onze eigen inspanning en regelingen en georganiseer - de HEERE moet het doen. En Hij heeft ons bemoedigd door het visioen van de twee getuigen in Openbaring 11. Al staan ze bijna helemaal alleen - hun getuigenis is sterk en werkt wonderen en Gods rijk komt erdoor.
De verzoeking wordt steeds geraffineerder, zodat de christenen gaan denken in termen van macht en invloed, omdat zij bang zijn dat Gods rijk niet komt, wanneer zij aan de afval geen halt kunnen toeroepen. Dan gaan zij terwille van de voortgang van dat rijk bondgenootschappen sluiten en samenwerking aanprijzen, die vroeger als verkeerd werden aangewezen en nu aangegaan worden vanwege de 'nood van de tijden', vanwege de oprukkende verwereldlijking.
Dat hebben we al moeten meemaken in de ontmanteling van de vroegere gereformeerde organisaties tot verbanden die hun kracht zoeken in het getal, het vroegere ND voorop. Maar ook de tegenwoordige ChristenUnie en nu als laatste het gereformeerd onderwijs zijn daar voorbeelden van. Maar dat komt voort uit een te klein denken van de macht van het blijven bij de leer van apostelen en profeten, dat is: bij de grondslag van de Drie Formulieren van Eenheid.Horen, niet zien
Israël moest het al leren: ze zijn aangewezen op het horenvan Gods Woord en mogen niet proberen zekerheden te krijgen door iets te willen
zien, zoals de heidenen dat doen met hun afgodsbeelden, Deut.4:12, 15-20. En die orde van Gods rijk blijft zo: zalig die niet zien en toch geloven, Joh.20:29.
In de vrijmakingsvergadering in Den Haag op 11 augustus 1944 heeft de leider van die samenkomst, ds. H. Knoop, ons opgeroepen tot verootmoediging. Als één van onze zonden wees hij aan dat we uiterlijke macht gingen zoeken en niet meer leefden bij het woord van God alleen.
Hij sprak Mozes na in diens lied:
Toen werd Jeschurun vet, en sloeg achteruit, Deut.32:15.
Jeschurun is de erenaam voor Israel: Mijn knecht Jacob en Jeschurun, die Ik verkoren heb, Jes.44:2. Toen ze uit de woestijn in het beloofde land kwamen en daar rijk werden, werden ze overmoedig en voelden zich een hele natie!
Wij kwamen in de verzoeking, te denken dat wij de tocht door de woestijn achter de rug hebben en er eindelijk wat bovenop gekomen zijn. We hadden kerkgebouwen gekregen; we hadden organisaties voor alles en nog wat gekregen, scholen, onze pers en politieke en maatschappelijke organisaties, onze mensen hadden functies in de maatschappij gekregen. Kortom: we waren iets geworden.
Dat alles is ons zomaar in één keer ontvallen, toen wij ons opnieuw moesten vrijmaken en wij pas goed gingen ervaren wat het betekent dat de vrouw moest vluchten in de woestijn.
Wij moeten weer leren geloven dat de kracht van het koninkrijk ligt in het evangelie. Dat evangelie moeten we uitdragen door onze levenshouding en door onze woorden. Paulus schrijft aan Timotheüs:
Schaam u dus niet voor het getuigenis van onze Here, of voor mij, zijn gevangene,maar wees mede bereid voor het evangelie te lijden, in de kracht van God, 2 Tim.1:8.
Paulus zegt daar dat het wel kan lijken alsof hij de gevangene is van de keizer, rijksgevangene nummer zoveel. Welnee, zegt Paulus, ik ben de gevangene van Jezus Christus. Op de weg naar Damascus heeft Hij mij gevangen genomen. Ook in de gevangenis ben ik Zijn slaaf.
Nu blijkt de kracht van God hieruit, dat Paulus bereid is te lijden en zich niet schaamt voor het evangelie. Daarom wordt dan Timotheüs opgewekt mee te lijden, dat is: samen met al die anderen, en eigenlijk in verbondenheid met Christus.
Dat wordt uitgedrukt doordat de HEERE ons over de vlucht van die vrouw zegt dat zij vliegt naar de woestijn op haar twee vleugels van de grote arend, haar door de HEERE gegeven, Openb.12.
Nog altijd is dat het geheimenis van Gods rijk. Ook als we alleen staan en niets lijken te bereiken, komt het toch. Als we maar echt trouw zijn in het uitdragen van zijn getuigenis.Het geheimenis van de wetteloosheid
Er is nog een geheimenis waar de HEERE ons op wijst. Het is dat van de wetteloosheid. We lezen daar over in 2 Tess.2. Het geheimenis van de wetteloosheid, de verborgenheid van de afval is al in werking. Maar voordat de Here Jezus zal weerkomen, moeteerst de afval komen en de mens van de wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander. En de Here Jezus Christus werkt daarheen. En vanwege dat moeten zendt God een energie van dwaling, die maakt dat de mensen de leugen geloven.
Wat is die afval? Hoe komt die afval? De Kanttekeningen merken over geheimenis van de wetteloosheid op:de heimelijke opkomst van deze ongerechtige en antichristelijke heerschappij wordt allengs in de kerk van Christus bevorderd door de satan en zijn werktuigen, namelijk door de begeerte om te heersen (vgl. Diotrephes, 3 Joh.9-10) en door het invoeren van valse en bijgelovige leringen en menselijke inzettingen, al van de tijden van de apostelen af (vgl.1 Joh. 2:18).
De afval in de wereld begint in de kerk. En dan gaat het altijd, de hele kerkgeschiedenis door, over twee zaken: de kerkregering en de leer. In alle kerkstrijd, die wij in het verleden hebben meegemaakt en nu weer moeten meemaken.
Waarom komt die afval er toch steeds? Is dat een vanzelfsprekendheid, met het opgroeien van een nieuw geslacht?
Uit de Schrift weten wij dat dat zo gebeurt vanwege het Goddelijke ‘moeten’: zo moet het gaan. Ook dat is het komen van Gods rijk.
Dat is een diepernstig woord. Om van te schrikken. Zo nauw luistert het. Wat moeten we telkens weer vermaand worden om te blijven bij de eenvoudige kracht van het Evangelie! Wat is het gevaarlijk om toe te geven aan de geest van de tijd! Wat dreigt er een oordeelsverzwakking te komen, zodat we echt gaan denken dat het rijk van God er komen moet door ons organiseren en samenwerking zoeken en onze invloed uitbouwen! Dan gaan we langs elkaar heen praten en verstaan elkaar niet meer, juist in de kerk.
Aan de andere kant: we zijn getroost. De Here Jezus Christus regeert. Hij bewaart zijn kerk. De afval moet er komen, naar Gods bestek. En dus komt het rijk van God er toch.
Geloven we dat? Willen we zo levende getuigen van Christus zijn? Durven we het zo aan om alleen te staan en af te zien van allerlei menselijke bedenksels?Het geheimenis van de godsvrucht
Over de godsvrucht lezen wij in de Bijbel vooral in de brieven aan Timotheüs. Het betekent de vroomheid, het dienen van de HEERE, het vrezen van de HEERE.
In 1 Timotheüs 3 gaat het eerst over de ambtsdragers in de heilige dienst. Ambtsdragers moeten de gemeente toerusten tot het dienen van de HEERE, Ef.4:12.
Paulus schrijft dit aan Timotheüs., zo zegt hij: Mocht ik nog uitblijven, dan weet gij, hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God, een pijler en fundament der waarheid, 1 Tim.3:15.
De kerk moet dus zijn een pijler van de waarheid, een aanplakzuil. De Kanttekeningen zeggen hier:Gelijk de overheid haar plakkaten en werd een aan pilaren of andere vaste vergeten pleegt aan te slaan en te hechten, om aan alle bekend te worden, zo wordt hier verklaard het ambt en dus verplicht van de gemeente te zijn om de waarheid te voorbereiden en tegen alle dwalingen te bevestigen.
Wat draagt de gemeente dan uit?En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht: Die Zich geopenbaard heeft in het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid, 1 Tim.3:16.
Deze rijkdom is aan de kerk gegeven om die te bewaren en uit te dragen. Geweldig is het heilgeheim van de godsvrucht! De godvrezende gemeente heeft wat te verkondigen! Zij heeft te verkondigen niet maar een verzonnen leer van mensen, maar de openbaring van de Levende! Van Hem, Die geopenbaard is in het vlees, waarin Hij ons kwam verlossen. Waardoor Zijn heerlijkheid wel werd bedekt, maar door die verhulling scheen ze telkens heen. Immers, Hij werd in Zijn vernedering gerechtvaardigd door de Geest, Die op Hem uitgestort, Zijn heerlijkheid deed doorlichten, tegenover de miskenning door de wereld, welke heerlijkheid zich tenslotte in Zijn opstanding luisterrijk manifesteerde. Hij is in die heerlijkheid aanschouwd door de engelen, toen Hij als Overwinnaar van de dood en de zonde ten hemel opvoer vol eer.
Hij is verkondigd onder de heidenen, en het wonder is geschied: Hij is geloofd in de wereld, waar velen in Hem hun heil, hun hoogst geluk gevonden hebben. Hij is verheven in de heerlijkheid, om daar Zijn wederkomst voor te bereiden en Zijn kerk te vergaderen en alles tot de eindoverwinning te leiden.
Het is dus een geheimenis. Dat wil zeggen: geen mens heeft dat ooit gezien in de wereld, gelezen in boeken of gevonden op internet, geen mens heeft scherpzinnig ook dat kunnen bedenken of verzinnen. Maar het is de openbaring van God aan Zijn volk.
Dàt is ons vooruitzicht in 2009 door de prediking, de bediening van de sacramenten en van de kerkelijke tucht, door de ambtelijke verzorging in de kerk waarbij wij delen in het geheimenis van de godsvrucht.
Geve de HEERE dat wij kennis hebben aan dit godsgeheimenis, ernaar zoeken,erom bidden en dat de HEERE het ons schenkt.
We mogen het nieuwe jaar in met deze troost van de geheimenissen van God die Hij ons in Christus geopenbaard heeft.