Mijn vorige hoofdartikel over de autarkie van de plaatselijke kerk, waarin het gevaar van het independentisme werd aangewezen, eindigde ik met een aanhaling uit een verklaring van de classis Noord-Oost van mei/juni 2008 over het gevaar van het independentisme. Deze classis moest zich namelijk bezighouden met de ingrijpende moeiten in een plaatselijke kerk binnen haar ressort, die ertoe leidden dat een deel van die gemeente zich afscheidde van het kerkverband. Daarbij beloofde ik een Schriftstudie te geven over de derde brief van Johannes.
De oorzaak van de moeiten
Inmiddels heeft de classis van 13 september 2008 besloten om bovengenoemde verklaring ook vrij te geven voor gebruik in de kerken van de andere classis. Als grond voor dat besluit wordt genoemd: “dat ook kerken uit de classis Zuid-West met deze zaak te maken hebben; dat ook leden uit de kerken onjuiste informatie ontvangen”.
Deze verklaring van de classis geeft een uitvoerig overzicht en een beoordeling van de gang van zaken. Van belang is wat de classis onder paragraaf 10 opmerkt over de oorzaak van de moeiten:De diepste oorzaak van de moeiten ligt, naar het oordeel van de classis, in een geest van verfoeilijk independentisme. Een geest die al vanaf de vrijmakingen in 2003 en 2004 zijn invloed oefent in de kerken. Independentisme, dat is onafhankelijk willen zijn. Dat is de wens om je handen vrij te houden en je niet te binden. Dat is de wens om binnen het kerkverband toch te doen wat je als kerkenraad en gemeente zelf wilt. Dat is je onttrekken aan de onderlinge opzicht en tucht. Dat is alleen die besluiten aannemen die je passen. Dat is afgaan op je eigen verstand en gevoel. Dat is ten diepste het negeren van de Schriftuurlijke normen voor het samenleven als kerken. Dat is ten diepste het “ik” tegenover het “sola scriptura”: gevaarlijk en verleidelijk. We kennen die geest o.a. uit de strijd in de jaren zestig. (Open Brief, ontstaan NGK). Om te komen tot herstel van de scheuring zal die zondige geest onderkend en erkend moeten worden.
Op deze materie wil ik in dit artikel breder ingaan en dat doen door vooral de Schriften te openen en zo het oordeel van de HEERE te horen.
Onlangs heeft de hoofdredacteur in een artikel in DE BAZUIN al verkeerde informatie weerlegd, die in het dagblad TROUW wereldkundig werd gemaakt op grond van wat uit de kring van de afgescheiden broeders en zusters aan die krant werd meegedeeld.Het independentisme in een eerste christelijke gemeente
In zijn derde brief noemt Johannes zich de oude, ook wel vertaald als ouderling, de oudste. Onder deze naam was Johannes blijkbaar bekend. Ze duidt aan een bijzonder hoge achting voor hem als leraar van een opgroeiend geslacht (hij spreekt over ‘mijn kinderen’), de geestelijke vader.
Wanneer men maar hoorde van ‘de oude’ wist men blijkbaar wel wie bedoeld werd. Hij was onder die naam bekend ook bij andere gemeenten. Deze ‘oude’ rekent erop, dat hij en zijn gezag ook erkend zal worden op een andere plaats, dan waar hij woont. Hij is immers apostel - in de tweede eeuw werden met deze naam de mannen aangeduid die met de Here Jezus Christus omgegaan hadden, Zijn discipelen of apostelen.
Gajus moet worden ingelicht omdat hij het independentisme niet doorziet. Toch is dat een groot gevaar voor de kerk.
De apostel Johannes schrijft dan over het doen van Diotrefes in vers 9:Ik heb aan de gemeente een en ander geschreven; maar Diotrefes, die onder hen de eerste tracht te zijn, ontvangt ons niet.
Daarbij gaat Johannes zelfs zo ver dat hij een oordeel uitspreekt, niet alleen over wat Diotrefes doet, maar ook over wat deze daarmee bedoelt, namelijk dat hij de eerste wil zijn.
Het Grieks drukt dat uit in een werkwoord: philo-prooteuo. Dat voorvoegsel philo drukt uit dat hij dat wil, dat het hem lief is de eerste te zijn.
In de kerk heerst de regel dat de kerk niet oordeelt over het binnenste. Maar hier spreekt niet alleen maar de apostel, maar de HEERE Zelf.
Het gaat hier dus over een conflict binnen het kerkverband. De voorganger van een plaatselijke gemeente verzet zich ertegen dat van buitenaf in zijn gemeente gezag geoefend wordt.
In het volgende wil ik achtereenvolgens aanwijzen de wortel van deze zonde, haar uitwerking, maar ten slotte ook de overwinning van de zonde.De wortel van de zonde van het independentisme
Diotrefes valt in het kwaad van de heerschappijvoering over de kudde van de HEERE. Dat kwaad wordt bedekt onder de schijn van op te komen voor de zelfstandigheid van de plaatselijke kerk. De gemeente volgt de kwade herder, zoals dat zo vaak gebeurt. En vooral in de pas geïnstitueerde gemeenten is het gevaar van die heerschappijvoering groot.
In heel de Heilige Schrift vinden we deze zonde terug.
We geven enkele voorbeelden daarvan.
Allereerst uit de tijd van de omwandeling van de Here Jezus Christus met Zijn discipelen. Deze strijden dan meermalen onderling over de vraag wie van hen de eerste is: Mark.9:34-35
En zij zwegen, want zij hadden onderweg met elkander erover gesproken, wie de meeste was.
En Hij ging zitten, riep de twaalven en zeide tot hen: Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn,
Zelfs aan de avondmaalstafel gebeurt dat:Er ontstond ook onenigheid onder hen over de vraag, wie van hen als de eerste moest gelden, Luk.22:24.
Dat moet voor de Heiland wel een bijzonder lijden zijn geweest. Wij hebben er al verdriet over wanneer wij de uitwerking van zo’n zondig heersen in de gemeente zien. Maar voor Hem was het daarbij nog zoveel meer lijden. Hij had Zelf getoond de minste te zijn. Hij had juist over Zijn lijden gesproken, namelijk dat hij Zich zou vernederen tot de dood aan het kruis. Dat betekende immers dat Hij Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is, Filipp.2:7.
Hij toonde Zich de minste en gaf daarvan een markant voorbeeld door de voeten van de discipelen te wassen! En dan volgt dat droevige strijden van de discipelen: de eerste, de grootste willen zijn.
Die zonde begon zich al te openbaren in de afgunst van Kaïn op zijn broer Abel, die zelfs leidde tot de eerste doodslag.
En ook± wat moest de HEERE Jakob steeds weer leren de minste te willen zijn en te leven van genade! Heel de strijd van Jakob om het eerstgeboorterecht was een eigenzinnig de eerste willen zijn in plaats van te berusten in Gods welbehagen. De HEERE liet juist Jakob niet het eerst geboren worden om voorgoed Zijn volk te leren van genade te leven.
Daarom zegt de HEERE later door de mond van Mozes dat Hij Israël als Zijn volk heeft uitverkoren, niet omdat het zo’n bijzonder sterk en vroom volk was. Het is alleen uit genade dat de HEERE hen tot Zijn volk heeft aangenomen.
Ook de opstand van Korach (nota bene een Leviet!), Dathan en Abiram kwam voort uit dezelfde zonde van de eerste willen zijn. Zij verwijten Mozes dat hij zich als heer en meester over hen heeft opgeworpen en dat, zo zeggen zij, terwijl zij allemaal heilig zijn en hij niet alleen. En ze hebben zelfs een aanhang verzameld van 250 leiders, achtenswaardige mannen, de aanzienlijksten uit de gemeente. Maar de HEERE komt met Zijn oordeel en waarschuwt de mensen zich af te scheiden van de aanvoerders van deze opstand en bij hun tenten vandaan te gaan. Dan komt zijn oordeel niet alleen over die drie leiders, maar ook over de 250 aanhangers.
Nog een voorbeeld: Absalom wil de eerste zijn en doet een greep naar de troon. Ook hij kan Gods raad niet aanvaarden.
Steeds moet de HEERE waarschuwen dat wie zichzelf verhoogt vernederd zal worden.
Het is de oude zonde van het paradijs die doorwerkt en waartegen de HEERE steeds moet waarschuwen en waarvan Hij Zelf ons moet verlossen.De uitwerking van de zonde van het independentisme
Maar wat gebeurde er dan in de gemeente aan welke Johannes schrijft in zijn derde brief? Wat waren de daden van Diotrefes waaruit zijn kwade zondige verlangen om de eerste te zijn blijkt?
De apostel geeft drie bewijzen van de heerschappijvoering over de kudde van de HEERE door Diotrefes.
Allereerst hij ontvangt Johannes niet, dat betekent dat hij niet aanvaardt het gezag van de apostel. Dat blijkt uit het feit dat hij niet wil dat een brief van Johannes aan de gemeente (namelijk 2 Johannes) wordt voorgelezen.
Vervolgens ontvangt hij ook niet de broeders. Dat waren toen rondreizende broeders, die als zendelingen in de provincie reisden en overal in de gemeenten onderdak moesten vinden en voortgeholpen worden. In een vergadering van de gemeente werd zo’n rondreizende broeder beproefd en verder gezonden met de genade- en vredegroet. Daarop ziet de waarschuwing van de apostel in 2 Joh.:10,11 om niet tegen een valse leraar te zeggen: wees gegroet.
Deze rondreizende broeders staan in de dienst van Christus. Het voorschrift om niets aan te nemen van de heidenen in Matt.10:8 is bedoeld om hun boodschap onbesmet te bewaren.
De gemeente wordt in dat uitzenden en voorthelpen en aanhoren van hun verslagen ingeschakeld in deze arbeid; zij werkt dan samen met de waarheid. Daarin wordt het kerkverband vruchtbaar.
Op veel andere plaatsen in het Nieuwe Testament is sprake van het werk van deze broeders, als er gesproken wordt over de herbergzaamheid en het ontvangen van deze mannen, zelfs als een bode van Gods ja als Christus Jezus (Gal.4:14). Zie ook Matt.10:14,40;18:5; Joh.4:45.
Maar Diotrefes ontvangt deze broeders niet, bang als hij is dat zij zijn invloed op de gemeente zouden kunnen ondermijnen. Hij wil niets van het kerkverband weten!
En Johannes noemt dan als toppunt van de heerszucht van Diotrefes dat deze zelfs zo ver gaat dat hij degenen die de broeders van elders wel willen ontvangen uit de gemeente werpt, vers 9.
Tenslotte zegt Johannes dat Diotrefes dit alles bedekt met mooie woorden, dat betekent onder de schijn van te willen opkomen voor de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente.
Met boze woorden over ons snaterend, ons belasterend, namelijk dat Johannes de gemeente wil overheersen, terwijl de gemeente toch zelfstandig moet zijn. Aldus gaf hij dan aan zijn eigen heerszuchtig streven de mooie schijn van te staan voor de onafhankelijkheid en zelfstandigheid van de gemeente en aan Johannes' apostolisch bemoeien het voorkomen van ongeoorloofde zucht tot gemeenteoverheersing (S.Greijdanus, Korte Verklaring pag.159).
De overwinning van de zonde van het independentisme
Johannes wekt Gajus op om zich tegen Diotrefes te verzetten. En hij belooft zelf in de gemeente te komen om de zaken recht te zetten. Hij zal Diotrefes dan ontmaskeren en diens werk in gedachtenis brengen. Gajus moet zich niet door vrees laten leiden, maar het kwade niet navolgen of doen.
Johannes knoopt aan bij enkele getrouwen. De reformatie van de kerk komt op uit het ambt der gelovigen, door eenvoudig gehoorzaam te zijn. Zij moeten immers leven overeenkomstig hun belijdenis, door trouw te handelen, vers 5 (vergelijk 1 Pt.2:12) en door goed te doen, (vergelijk 2 Pt.1:19, Jak.2:1819).
Zo heeft de HEERE in het verleden steeds weer voor Zijn gemeente gezorgd en zo blijft Hij in de loop van de eeuwen telkens weer voor Zijn gemeente waken.