Leven uit dankbaarheid (11)


Tiende gebod:
Gij zult niet begeren het huis van uw naaste; gij zult niet begeren de vrouw van uw naaste, nog zijn dienstknecht, nog zijn dienstmaagd, nog zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is

Koning Achab en de wijngaard van Nabot (1 kon 21)


Koning Achab heeft een mooi paleis met een hele mooi tuin in de stad Jizreël. Koning Achab loopt vaak door de tuin en geniet ervan. Alleen, als hij dan iets verder kijkt dan zijn eigen tuin, ziet hij een nog veel mooiere tuin. Dit is de tuin van zijn buurman Nabot. Nabot heeft van zijn tuin een wijngaard gemaakt. In zijn wijngaard groeien druiven en daar kan Nabot wijn van maken. Koning Achab heeft zelf ruimte genoeg, maar hij wil toch ook de tuin van Nabot erbij hebben. Hij gaat naar zijn buurman toe en vraagt of hij de tuin mag kopen. Hij wil geld geven zodat Nabot ergens anders een nieuwe wijngaard kan kopen. Maar Nabot wil dat niet. Deze tuin is van zijn vader, van zijn opa en van zijn overgrootvader geweest. Het is een familiebezit. Nabot wil het niet verkopen want dit stukje land is aan zijn familie gegeven door de Here. Achab is hier erg boos over. Hij wil die tuin! Hij gaat met en boos gezicht naar binnen en gaat op zijn bed liggen. Hij wil niet eten en draait zijn gezicht naar de muur. Hij wil de tuin hebben!

Izebel


Na een tijdje komt koningin Izebel vragen waarom Achab zo boos is. Koning Achab vertelt het verhaal. Izebel zegt: “Jij bent toch de koning, jij bent toch de baas van het land. Jij moet er gewoon voor zorgen dat je het krijgt. Nabot moet maar luisteren naar jou.”
Izebel gaat een brief schrijven met allemaal leugens erin, en die schrijft ze aan de bazen van de stad. In de brief zegt ze dat er een bijeenkomst moet komen, en daar moet Nabot vooraan zitten. Onbekende mannen moeten dan allemaal leugens vertellen over Nabot, en dan moet Nabot gestraft worden. En zo gebeurt het. Onbelangrijke mannen gaan allemaal leugens vertellen over Nabot. Ze zeggen dat hij niet naar de koning wil luisteren en dat hij ook niet meer naar de Here God luistert. Dit is helemaal niet waar! Ze liegen en dat heeft God verboden in het negende gebod. De bestuurders van de stad bedenken een straf voor Nabot. Hij moet gestenigd worden. Nabot wordt gedood.

De tuin is van koning Achab


Als Achab hoort dat zijn buurman dood is, wordt hij weer blij. Nu kan hij de tuin van Nabot pakken en zo zijn eigen tuin groter maken. Hij staat gelijk op en gaat naar zijn tuin toe. Hij is er erg blij mee! Totdat er iemand over de weg komt aangelopen. O nee hè, denkt Achab. Daar komt de profeet Elia aan. Elia zegt altijd vervelende dingen over mij, hij is mijn vijand.
De profeet Elia komt met een boodschap van de Here God. De Here is erg boos over alles wat Achab gedaan heeft met Nabot en zijn tuin. Elia zegt, dat op de plek waar Nabot dood is gegaan ook Koning Achab zal sterven. En zijn vrouw Izebel krijgt ook een erge straf. Zij zal worden doodgemaakt en opgegeten door honden omdat ze dingen doet die niet mogen van de Here.

Tiende gebod


Het tiende en laatste gebod gaat over het niet mogen begeren. Begeren is als je iets graag wilt hebben. Je bent jaloers op iemand die zo’n mooie auto, of zulke mooie knikkers heeft. Jij wilt dat ook wel hebben. Je doet dan net als Achab. Hij wilde heel graag de tuin van zijn buurman hebben. De Here zegt dat wij niet mogen begeren. Geen spullen, geen mensen, geen knechten, geen dieren helemaal niets dat van iemand anders is! Eigenlijk gaat dit gebod erover of je tevreden bent of jaloers. Ben je blij met alles wat je wél hebt gekregen of kijk je steeds naar de spullen van een ander?

Je hart


Als je je niet houdt aan gebod 1 t/m 9 dan kunnen andere mensen dat zien of horen. Maar dit gebod is moeilijk te zien aan de buitenkant. Veel mensen denken dan: ‘Och, niemand ziet het’. Ze vergeten dan de Here, want die kan het wel zien. De Here God kan in je hart kijken, en weet wat je denkt. De zonde tegen het tiende gebod is al heel oud. De eerste zonde ging al over het begeren. Eva wilde graag net zo knap worden als de Here en at daarom van de boom die God verboden had. Kaïn was jaloers op zijn broer en doodde hem. Achan wilde graag iets hebben uit de stad Jericho en ging het stelen.

Hoe moet het wel ?


Je moet blij zijn met alles wat je gekregen hebt van de Here. Je moet niet steeds meer geld of meer spullen willen hebben. Daarom is het ook niet goed dat je mee doe met loterijen. Als je hieraan mee doet wil je graag veel geld winnen, je wilt rijk worden. De Here zegt: “Nee, je moet blij zijn met wat Ik je geef!”
Eén ding mag je wel begeren. Dat is dat je leeft zoals de Here het zegt. Dat je steeds het goede doet, en dat je wilt vechten tegen de zonde. Dat je het verbond met God niet verbreekt. Dat vraagt de Here van ons!
Toch kunnen wij dit niet. Alle mensen willen steeds ongehoorzaam zijn. We willen alles doen wat wij graag willen. Ook wij, die kinderen van God zijn, doen zonden. Maar gelukkig mogen we weten dat de Here Jezus voor onze zonden is gestorven. Hij heeft onze zonden weg gedaan. En daardoor mogen we nog steeds kinderen van de Here zijn.

Puzzel: Streep deze woorden weg.
liegen
moestuin
paleis
s
a
m
a
r
i
a
c
h
a
b
w

Jizreël
geld
wijngaard
i
t
f
d
g
n
i
n
o
k
j
ij

profeet
vogel
Achab
e
e
e
n
m
o
e
s
t
u
i
n

Elia
bed

l
e
i
n
e
d
o
g
f
a
z
g

Izebel
boos

a
f
r
e
i
n
s
o
o
b
r
a

koning
tuin

p
o
b
w
z
g
o
ij
n
g
e
a

baäl
sla

a
r
a
r
e
d
e
b
d
v
e
r

afgoden
bonen

a
p
e
n
b
n
a
n
g
e
l
d

brief
prei

a
b
o
i
e
a
l
s
t
u
i
n

Samaria
stenigen

v
o
g
e
l
i
e
g
e
n
a
t

















Oplossing: