Erf en Einder 205


De Olympus op


Zo brak dan het even infantiel bepaalde als lang verbeide moment aan waarop de Pekinese Olympiade kon worden gestart. Op 8 augustus 2008, om 8 uur en 8 minuten: ach, wat leuk! Maar stel je nu eens voor, dat dit tijdstip op de plaats van de Spelen niet helemaal klopt met de in China geldende tijd. Op de aardbol is één geografische graad namelijk gelijk aan vier minuten zonnetijd. En in het onmetelijke China is men op zekere plaats dan al gauw te vroeg of te laat, als de tijd op 1 minuut nauwkeurig moet worden bepaald. De goden van de Olympus, die hun spelen komen bezien, snellen in dat geval niet synchroon met de ‘hinein’ marcherende atleten en waar blijft hun goedkeuring dan? Slechts de vaandels van politiek en economie blijven dientengevolge nog wapperen.
Dat heeft ook premier Balkenende onderkend, toen hij besloot de opening van de Spelen te gaan bijwonen. Maar och arme, zijn politieke vaandel bleek nog voor de afreis al gescheurd: de CU-partners in het regerend kabinet keurden deze gang aanstonds af. Resteert dus het koopmansvaandel, waarmee de Chinese overheden moeten worden gewonnen als vrienden van dat verre Nederland, dat reeds in vroegere eeuwen zijn winsten haalde uit het verre Oosten, toen het de koloniale scepter zwaaide over Formosa, het nu in der Chinezen oog zo vijandige Taiwan.
Of het verder allemaal ethisch en moreel verantwoord is? Dat vinden velen van niet, gezien de in China geschonden Rechten van de Mens, waarop elke Europese natie haar fundamenten heeft gelegd. Zodat noch aan een Europese revolutiegedachte, noch aan de wijsheid van Plato, de Griekse wijsgeer bij uitnemendheid, noch aan die van zijn Chinese evenknie Confucius redenen kunnen worden ontleend tot een westers bezoek aan Griekse sport in een Chinees stadion. En dan komt Paulus nog eens de laatste klap geven op dit Chinese vuurwerk:
    Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft. (1 Timotheüs 4,8 HSV).

De reis naar Peking was reeds bij voorbaat nutteloos.

Olympische religie


Het kan geen kwaad het verleden in herinnering te roepen; vaak sluit het heden daarbij aan en kan een vergeten aspect opnieuw worden overdacht. Zelfs de Olympische Spelen moeten hieraan worden onderworpen. Daarom hier een citaat uit de persschouwrubriek van De Reformatie, waar in het nummer van 30 augustus 1952 (27e jaargang, blz. 375) Prof. C. Veenhof het volgende schreef:
    Men weet het: de olympische spelen zijn de herleving van de oude, ter ere van Zeus georganiseerde, kampspelen der Grieken.
    Deze waren voor de Grieken véél meer dan „sport", ze waren voor hen een eredienst, een cultus, een liturgie ter ere van hun afgoden. Dat wil zeggen, want daar komt het op neer: ze waren voor hen een eredienst voor de schone, harmonische mens, speciaal voor de mens in zijn sterke, schone lichamelijkheid.
    Deze oude eredienst is in de moderne olympische spelen ten volle herleefd. De naam Zeus wordt er wel niet meer bij genoemd, maar de oude idealen, de oude religie, de oude cultus werden erin herboren en jagen nu de duizenden en duizenden opnieuw op tot een daemonisch-religieuze extase.
    {} het was de cultus van de ongebroken mens, voor de afgod van de volmaakte
    mens, volmaakt in lichaamskracht en lichamelijke schoonheid. Een cultus die zich ook „eerlijk" uitte in de woorden van de olympische hymne: „Toon gij ons, toorts van de Olympos, de smalle weg naar nieuwe hoop, leidt ons naar de haven, naar de wereldvrede".
    Wanneer nu een dergelijk heel de wereld meeslepend religieus gebeuren plaats vindt is het de taak van een schriftuurlijk en dus profetisch levende en sprekende christenheid de daarin zich zo machtig openbarende en zijn millioenen meeslepende geest te beproeven. Niet uit rancune, of uit ressentiment, evenmin in farizeïsme, maar in trouw aan de HERE, de God van hemel en aarde en uit liefde tot de mensheid, die al verder en grondiger afgescheurd wordt van de levende God.
    Toen in 1928 {} de olympische spelen in Amsterdam werden “gevierd”, hebben de gereformeerde kerken van Amsterdam zich in ootmoedig roepingsbesef van deze taak gekweten. Ze hebben toen in een duidelijk woord het licht der Schriften op deze spelen en de zich daarin manifesterende geest laten vallen.

In onze dagen mag die nadruk op het religieuze aspect zijn vervaagd en het politieke misbruik daarvan opgejaagd, de afgoderij met de welvarende en krachtige mens is nog altijd even duidelijk. De natie die het meeste ‘goud’ verwerft, is nog steeds de krachtigste.
Ook daarom is het bezoek van een zich gereformeerde noemende eerste minister aan deze spelen, veroordeeld. Politiek mag niet gaan ten koste van Gods eer. Evenmin als zij de afgodendienst mag steunen.

Verweggistan?


Her zal ter plekke erg genoeg zijn om onder oorlogsomstandigheden te verkeren, maar als de krant, op de voorpagina nog wel, mededeelt dat Georgië is binnengevallen in Zuid-Ossetië, dan komt ons dat minder opwindend voor dan wanneer Madurodam een aanval zou hebben gedaan op Oeteldonk. Want wat er tussen de Zwarte Zee en de Kaspische Zee allemaal gebeurt lijkt zelfs verder weg dan de Olympische Spelen in China. Hoewel Georgië nog Europa is en China het verre Azië.
En toch zien de VN dat met zorg aan. Want een kleine brandhaard kan binnen korte tijd tot een grote vuurhaard worden, vooral als Rusland, de bemoeial van het Oosten, partij kiest en zich daarin gaat mengen. Daar komt nog bij, dat Georgië een vriendje van de VS is en dingt naar het lidmaatschap van de EU, wat uiteraard hetzelfde is als een poging om buiten de invloedssfeer van Rusland te raken. Hoezeer dit Rusland mishaagt blijkt uit de hardheid, waarmee dit land Georgië tot de orde roept. Het is alsof we nazi-Duitsland opnieuw vernemen, in taal en daad, die niet anders zijn dan leugentaal en oorlogsmisdaad.
Ook deze oorlogsgeruchten behoren bij de tekenen die ons wakker houden, waardoor De Dag ons niet als een dief zal overvallen (1 Thess. 5,4).