Openb.9:1-4
1 En de vijfde engel blies de bazuin, en ik zag een ster, uit de hemel op de aarde gevallen, en haar werd de sleutel van de put van de afgrond gegeven.
2 En zij opende de put van de afgrond en er steeg rook op uit de put, als de rook van een grote oven; en de zon en het zwerk werden verduisterd door de rook van de put.
3 En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde te voorschijn en hun werd macht gegeven, gelijk de schorpioenen der aarde macht hebben.
4 En hun werd gezegd, dat zij aan het gras der aarde geen schade zouden toebrengen, noch aan enig gewas, noch aan enige boom, maar alleen aan de mensen, die het zegel van God niet op hun voorhoofden hadden.
Vervolgens hoorde Johannes dat de zevende trompet geblazen werd en hij zag dat er een ster viel van de hemel. Die ster is de verpersoonlijking van satan. In de profetieën van Jesaja wordt hij genoemd de morgenster, de zoon van de dageraad, die ter aarde is geveld (Jes.14:12). En wij weten dat satan op de aarde is geworpen. Jezus zei dat Hij satan als een bliksem uit de hemel zag vallen (Luk.10:18). We zullen daar meer over horen in Openbaring 12.
Nu wordt gezegd dat deze satan, hoewel hij uit zijn plaats geworpen is die hij gedurende de tijd van het Oude Testament innam, nog altijd enige macht heeft overgehouden. Wij lezen tenminste dat aan hem gegeven wordt de sleutel van de put van de afgrond en dat hij die put opent.
De afgrond is de plaats waar de boze geesten bewaard worden (Luk.8:31; Openb.20:1,3). En wanneer die afgrond geopend wordt stijgt er rook uit zodat de zon en het hele zwerk verduisterd worden. Er zal een verschrikkelijke vervuiling van het milieu plaatsvinden zoals nooit eerder.
Maar dan komt de grote verschrikking: uit deze rook komen sprinkhanen op de aarde te voorschijn. Dat is een zegswijze om aan te duiden dat de boze geesten in even grote getale komen als een zwerm sprinkhanen en ze kunnen niet weggejaagd worden.
Maar ze zijn erger dan sprinkhanen, want zij steken zoals schorpioenen. Een slang bijt eenmaal, maar een schorpioen blijft steken!
Aan hen wordt het bevel gegeven om de mensen aan te vallen, niet om hen te doden, om hen te kwellen. Maar van Gods kinderen moeten ze afblijven en die mogen zij niet kwellen, degenen die verzegeld zijn op hun voorhoofd. Dit zal werkelijk een verschrikkelijke wereld worden. Maar Gods kinderen, degenen die Hem vrezen en Zijn naam prijzen, zijn veilig. Gods kind kan veilig gaan, wordt voor verbrijzeling behoed (Ps.37:4).
Betekent dit dat satan beslissen kan wat er in de wereld gaat gebeuren? Zeker niet! Let er op dat aan hem de sleutel van de afgrond wordt gegeven. Door Wie? Natuurlijk, door de Here Jezus Christus. Voor alles wat satan ooit zal kunnen doen moet hij eerst de toestemming van God hebben.
Het is dus de HEERE Die beslist wanneer de tijd gekomen is om de schorpioenen los te laten, om de boze geesten los te laten onder ons.
Maar zodra de deuren van een gevangenis geopend worden gaan zij er uit en komen ze in een wolk van rook. Die rook wordt hier niet letterlijk bedoeld. Dat is een aanduiding van de geestelijke vervuiling van de laatste dagen, wanneer er moreel verval is en vervuiling, zoals wij die nu in de wereld zien opkomen.
Sprinkhanen! Wij worden er aan herinnerd wat er in Egypte gebeurde. Zij zijn het leger van de HEERE dat niet tegen te houden is, zoals de profeet Joël hen zag neerdalen op Israël als het oordeel van de HEERE.
Maar de sprinkhanen die in feite schorpioenen zijn kunnen maar niet doen wat ze zelf willen. Zij hebben een beperking. 'Raak Mijn eigen kinderen niet aan', heeft de HEERE tegen hen gezegd, namelijk degenen die verzegeld zijn, zoals we dat in Openbaring 7 gezien hebben, degenen die zuchten en kermen, die bidden en profeteren, die afgezonderd zijn van de zondige wereld - zij zijn veilig.
Want de schorpioenen kwellen de mensen geestelijk. Zij nemen het licht van de zon weg. Dat betekent dat er totale duisternis is in het leven van de mensen. Mensen hebben geen vreugde meer in hun leven en willen niet eens verder leven. Ze willen liever sterven, zo verschrikkelijk is het leven voor hen geworden.
Het woord dat hier gebruikt wordt voor kwellen betekent eigenlijk dat de mensen beproefd worden, getest. Dat wil zeggen dat wat zij in zichzelf hebben nu openbaar wordt. De vuilen worden nog vuiler.
De Here Jezus Christus zei dat dit de vrucht zou zijn van Zijn regeren van de wereld, van het getuigenis van de getuigen, van de gebeden van de heiligen.
Toen in Egypte het hart van de farao door de HEERE werd verhard, was eerst gezegd dat hij zelf zijn hart verhardde. Wanneer de laatste verschrikkingen in deze wereld gaan regeren is dat de schuld van de mensen zelf. Ze waren zo druk bezig om de lucht te reinigen en alle verontreiniging te bestrijden, maar ze gaven zich niet de moeite om de geestelijke atmosfeer te beschermen en ze lieten de morele vervuiling ongehinderd voortgaan.
Maar Gods kind is veilig.