Erf en Einder 195


Roerige tijden


Geschiedschrijving – het is hier al eerder gezegd – is geen gemakkelijke zaak. Welke punten van de gebeurtenissen rondom ons, of wat verder weg, vormen straks de lijn van de historie? Men kan een cluster overzien en er zijn conclusies uit te trekken, maar heeft dat zin of hebben we een incident beet, dat al spoedig zal worden vergeten en nimmer de geschiedenisboekjes zal bereiken?
En toch is er een methode om de geest van deze tijd te beproeven en een zekere lijn te trekken, die een aantal verschijnselen aan elkaar verbindt. Dat is de methode van de vergelijking met vroeger. Als er roerige tijden voorkwamen in ons landsbestuur, of in de samenleving als geheel, wat was het kenmerk daarvan? Wat verschil is er tussen toen en nu?
Het jaar 1918 was het laatste jaar van WO I, een jaar van revolutie, waaraan ons land ontkwam door de gehechtheid van het volk aan het Oranjehuis, ondanks het Tweede Kamerlid Troelstra die de revolutie aankondigde, daartoe aangezet door de zeer gevaarlijke en veel minder emotionele partijgenoot Heijkoop. Het jaar 1939 was het eerste jaar van WO II en opnieuw werd ons land geschud, nu door politieke onzekerheid van opeenvolgende pogingen tot kabinetsformatie, waarvan tenslotte het kabinet De Geer het eindpunt was. In 1940, toen wijzelf in de oorlog werden betrokken, werd het, toen De Geer deserteerde, overgenomen door mr. P.S. Gerbrandy, schoonzoon van ds. J.C. Sikkel, die het samen met H.M. Koningin Wilhelmina door de oorlog loodste.
Dat soort van opwinding kennen wij vandaag niet. Maar als we de kleine incidentjes optellen, die het kabinet Balkenende IV tot nu toe hebben begeleid, zien wij overeenkomsten met vroeger: het is de strijd tussen de revolutie en hetgeen uit de reformatie is overgebleven. Om een voorbeeld te noemen: minister Rouvoet kan geen voet verzetten of de media storten zich over hem heen. Zelfs als hij een uitlating doet inzake gezinsvorming, die geheel in de lijn ligt van het Europees beleid, dan vliegt het journaille hem alweer op de nek. Waarom? Omdat hij zulk een onbekwaam regent is, die zijn mond niet kan houden? Omdat hij een mening vertolkt die ver bezijden de publieke opinie ligt? Nee; maar hij is afkomstig uit de ChristenUnie en dat suggereert een denkwijze die afkomstig is uit de gereformeerde leer, uit kerkelijke kring. En dát veroorzaakt de tegenstand, het verweer en de oppositie van atheïsten en ander ongelovig volk met minister Plasterk als leider van deze tegenstand. Dat bleek al te duidelijk in de kwestie van de pornofilm, die Rouvoet als schadelijk voor de jeugd, wilde verbieden, maar die aanstonds door minister Plasterk werd overschreeuwd. Daardoor wordt ons land, weliswaar minder zichtbaar dan vroeger, toch evenzeer geschud op de zeef der geesten, met als resultaat òf een terugkeer naar de vroegere zekerheid die is gegrond op toepassing van Gods wil en wet, hoe gebrekkig misschien ook, òf een algeheel verlaten daarvan en volledige overgave aan de revolutie van een op de reformatie gebouwde natie. Het scharnier, waarop de deur van de natie zwenkt, is niet het inruilen van het poldermodel voor een meer confronterende opstelling, maar de keuze tussen reformatorische normen en revolutionaire waarden. De wankelmoedige en weinig belijnde houding van de minister-president – zo zwak zelfs dat zijn collega Bos al brutaalweg sprak van het kabinet Balkenende-Bos – zijn zwakke houding in deze worsteling getuigt van weinig inzicht in de betekenis daarvan. Het gaat om de geestelijke vrijheid van ons volk, dat enerzijds wordt bedreigd door de losbandigheid van de revolutie, anderzijds door de knellende macht van de moslims. Zal de democratie standhouden of zal de anarchie en tenslotte de tirannie zegevieren? Met een onzekere en verdeelde CU (waarover straks) is het vooruitzicht beklemmend.

Rooms, geen Oranje


Prinses Maxima was aanwezig bij een bijeenkomst die de sociale acceptatie van homoseksualiteit in Nederland een forse aanzet moet geven. Daarmee heeft zij de COC een grote en de Nederlandse natie een slechte dienst bewezen. Het Reformatorisch Dagblad schreef een week van te voren:
    Wanneer de prinses inderdaad samenbindend wil zijn, dan zal ze zich moeten realiseren dat zij met haar aanwezigheid volgende week woensdag vele Nederlanders in de steek laat; mensen die ons Oranjehuis een warm hart toedragen maar die in hun geweten grote moeite hebben met de homoseksuele levenspraktijk.
    Nog steeds verdient ons vorstenhuis waardering en steun. Maar deze koers van de Oranjes stelt diep teleur. Daarmee brengt het niet alleen een grote groep christenen in een isolement, maar maakt het vooral duidelijk een eigen, libertijnse interpretatie te willen geven aan de duidelijke regels die in de Bijbel worden gesteld.

Prinses Maxima heeft met deze daad aangetoond dat zij haar roomse afkomst hoger stelt dan haar status van Oranje-prinses. Immers: Rome keurt alles goed wat maar de sympathie en de aanhang van de R.K.kerk bevordert. Het is uit deze geest dat de prinses heeft gehandeld. Van het Oranjehuis waren we in het verleden anders gewend. Wie met bezorgdheid het huwelijk tussen onze kroonprins en een roomse edeldame heeft aangezien, heeft gelijk gekregen: Nederland ontvangt t.z.t. een roomse koningin.

Partijscheur


Ondervond het geschreeuw op het stadsplein van Sodom, de hoofdstad van Egypte (Openbaring 11:8) bekrachtiging door de bijval van prinses Maxima en de aanval van minister Plasterk op al wat godsdienstig heet, met name op het verweer van de SGP, dat in dit debat met de eer van datzelfde hoofdstuk ging strijken, het wordt bevestigd door de afval van de ChristenUnie. Sinds mevrouw Lont de moed had het hete hangijzer van de homoseksuele bestuurder aan de orde te stellen, ligt het ene gedeelte van haar partij overhoop met het andere deel. Die scheur wordt nu verbreed door de houding van minister Rouvoet, die niet alleen wordt overrompeld door de veel brutalere minister Plasterk, maar ook zelf principieel te onzeker is om tegen hem verweer te hebben. Zelfs het Nederlands Dagblad moest erkennen:
    De inbreng van de ChristenUnie betrof vooral de ruimte die er voor gewetensbezwaarden - scholen, organisaties - moet worden ingeruimd. Maar had
    juist ook de ideologische insteek van de overheid bij deze 'derde homo-emancipatiegolf', die nota bene onder andere orthodoxe christenen als primair te bewerken doelgroep heeft, niet het kritische onderwerp van haar bijdrage moeten zijn? Nu wekt zij op z'n minst de indruk zich met die ideologie te identificeren.

En de conclusie uit deze houding is
    dat zich op dit punt binnen de CU een tegenstelling aan het ontwikkelen is, die alleen nog door een fundamentele inhoudelijke discussie te overbruggen valt.

Het is duidelijk dat het gebrek aan homogeniteit tussen GPV en RPF nu de samenvoeging van die beide opbreekt en het kunstmatig karakter daarvan de ChristenUnie breekt. Een van de onderhandelaars binnen die partij schreef dat:
    door een fluwelen (r)evolutie de ChristenUnie het lastig vindt vast te houden aan de Bijbel en haar principes.

En dat is precies de oorzaak van haar onzekerheid. Men heeft de revolutie gekozen in plaats van de reformatie.