En een ander deel viel tussen de distelzaden en de distels kwamen op en verstikten het. (Mat. 13:7)
De tussen de distels gezaaide, is hij die het woord hoort, en de zorg van de wereld (...) verstikte het en hij wordt onvruchtbaar. (Mat 13:22)
De zorg van de wereld
In de gelijkenis van de Zaaier tekent de Here Jezus de uitwerking van de Evangelieprediking.
Er zijn mensen waarbij de prediking helemaal niets oplevert. Het gaat zoals bij het zaad dat op harde grond neervalt. De vogels komen en pikken het weg.
Er zijn ook mensen die bij het horen van het Woord een kort moment van blijdschap kennen, maar verder gebeurt er niets. Het zaad is wel in de aarde gekomen maar het grondlaagje is te ondiep.
Nu zijn er ook mensen waarbij de prediking van het Evangelie een goede uitwerking lijkt te krijgen. Zij laten het Evangelie toe in hun leven, ze werken er mee, ze leven er mee, totdat de zorg van de wereld zo groot wordt, dat deze het gezaaide Evangeliewoord in de schaduw stelt, geen ruimte geeft en het daarmee verstikt.De zorg voor het milieu.
Wij leven in een tijd dat er van onze leef-omgeving, het milieu, heel veel gevraagd wordt.
De wereldbevolking groeit, de economie komt in veel landen op een hoger niveau, maar de wereld wordt niet groter, de ruimte en de voorraden nemen niet toe.
Het kan niet anders dan dat de druk op het milieu groter wordt. Op z’n minst zullen voedsel- en grondstoffen-productie moeten blijven stijgen, om in alle behoeften te voorzien.
Wat een zorgen.Opwarming van de aarde
In de kranten lezen wij dat er bepaalde gassen in de lucht voorkomen die de eigenschap hebben de warmte van de zonnestraling vast te houden.
Een van deze gassen is de koolstofdioxide. Het is geen vreemd gas, dat door vervuiling in het milieu zou worden gebracht. Nee, het hoort voor een gering percentage (0,03 %) in de lucht thuis en het is een normaal product van de ademhaling.
We ademen zuurstof in en koolstofdioxide uit, om het maar heel eenvoudig te zeggen.
De zuurstof zorgt voor de verbranding van voedingsstoffen in de lichaamscellen, en dezelfde cellen geven na de verbranding van die stoffen, koolstofdioxide af.
Misschien weten we van de biologielessen nog, dat dezelfde koolstofdioxide weer door bomen en planten wordt ingeademd. De plantencellen maken er voedingsstoffen mee, het is een proces waarbij zuurstof vrijkomt.
Hier ontdekken wij een kringloop. Mens en dier krijgen de zuurstof, planten en bomen ontvangen er koolstofdioxide voor terug.
Zoals gezegd, koolstofdioxide komt vrij bij het verbrandingsproces in de lichaamscellen. Nu is het zo, dat bij alle processen waarbij organische stoffen worden verbrand, hetzelfde gebeurt. Er komt daarbij altijd koolstofdioxide vrij. En daarom zijn alle motoren die er draaien, door hun verbranding van aardolieprodukten of aardgas, leveranciers van dit broeikasgas.
Opwarming van de aarde zou best het gevolg kunnen zijn van toenemende verbrandingsprocessen.Duurzaamheid
We krijgen zo al een aardig lijstje met onderwerpen die de milieu-problematiek vormen: de leefruimte, de voorraden grondstoffen, opwarming van de aarde, en daar hoort natuurlijk ook de uitstoot van giftige gassen door auto’s en fabrieken bij.
Nu schijnen al deze zaken, al deze onderwerpen, een gemeenschappelijke noemer te hebben.
Of het nu over de leefruimte, het broeikaseffect, of de vervuiling gaat, voor het beoordelen van de ontwikkelingen blijkt het woord ‘duurzaamheid’ een passend begrip te zijn.
U kent de reclame wel: “produceert U ook CO2 neutraal?”
Wat er ook plaatsvindt onder de zon, wanneer het uiteindelijk milieueffect van ons handelen nul is, dan is er reden om tevreden te zijn, want de duurzaamheid is gediend.
Wat veroorzaakt wordt, moet weer worden weggenomen, wat weggehaald wordt, moet weer worden teruggezet. Als dat lukt, dan zal de aarde te alle tijde kunnen blijven zoals hij is.
De gedachte dat de aarde vergeleken zou kunnen worden met een kaars, die langzaam maar zeker opbrandt, hoe langzaam het ook gaat, is voor de mens onuitstaanbaar.
Wij willen alles beheersen, onder controle houden, dat is ons verlangen.
Na ons moet de wereld altijd blijven bestaan. Het is een gedachte die rust schijnt te geven. Daarom willen wij, wat er ook ondernomen wordt, dat het effect op het milieu neutraal is.
Zo beraadslaagt de mens, en hij meent alles onder controle te krijgen..Rentmeesterschap
We hebben een aantal onderwerpen genoemd die de mensen bezighouden. En het mag ook zo wezen, dat wij als gereformeerden over genoemde onderwerpen zullen meedenken.
Wat wij niet willen, dat is angstig worden, ons laten benauwen en zenuwachtig laten maken.
Angst is immers een slechte raadgever.
Dat milieueffecten van onze plannen doorgerekend worden en bij de besluitvorming meetellen, dat is prima, maar ons laten traumatiseren door het begrip duurzaamheid, dat gaat te ver, dat mag niet.
Want het heeft er soms van weg, dat het milieu een afgod wordt, in het leven van mensen, “als wij maar steeds weer onze offers brengen, dan kunnen we gerust zijn”.
Voor een rustig (milieu-) geweten is dan elk offer op zijn plaats.
Die kant willen wij niet op.
Wij willen daartegenover positief denken, bij het opzetten van onze zaken, zuinig omgaan met de grondstoffen, maatregelen nemen tegen vervuiling en te alle tijde voorzichtig zijn.
Dat is onze opdracht, en daar willen we in alle gemoedsrust uitvoering aan geven.
In de Bijbel hebben we de opdracht gekregen om te bouwen èn te bewaren. In Genesis 2 vers 15 lezen we: “En de HERE God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren”.
Bouwen en bewaren, dat is de taak van de rentmeester, die weet dat de wereld Gods eigendom is, en dat we om die reden alles netjes achter zullen laten.
Of de aarde daarbij onveranderd kan blijven, dat is een andere vraag.
Zo lezen we in de Schrift over het “ouder” worden van de aarde:“ de aarde en de hemel zullen als een kleed verslijten en als een mantel zult Gij ze oprollen, als een kleed zullen zij ook verwisseld worden”. (Hebr. 1:11b en 12a)
Het beeld is duidelijk, zoals een mantel verslijt, kaal wordt en gaten gaat vertonen, zo ook de aarde. Veel menselijke arbeid en invloeden zullen een verandering en een veroudering geven, effecten zullen niet neutraal zijn, maar blijvende aftakelende gevolgen hebben.
De leefruimte wordt kleiner, en grondstoffen raken op.
Overigens, voor een deel van de problemen kunnen, in een rustige sfeer, goede oplossingen worden gevonden. De rentmeester wordt niet angstig maar krijgt van de Schepper en Onderhouder van de wereld de wijsheid en het inzicht om nieuwe grondstoffen te ontdekken, de koolstofdioxide op andere manieren vast te leggen en om giftige gassen uit lucht te filteren. Geen angst, geen afgodendienst, maar rustig overwegend verder ‘bouwen en bewaren’. En als de wereld op punten toch slijt, dan behoeft dit ons niet te verbazen, het is door de Here duidelijk voorzegd (Hebr. 1).Blijde dienst
Wat kan onze blijdschap in de dienst aan de Here gemakkelijk verduisterd of weggenomen worden.
Industriële activiteiten kunnen we negatief gaan bekijken, voor enige bewondering of enthousiasme is dan geen plaats.
Kunnen wij nog met blijde verbazing kijken naar een voortsnellende auto en de Here danken voor het bijzondere dat Hij de mens heeft gegeven, om te ontwerpen en te fabriceren?
Een zware machine die kranten drukt, een tractor die soms met vijf of meer scharen tegelijk kan ploegen, zeeschepen die uit andere werelddelen onvoorstelbare hoeveelheden producten aanvoeren, ja ook een straaljager of ruimteschip, wat heeft de Here in zijn goedheid de mens veel gegeven, wat heeft hij de mens knap gemaakt om al die zaken uit te vinden en te produceren.
Ongekend; ook de computer, de radio en de beeldbuis, schitterende uitvindingen, fantastisch knap bedacht en uitgevoerd.
Wij kunnen sterk onder de invloed komen van het negatieve milieudenken, en in diepe stress de ontwikkelingen volgen.
De angst voor de toekomst kan ook ons helemaal gaan beheersen en ons zulke parten spelen, dat wij onze levensinrichting er door laten leiden of afbuigen.
Als voorbeeld hiervan denken we aan het tere onderwerp, de “gezinsvorming”.
In het wereldse streven naar ‘duurzaamheid’ past alleen maar een klein gezin. Twee of drie kinderen kan, maar liever één of nog beter géén.
Waar de bevolkingsgroei onder controle is, ja afneemt, daar zou het aardse paradijs weer in het beeld komen.
Gelukkig mag de gelovige zich aan dit aardse denken onttrekken, wij zijn tot vrijheid geroepen. De aarde is een kleed dat verslijt. En dat niet alleen.
Wij weten dat alles in de wereld op weg is naar de grote dag van de Oogst, de dag dat onze Koning en Here komt, het moment waarop “het kleed” verwisseld en een nieuwe hemel en een nieuwe aarde tevoorschijn worden geroepen.
Wij weten dat op weg naar die dag alles ‘vol’ moet worden, alle gerechtigheid, maar ook alle ongerechtigheid. Het getal van de uitverkorenen komt tot volheid, maar ook het getal der goddelozen.
Daarom denken wij niet in termen van ‘duurzaamheid’ maar, met het oog op de komst van de Here, in woorden van ‘volle lofprijzing’.
Alles inzetten tot vergroting van de eer en de heerlijkheid van onze Koning, daar gaat het de gelovige om. De gemeente en de kerk gaan onverstoord door met de dienst aan de hoge God, ziende op de geboden en meewerkend aan Zijn grote toekomst.
Die grote toekomst is pas ‘duurzaam’. Want op de nieuwe aarde begint een nieuwe dienst, en die eindigt nooit.
Daarom mogen we in de kerk grote gezinnen vormen, en de Here prijzen voor het leven in vrijheid. Bij de gelovigen geen angst, geen overdreven zuinigheid, maar een ontplooiing en een ontwikkeling van het leven. De wereld begrijpt hier niets van en kan er wel zeer verontwaardigd over worden. Als we onbegrip ontmoeten, dan dragen wij smaad. Het is de smaad van Christus. Het hoort erbij, de discipel is niet meer dan zijn Heer.
Wat heerlijk als wij echt vrij zijn, ons in zijn koninkrijk wetend, dankbaar de dienst voor zijn Aangezicht verrichten, zonder “zorgen van de wereld”.
De distels uit de gelijkenis van de Zaaier kennen wij niet. Ons geloof wordt er niet door verstikt. Ons Milieu valt samen met het Koninkrijk van God, het is verruimend, inspirerend en vol uitdagingen.
Zo valt het zaad van het Woord, in diepe en weltoebereide aarde, en we dragen veel vrucht, deels honderd-, deels zestig- , deels dertigvoud.