De Koning komt!


En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar Galilea om het evangelie Gods te prediken, [en Hij zeide]: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie. Marcus 1:14 en 15 Aan het begin van zijn Evangelie geeft Marcus enkele citaten uit Maleachi en Jesaja. Hiermee benadrukt hij dat het optreden van Johannes de Doper de vervulling was van de profetie. Johannes was de wegbereider uit Jesaja 40. De ‘heraut’ die de komst van de Koning, de Heiland der wereld aankondigde: “Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.”
Wij kennen geen herauten meer. Misschien herinneren ouderen zich nog de dorpsomroeper, die bij voorbeeld voor een noodslachting de aandacht vroeg door op een koperen bekken te slaan en vervolgens zijn boodschap uit te schreeuwen. Maar ook die heeft al lang zijn tijd gehad. Belangrijke berichten worden tegenwoordig omgeroepen via radio of televisie. En dan gaat het altijd nog om berichten waar je niet op hoeft te reageren. Vrijblijvende mededelingen.
Met een heraut was dat anders. Zijn boodschap had altijd gewicht. Hij was iemand die, legt Van Dale uit, “bij het openbare optreden van een vorst uit zijn naam bekendmakingen deed, plechtigheden organiseerde en leidde, ook wel als afgezant optrad ...” enzovoort. En van een boodschap namens de vorst kun je je niet zomaar afmaken. Dat is geen vrijblijvende mededeling. Die heeft gezag. En daarmee zijn we bij de betekenis die het prediken van Johannes heeft. De oproep tot bekering van deze heraut was een gezaghebbende verkondiging, waar niemand onderuit kon. De Koning komt eraan!

Het is zo ver!


Van de prediking van Jezus geldt in zekere zin hetzelfde als van die van Johannes: Ook Hij kwam ‘prediken’, iets aankondigen op de wijze van een heraut. De boodschap is in principe ook gelijk. Maar er is verschil in accent. Want er zitten verschillende kanten aan de boodschap. Dat zien we wanneer we even verder lezen in Jesaja 40. Daar wordt Sion/Jeruzalem opgeroepen om voor het hele Joodse land als vreugdebode te fungeren. Een vreugdebode, dat is iemand die met goede berichten, met goed nieuws komt. Met evangelie.
En de boodschap is: Hij komt! En uit wat er dan verder wordt gezegd, zien we de figuur van de Komende oprijzen.

    (10)Zie, de Here HERE zal komen met kracht en zijn arm zal heerschappij oefenen; zie zijn loon is bij Hem en zijn vergelding gaat voor Hem uit.
    (11) Hij zal als een herder zijn kudde weiden, in zijn arm de lammeren vergaderen en ze in zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtkens leiden.


Hij komt dus om ieder het loon te geven dat hem toekomt. Woorden die verbonden zijn met gericht, met het laatste oordeel. Maar vervolgens lezen we over de herder die zijn schapen weidt. Naast het gericht de genade.

Johannes predikte de doop der bekering tot vergeving der zonden, als voorbereiding op de komst van de Christus: Hij komt er aan!
Dat is op zich natuurlijk een goede boodschap; evangelie.
Toch wordt het woord evangelie niet gebruikt voor de boodschap die Johannes bracht. Hij sluit direct aan bij de woorden zoals we die in Jesaja 40:10 vinden, over het oordeel dat aanstaande is.
Daarentegen wordt de boodschap die Jezus brengt uitdrukkelijk als een goede boodschap, evangelie getypeerd: Hij ging naar Galilea “om het evangelie van God te prediken”.
En dit evangelie, dit goede nieuws luidt: “De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie.” De Goede Herder laat zijn roepstem horen. Het is zo ver!

De Koning en zijn rijk


Het bijzondere van Jezus’ boodschap is nu, dat Hij zelf de inhoud van de boodschap is. Want als Hij bekend komt maken dat het koninkrijk van God ‘nabijgekomen’ is, wil dat zeggen dat in Hem het koninkrijk van God voor ons staat. Met de komst van deze Mens is het Koninkrijk van God gekomen.
Dit geschapen koninkrijk van God was door de zondeval van Adam, in wie dat koninkrijk was belichaamd, van de aarde verdwenen. De eerste mens, hoewel met eer en heerlijkheid gekroond, had immers gehoor gegeven aan de lokstem van Satan. Daarmee had hij zijn heerschappij uit handen gegeven en was hij in vrijwillige slavernij gegaan onder de overste van deze wereld.
In Jezus Christus, de tweede Adam, keert het geschapen koninkrijk van God terug. In Hem verschijnt de Mens die, anders dan Adam, een volkomen gehoorzaamheid kan opbrengen. De wil van de Vader doen, dat is voor Hem eten en drinken, Joh. 4. Zo kon Hij de Satan verslaan, hem zijn macht ontnemen, en door zijn kruisdood de verzoening met de Vader tot stand brengen.
Dit grote nieuws van het herstel van het koninkrijk, van de herstelde vrede tussen God en mensen, wordt sinds de eerste Pinksterdag over de hele wereld verspreid. Zoals wij dat ook belijden in de Dordtse Leerregels, I,3: “Om de mensen tot het geloof te brengen zendt God in zijn goedheid verkondigers van deze zeer blijde boodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil. Door hun dienst worden de mensen geroepen tot bekering en tot het geloof in Christus, de gekruisigde.” Dat is de taak van de kerk, zoals ook de apostelen die overeenkomstig Christus’ opdracht hebben uitgevoerd, en zoals de trouwe kerk van de Here die nog steeds handhaaft. Omdat zij namens Christus spreekt: “Laat u met God verzoenen!” Ook in haar spreken gaat het dus niet om een vrijblijvende boodschap. Het gaat om leven of dood.
Dit besef is in de moderne wereld en ook onder de moderne christenheid bijna helemaal verloren gegaan. Het bekendmaken, uitroepen van een boodschap met koninklijk gezag is een manier van werken waar al heel lang vraagtekens bij worden gezet. Daarvoor in de plaats is gekomen het gesprek, de dialoog, waarbij niet op voorhand ervan wordt uitgegaan dat een van beide partijen gelijk heeft. Het is fundamentalistisch wanneer je je wilt vastleggen op duidelijke formuleringen, belijdenisuitspraken. Beter is, te proberen in gesprek met de ander te tasten naar de werkelijkheid van God, waar we nooit helemaal greep op kunnen krijgen.
Deze voorliefde voor de dialoog, of het gesprek, leidt tot de ondergang. We herinneren hier alleen aan de ontwikkeling die de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in de laatste decennia van de vorige eeuw hebben doorgemaakt. Het spreken met gezag, het ‘leiding geven’ overeenkomstig het Woord van de Here en de daarop gebaseerde belijdenis en kerkregering, kwam in diskrediet. Het gevolg was dat deze kerken door allerlei wind van leer in verwarring werden gebracht en hun plaats als ‘pijler en fundament van de waarheid’ (1 Tim. 3:15) verloren.
Zij volgden hierin overigens een spoor dat al lang tevoren was uitgezet door de oecumenische beweging. Daar konden de GKv eerst nog wel weerstand aan bieden. Maar uiteindelijk won het verlangen naar eenheid het van de liefde tot de waarheid.

Herauten van de antichrist


Deze oecumenische eenheidsdrang leidt onvermijdelijk tot het vervagen van de grenzen met andere godsdiensten, zoals de islam.
De laatste maanden is dat onder meer gebleken uit de reacties op een open brief uit de islamitische wereld. Deze werd vorig jaar oktober gepubliceerd. De brief was geschreven door een aantal islamitische intellectuelen en gericht aan paus Benedictus XVI ‘en andere christelijke leiders’. Hij bevatte een oproep om elkaar te ontmoeten op basis van de overeenkomsten in beide religies. Dat zijn volgens de briefschrijvers het gemeenschappelijk geloof in één God en het gebod van de naastenliefde. Zij benadrukken bovendien het belang van een goede verstandhouding tussen islam en christendom voor de wereldvrede.
De brief werd in ‘de christelijke wereld’ met veel waardering ontvangen. Het Vaticaan heeft inmiddels een drietal ondertekenaars uitgenodigd voor nader overleg. Ook de andere Europese kerken gingen graag op het voorstel in. Namens hen sprak een comité voor de relaties met de islam dat te Brussel is gevestigd. Het riep de Europese kerken op, positief te reageren op de brief en mogelijkheden voor een dialoog te scheppen. In dit comité zitten afgevaardigden van de Europese bisschoppenconferentie en de Conferentie van Europese Kerken. Het kondigde ook een conferentie aan met moslims uit heel Europa, later dit jaar.
De christelijke leiders in de Verenigde Staten hielden zich ook niet stil. Zij publiceerden een uitvoerig antwoord op de brief van de moslims. Hierin onderstreepten zij de noodzaak van een goede relatie met de islam met het oog op de wereldvrede. Daarom begonnen zij met vergeving te vragen voor de zonden waaraan veel christenen zich schuldig hebben gemaakt tegenover hun moslim-naasten. Die vergeving vroegen zij in de naam van ... de Barmhartige Erbarmer, de naam die in de Koran aan Allah wordt toegekend. Ook lieten zij niet na, uitspraken van Jezus Christus aan te halen. Maar zij vermeden zorgvuldig Hem de eer te geven die Hem als Zoon van God toekomt.
De brief is ondertekend door ook in Nederland bekende mensen als John Stott, Rick Warren, Bill Hybels, Robert Schuller, Nicholas Wolterstorff en andere leidende figuren in de Amerikaanse evangelische wereld.
Al deze blinde en verblinde leidslieden houden de schijn op van in Christus’ naam te spreken. Maar in werkelijkheid zijn zij de herauten van de antichrist. De goede verstaander is gewaarschuwd: hij komt er aan!
Maar wij geloven in overeenstemming met Gods Woord, en de trouwe kerk blijft het verkondigen, “dat als de door de Here bepaalde tijd – die aan alle schepselen onbekend is – gekomen en het getal van de uitverkorenen vol zal zijn, onze Here Jezus Christus uit de hemel zal komen, lichamelijk en zichtbaar, op dezelfde wijze als Hij naar de hemel is opgevaren (Hand. 1:11), met grote heerlijkheid en majesteit. Hij zal Zich openbaren als Rechter over levenden en doden, terwijl Hij deze oude wereld in vuur en vlam zet om haar te zuiveren” (NGB, Art. 37).
Wees getroost! Uw Koning komt!