Meervoudig religieus


Hoe herken je christenen in deze wereld?
Aan hun eeuwige glimlach? Ach nee.
Aan hun dagelijkse jubelzangen? Meestal niet.
Christenen hebben geen etiket op. Zij hebben geen bijzondere kleding aan; behalve op zondag.
Toch zijn ze, als het goed is, herkenbaar. Volgens Titus 2, althans



Weidse blik
Christenen werken op een manier die bij het Evangelie past.
De apostel Paulus legt in Titus 2 uit wat dat betekent.
Oudere mannen moeten, zegt hij, beheerst zijn. Bezonnen. Wijs en verstandig, vanuit het geloof. En zuiver in de geloofsleer.
Oudere vrouwen moeten “leraressen van het goede” zijn. Zij mogen laten zien wat liefde is, in het gezin en daarbuiten.
Jongere mannen moeten de kunst van ouderen afkijken.
Zuiverheid, waardigheid, oprechtheid, rechtvaardigheid, godsvrucht – het komt in Titus 2 allemaal langs.
Ziet het bovenstaande er in 2019 niet wat al te braaf uit? Wordt er bij de kerk op aangedrongen om vooral keurig binnen de lijntjes te leven?

Toch niet.
Bij nader inzien roept de apostel de kerk op om de zaak aanzienlijk groter te zien.
Het is de bedoeling, schrijft Paulus in Titus 2:13 en 14 dat christenen op die manier leven terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, ?Jezus? ?Christus. Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle ?wetteloosheid? en voor Zichzelf een eigen volk zou ?reinigen, ijverig in goede werken.
Ziet u dat?
Het Evangelie van Pasen en het blijde bericht van de wederkomst van de Heiland worden in één adem genoemd. Het Paasevangelie, Christus’ wederkomst en onze levensstijl zijn sterk aan elkaar verbonden!

Nee, het lidmaatschap van de kerk is geen collectieve oefening in braafheid.
Integendeel – met het lidmaatschap van de kerk tonen wij dat wij, in alle omstandigheden van het leven, alles verwachten van de Here Jezus, onze Heiland.
Dankzij Hem gaat het met ons altijd de goede kant op!


Spirituele creativiteit
In onze tijd is het van enig belang om dat te benadrukken.
Niet zo lang geleden werden resultaten bekend van het onderzoek ‘Meervoudig religieus: Spirituele openheid en creativiteit onder Nederlanders’.
Het Reformatorisch Dagblad meldde op woensdag 5 december: “Na het combineren van christendom en boeddhisme komt het mengen van christendom en jodendom het vaakst voor. Het christelijk geloof blijft vaak de boventoon voeren, omdat dit in veel gevallen de oorspronkelijke religie van mensen is.
Het gebeurt ook dat elementen van de islam worden overgenomen of dat moslims onderdelen van andere godsdiensten overnemen. Het kan daarbij gaan om rituelen of praktijken, zoals mediteren of vasten, maar ook om directe betrokkenheid bij een gemeenschap of het ervaren van emoties. Ongeveer 7 procent van de bevolking combineert christendom en islam”.
Dat klinkt allemaal oecumenisch. Of op z’n minst vredelievend. Aantrekkelijk misschien ook – u kunt overal een beetje meedoen en meepraten. Daar wordt uw leven rijker van, zeggen de mensen.


Supermarkt
In feite is dat niet zoveel nieuws.
Tegenwoordig gebeurt het nogal eens dat kerkgebouwen door een grote verbouwing worden omgetoverd tot een supermarkt.
Maar laten we wel wezen – de kerk werd vaak al een supermarkt, nog voordat er Jumbo, Albert Heijn of Plus op kwam te staan. Iedereen kon in de kerk halen wat hij wilde. De vloeibare kerk heette dat; in het Engels: liquid church. Vaste stof was niet meer in de aanbieding.
In Hebreeën 5:12-14 kunnen we lezen: Want hoewel u, gelet op de tijd, leraars zou moeten zijn, hebt u weer iemand nodig die u onderwijst in de grondbeginselen van de woorden van God. U bent geworden als mensen die melk nodig hebben en niet vast voedsel. Ieder immers die van melk leeft, is onervaren in het woord van de ?gerechtigheid, want hij is een ?kind. Maar voor de volwassenen is er het vaste voedsel, voor hen die hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad.
Welnu, die vaste spijs was in veel Nederlandse kerken niet meer te vinden. Al jaren niet meer. Het aangeboden voedsel is vloeibaar geworden. Het sijpelt naar buiten; daar zakt het weg – de grond in. En weg is ‘t.
De kerk werd zo een supermarkt. Voor elk wat wils, van pizza tot pils.
Oftewel: je moet je eigen geloof vorm geven. Dan blijf je dicht bij jezelf. Zeg maar: van opgeruimd orthodox tot het boeddhabeeldje van Blokker.
Het is al zo’n veertien jaar geleden – het was op zaterdag 5 maart 2005 – dat het Nederlands Dagblad deze ontwikkeling samenvatte onder de kop: “Het nieuwe geloven: Gij zult uzelf gelukkig maken”.

Het gebeurde in dezelfde tijd – het was zo’n twee jaar later – dat in een boek over gemeenteopbouw geschreven werd over de kringloop van geloofsgemeenschappen. Het is, zo noteerde men indertijd, een kwestie van opgaan, blinken en verzinken. In kerkopbouwtaal: kerkplanting, groei, continuïteit, revitalisering en kerksluiting.
Zegt u nu zelf: dat hele systeem oogt wel logisch; u en ik hadden het zelf kunnen bedenken. Maar dat is het 'm nu juist. Wij moeten dat niet zelf bedenken.
Gedurende de gehele wereldgeschiedenis geldt: in de kerk is volop werk in uitvoering!


Niet zelf bedacht
Uit Titus 2 leren wij  dat de Here Jezus Christus ons vrijgekocht heeft. Hij heeft meer dan Zijn rijkdom gegeven. Zijn leven namelijk. En Hij komt terug om al Zijn kinderen te verzamelen en hen mee te nemen naar Zijn woonplaats, de hemel.
Verlossing van de zonde – dat kunnen wij niet zelf bedenken. Voor die verlossing kunnen wij niet zelf zorgen. Wij kunnen aan onze verlossing geen eigen bijdrage leveren. We kunnen niks betalen. Lichamelijke of geestelijke inspanningen helpen ook niet.
Het christelijk geloof is daarin uniek. Het is daarom, goed beschouwd, mijlenver van andere godsdiensten verwijderd.

Er staat nog meer in Titus 2.
Namelijk dit.
De Heiland heeft ons vrijgekocht van alle wetteloosheid.
Thans hebben westerlingen van 2019 wellicht de neiging om te gaan protesteren. Als je niet christelijk bent, of niet christelijk doet, wil dat toch niet meteen zeggen dat je wettelóós bent?
In het citaat staat een vorm van het Griekse woord anomos.
Een uitlegger schrijft over dat Griekse woord:  In het Oude Testament duidt ‘wetteloos’ op het overtreden van Gods Wet; daarmee is het vrijwel synoniem met goddeloos. Een ‘wetteloze’ stoort zich niet aan Gods geboden en leeft naar eigen maatstaven. We vinden dit vooral in Psalmen, als de schrijver treurt over wie Gods Wet overtreden, en Spreuken, die ons vermanen dat nu juist niet te doen. En bij de profeten, vooral Jesaja en Ezechiël, die veel hebben te vertellen over de wetteloosheid van het volk die zal leiden tot de ballingschap. In het Nieuwe Testament komt het begrip slechts beperkt voor, maar ook daar vooral voor overtreders van Gods Wet. Soms slaat het echter op heidenen. Niet zozeer omdat zij Gods Wet overtreden, maar omdat zij die niet ‘bezitten.
Welnu, wij zijn het eigendom van de Here Jezus Christus, onze  Heiland.
Daarom bezitten wij nu ook de wetten die Hij gegeven heeft.
Dus is wetteloosheid ongerijmd. Die kan in de kerk niet meer aan de orde zijn. Dan wordt het doen van goede werken ons handelsmerk!

Dan zijn we zelfs ijverig in goede werken, schrijft Paulus aan Titus.
En misschien denkt een enkeling in 2019 wel: ‘Het is al zo’n hectische tijd. Komt deze drukdoenerigheid er nu ook nog bij?’.
Laten wij niet vergeten dat de Heiland voor ons geleden heeft om voor Zichzelf een eigen volk te ?reinigen. Ziet u dat? Hij doet het Zelf. Hij Zelf legt ons leven op een nieuwe koers!


Mooie melange?
Nee, die reiniging is geen gelukkige combinatie van componenten uit – pak ‘m beet – drie of vier godsdiensten. Sommige mensen denken geluk af te kunnen dwingen door de juiste mix van godsdienst, meditatie, rust en persoonlijke emotie.
De onderzoekster die de hierboven gememoreerde research deed, zegt: Sommige mensen ervaren onvrede over hun kerk. Over de nadruk op zonden, dogma’s en dat je moet geloven, terwijl emotionele betrokkenheid voor hen veel belangrijker is.
En:
Multireligieuzen vormen geen groep, maar zijn een verzameling van losse individuen. Tegelijkertijd is er een sterk verlangen naar gemeenschapszin.
Flexibel geloven, heet zoiets vandaag de dag.
Gereformeerde mensen mogen het belijden: als er Iemand bij onze levens betrokken is, dan is het onze Heiland wel. Hij heeft Zich aan Zijn kinderen verbonden. Jawel, met een eeuwig verbond. Een verbond tot voorbij Christus’ wederkomst dus. Een verbond tot in de hemel.
Daar is heus geen mooie menselijke mix voor nodig!