Dordt maakt het onderwijs in orde (2)


Nu zou je kunnen zeggen: Oké, van hogerhand wordt iedereen nu gedwongen om naar de middagdiensten te gaan, maar daarmee win je toch niemand voor het evangelie? Je kan mensen toch niet dwingen om naar de kerk te gaan. Nou, daar heeft de synode van Dordt ook oog voor gehad. Zo werd benadrukt dat de catechismuspreken bevattelijk moesten zijn voor de jeugd. In geen geval zou het mogen gebeuren dat de voorganger de jonge hoorders uit het oog zou verliezen. En voor verdere besluiten had de synode een bewonderenswaardige aanpak. Ze zag in dat alleen de verklaring van de catechismus vanaf de preekstoel niet voldoende zou zijn om de onwetende jeugd de eerste fundamenten van de christelijke religie op hun niveau in te scherpen. Dus gingen ze op zoek naar aanvullingen. Dat was een taak voor de volgende dag.

Buitenlandse afgevaardigden

En hoe de synode dat aanpakte is erg interessant om te horen. De synode van Dordt was een groot en bont gezelschap. Er waren namelijk afgevaardigden uit heel Europa aanwezig. En daar kon nu gebruik van gemaakt worden. Want dat is een van de doelen van zusterkerkrelaties, je kan leren van elkaar. Er zijn misschien wel verschillen, maar wat vooral opvalt is dat ze allemaal een vergelijkbare aanpak hanteerden. Die woensdag moesten de buitenlandse afgevaardigden schriftelijk hun advies uitbrengen over hoe de catechese aangepakt moest worden met jongeren en ouderen. Dus in de gebruikte taal, in het Latijn, kreeg het moderamen uiterlijk vier uur ’s middags op deze woensdag de adviezen aangeleverd. Op grond van die adviezen kon het moderamen dan een voorstel doen voor het besluit. En zo kregen ze een zestal adviezen aangereikt. Dat is toch een hele mooie manier van werken! Iets waar we vandaag wel jaloers op kunnen zijn. Want zo’n breed aantal adviezen kan een synode tegenwoordig niet meer vragen.

Groot-Brittannië

Maar toen wel, en de eersten die advies mochten geven waren de theologen uit Groot-Brittannië. Die gaven aan dat de kinderen die naar school gaan onderwijs moesten krijgen in: de Apostolische geloofsbelijdenis, het Onze Vader, de tien geboden en de sacramenten. Niet toevallig zijn dat de grootste delen van de Heidelbergse Catechismus. Wat de jeugd en de volwassenen betreft moest de hele catechismus gebruikt worden. Na de middagdienst op zondag moesten dan de kinderen overhoord worden door de predikant en moesten ze de catechismusvragen kunnen beantwoorden. Dan volgt er nog een bijzonder advies: de overheid moet de nalatige ouders, schoolmeesters en leraars niet ongestraft laten. Als zij niet aanwezig zijn bij de overhoring van de kinderen wordt hen een geldboete opgelegd! Opvallend is daarnaast nog dat de Engelse theologen benadrukken dat elke ziel voor God even aangenaam is, en dat daarom de armere kinderen niet buiten het geloofsonderwijs mogen vallen.

De Paltz

Alle afgevaardigden waren het erover eens dat catechisatie noodzakelijk is, maar de manier hoe dit moest plaatsvinden kon wel wat verschillen. De volgende afgevaardigden waren theologen uit de Paltz. Dat ligt in Duitsland, het is een regio die tegen Luxemburg aanligt. En in de Paltz vinden we ook de plaats Heidelberg.
In de Paltz werd een onderscheid gemaakt tussen drie groepen die catechisatie nodig hadden: de kleine kinderen, de jongeren, en de ouden en bedaagden. Aan de kleine kinderen moest op de scholen catechisatie gegeven worden, maar de andere groepen kregen dat in de kerk. En dan volgt nog een opmerking: ‘Maar omdat de bedaagden maar moeilijk toelaten dat ze catechisatie ontvangen, is het vooral belangrijk dat de jóngeren catechisatie krijgen.’ De waarde van catechese werd hoog ingeschat, dat blijkt bijvoorbeeld uit het volgende citaat waarin een koppeling gemaakt wordt met een bijbeltekst uit Joël: ‘In betrekking tot deze zaak nu, aangezien de Doorluchtigste Keurvorst van de Paltz, onze genadigste Heer, geen kosten heeft gespaard, is het in weinig jaren gebeurd, dat in de Paltz, volgens de woorden van Joël, de zonen en dochters profeteren, de ouden dromen dromen, en de jongelingen gezichten zien.‘  Er volgt dus rijke zegen op de catechese als deze op een goede manier plaatsvindt. Maar, valt opnieuw op, het is wel allemaal bij de gratie van de overheden, die moeten maar net willen dat er wordt gecatechiseerd. Net als bij Groot-Brittannië, wijzen de theologen uit de Paltz zondag na de middagdienst aan voor het publiek verhoren van de catechismus. En opnieuw wordt van de jongsten iets minder stof verwacht, maar van de ouderen de hele catechismus.

Hessen

Dan zijn er de afgevaardigden uit Hessen. Dat ligt in het midden van Duitsland en de plaats Kassel en Marburg spelen daarin een belangrijke rol. Deze theologen waren erg praktisch en gaven veel specifieke adviezen. Zo was hun advies dat de schoolmeesters en de predikanten de tekst van de catechismus meerdere keren met een duidelijke stem zouden voorlezen. De vreemde of moeilijke woorden moesten ze duidelijk uitleggen. En bij het overhoren moesten de fouten direct verbeterd worden, en na een paar keer herhalen weer van de leerlingen gevraagd worden.
Of nog zoiets praktisch. Ze vonden het ook van belang dat de huisvaders en huismoeders gevraagd werden naar hun kennis van de catechismus, maar gaven wel mee dat dit niet samen met de anderen in huis moest gebeuren. Want dan zouden de ouders misschien beschaamd gemaakt worden en hun waardigheid en aanzien verliezen en dit belangrijke gebruik niet meer waarderen. Ook adviseerden ze de overheid te verzoeken om alle spelen op zondag te verbieden, zodat de sabbat niet wordt ontheiligd, en het volk aan te zetten, eventueel zelfs met geldboetes, om naar de catechismus overhoringen te gaan.

Zwitserland en Geneve

Ook de afgevaardigden uit Zwitserland hadden zo hun adviezen. Het is goed om hier even op te merken dat de buitenlandse kerken de gewoonte hadden om op zondag meerdere diensten te hebben waarvan tenminste één dienst een catechismuspreek had. Soms hoor je wel dat dat dat typisch Nederlands zou zijn, maar we zien hier dat het juist de buitenlandse kerken waren die de Nederlandse kerk daartoe aanzette. Om het catechetisch onderwijs nog meer kracht bij te zetten werd er in Zwitserland elke week ook op een werkdag een catechismuspreek gehouden.
De theologen uit Geneve (onderscheiden van Zwitserland) hadden nog een praktisch advies, dat de andere afgevaardigden ook belangrijk vonden. Kleine kinderen of mensen die moeilijk leren kun je geen grote catechismusvraag laten beantwoorden. Maar, zeiden ze, je moet de lange vragen niet door sommige woorden weg te laten verkorten. Want wie een eigen versie maakt van catechismusvragen zorgt er maar voor dat mensen in de war raken, waardoor het alleen maar moeilijker wordt om de hele catechismus uit je hoofd te leren. De theologen uit Geneve hadden nog meer punten die als zachtmoedig overkomen. Zo zeiden ze dat geldboetes, gevangenis- en andere politieke straffen niet goed zijn om in de kerk in te voeren, want ze strijden met de christelijke zachtmoedigheid en in het Oude en het Nieuwe Testament vinden we er geen voorbeelden van. Dat is opvallend, want van de theologen uit Groot-Brittannië en Zwitserland (als geheel), klonk het advies om juist wel geldboetes te gebruiken.

Emden

Ten slotte rest nog Emden, dat ligt tegenover Delfzijl in Duitsland. Daar ging het bijzonder goed met het catechetisch onderwijs. De schoolmeesters brachten elke zondag na de middag hun leerlingen naar de kerk. De kinderen van vijf of zes jaar zeiden dan de belangrijkste vragen van de catechismus uit hun hoofd op. Vijf of zes jaar! De andere leerlingen moesten onderweg de vragen uit hun hoofd opzeggen die in de preek behandeld waren. En op die manier lukte het daar dat de kinderen van acht, negen en tien jaar de hele catechismus uit hun hoofd konden opzeggen! In Emden werd er echt ernst mee gemaakt, de ouders thuis moesten op de zondagen en andere feestdagen ’s avonds met de kinderen de catechismus overhoren, zodat de kinderen en de ouders de catechismus niet zouden vergeten.

Op die woensdag is er dus veel besproken. Op de vrijdag werd er vervolgens door de synode een besluit genomen. Daarin kun je precies aanwijzen waar de adviezen van de buitenlandse afgevaardigden zijn opgevolgd.

Driehoek/triangelgedachte (bij Dordt)

Typerend voor het besluit van de synode van Dordt over de catechese is een driedeling. Een driedeling die de meesten ook nu wel zullen kennen: de driehoek van gezin, school en kerk, die ook wel wordt aangeduid met de triangelgedachte. Het geloofsonderwijs moet op die drie plekken elkaar aanvullen en niet tegenspreken. Gezin, school en kerk moeten de veilige plekken zijn voor de kinderen om in het geloof onderwezen te worden. De synode spreekt over drie manieren van catechese.

Gezin

Eerst de taak van de ouders, zij moeten hun kinderen zoveel als zij kunnen onderwijzen in de vreze des Heeren, en hen klaarmaken om op school de catechisatie te volgen. Ouders die nalatig waren hoefden gelukkig niet te rekenen op celstraffen en geldboetes, maar werden wel door de kerkenraad ernstig vermaand.

School

Op school hebben de schoolmeesters hun taak. Dat moesten mannen zijn die lid waren van de gereformeerde kerk, vroom waren in het leven, en de leer van de catechismus goed kenden. Daarom moesten ze ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus ondertekenen. Op de scholen moesten drie leerboeken zijn: een klein boekje voor de kleine kinderen, een uittreksel van de Heidelbergse Catechismus voor de wat gevorderden en de hele catechismus voor de oudsten. Op het punt van de school was de samenwerking met de overheid een voordeel. De synode gaf de overheid de opdracht te zorgen dat er overal scholen waren en dat de schoolmeesters een goed salaris kregen. Op die manier konden ook de arme kinderen naar school, omdat de schoolmeesters dan niet meer afhankelijk waren van het schoolgeld van de kinderen.

Kerk

In de kerk kregen vooral de predikanten een taakbeschrijving mee. Zij moeten uit de catechismus preken, maar wel op zo’n manier dat niet alleen de ouderen het begrijpen, maar ook de jeugd. Die aansluiting met de hele gemeente blijft wat dat betreft de eeuwen door een opgave. Opvallend is daarbij nog de taak van de predikant om de school te bezoeken en erop toe te zien dat alles goed ging. Dit kon hij doen met een ouderling en als dat nodig was met iemand van de overheid. Op die manier werd er gezorgd dat die driehoek van gezin, school en kerk elkaar goed aanvulde en op elkaar aansloot.

Driehoek/triangelgedachte (vandaag)

Vandaag is die driehoek van gezin, school en kerk op veel plekken doorbroken.
Daar ligt voor ons ook zéker een taak. Natuurlijk op het gebied van gezin en kerk, de ouders hebben hun taak om de kinderen te onderwijzen en ook in de kerk moet de gemeente voorzien worden van onderwijs. Maar in het bijzonder ligt er een taak bij het punt van de school. Want waar vind je een school die gezin en kerk aanvult, en waar deze ook op aansluit? Een veilige omgeving voor de kinderen waar ze op een goede manier gevormd worden? Dan kan er gekozen worden om de kinderen naar een school te sturen die misschien niet helemaal, maar wel zoveel mogelijk aansluit op kerk en gezin. Dat kan als noodoplossing functioneren en dat vraagt om extra zorgvuldigheid van de ouders en de kerk. Want de gebreken van zo’n school moeten wel opgevangen worden. Op die manier zijn er nu constructies opgezet die veel goed werk verrichten. Denk bijvoorbeeld aan de verschillende bijbelscholen, dat is iets waarvoor we dankbaar moeten zijn! God zij geprezen voor alles wat Hij aan zijn kerk geeft!
Toch moeten we ons beseffen dat het nog steeds mogelijk is om die driehoek van gezin, school en kerk te laten functioneren. Nee, de overheid stimuleert niet zoals in de tijd van de Dordtse Synode het stichten van gereformeerde scholen. Maar het is nog wel mogelijk! Denk bijvoorbeeld aan de gereformeerde basisschool De Triangel in Rolde die op deze manier is gesticht. Dat is een klein initiatief, maar het kon wel gerealiseerd worden.

Catechumenaat

Tijden veranderen, maar de noodzaak van goed godsdienstonderwijs blijft bestaan. Naast de scholen vindt dat plaats in de catechese. Het catechisatieonderwijs zoals we dat in de kerk kennen is niet zomaar uit de lucht gegrepen, maar zoals we al zagen is het een praktijk die de eeuwen heeft doorstaan en ook aan de Nederlandse kerken is gegeven op advies van buitenlandse kerken. Al in de eerste eeuwen van het bestaan van de christelijke kerk was er zelfs al sprake van catechese.
In die tijd van snelle verbreiding van het evangelie was dat in het bijzonder gericht op mensen die toetraden tot de kerk vanuit de wereld. Dat werd het catechumenaat genoemd, vanuit de gedachte van Mattheüs 28:19; [c]Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.[/c]  Twee tot drie jaren waren mensen die toetraden tot de kerk catechumeen, daarin stond een christelijke levensstijl en christelijk onderwijs centraal. Vooral de 12 artikelen van de Apostolische geloofsbelijdenis werden daarin uitgewerkt en onderwezen. Na die periode werd zo iemand gedoopt en mocht hij deelnemen aan het Heilig Avondmaal. Opvallend is hierbij dat de catechumenen pas nadat zij gedoopt waren vervolgcatechese kregen met onderwijs in de sacramenten.
De verbinding met de sacramenten heeft ook de synode van Dordt in 1618/1619 benadrukt. Naast de 12 artikelen van de Apostolische geloofsbelijdenis heeft ook het onderwijs in de sacramenten in de Heidelbergse Catechismus een belangrijke plaats. De buitenlandse afgevaardigden bevestigden dat alleen zij tot het Heilig Avondmaal mochten worden toegelaten, die de leer van de catechismus goed kennen en voor de hele kerk openlijk rekenschap van hun geloof hadden afgelegd. Voor een recht gebruik van de sacramenten moet er éérst onderwijs in ontvangen worden.

Het Kort Begrip

Opvallend is dat de synode ook nog een besluit nam over een kort begrip. Dat is dat geschrift achter in het Gereformeerd Kerkboek, waar we vandaag eigenlijk weinig meedoen en waarvan we ons al snel afvragen waarom het in het Gereformeerd Kerkboek staat. De synode wilde een geschrift hebben dat de afstand tussen het losse onderwijs in de belangrijkste punten van het christelijk geloof en het onderwijs in de Heidelbergse Catechismus kon overbruggen. De Heidelbergse Catechismus bevat namelijk veel lange antwoorden en daarmee zijn niet alle vragen en antwoorden voor alle leeftijdsgroepen en situaties geschikt. Men vond het van belang dat een kort begrip gemakkelijk als opstapje kon functioneren voor de Heidelbergse Catechismus, daarom moesten de zinnen in het kort begrip hetzelfde zijn als in de Heidelbergse Catechismus. Anders zou je in de war raken. Ook dit besluit over een kort begrip werd genomen op advies van de buitenlandse afgevaardigden. In de inleiding, zoals die later is toegevoegd voor het Kort Begrip, lezen we het volgende: Het kort begrip kan speciaal dienen bij het onderwijs van volwassenen die zich bij de kerk willen voegen. Er moet uitdrukkelijk op gewezen worden, dat het Kort Begrip geen officieel kerkelijk gezag heeft en dat het nooit de Heidelbergse Catechismus van zijn plaats als kerkelijk leerboek mag verdringen. Ook het Kort Begrip hebben we dus te danken aan de synode van Dordt, maar verdere bezinning over hoe we dit geschrift kunnen gebruiken zou goed zijn.

Conclusie

Concluderend kunnen we stellen dat we veel te danken hebben aan de Dordtse Synode. Toch moeten we niet idyllisch terug gaan kijken naar die periode. Het klinkt mooi dat de overheid op zoveel manieren het kerkelijk leven kon faciliteren, maar diezelfde overheid heeft de kerk er ook lang van weerhouden opnieuw een synode voor het hele land te beleggen na 1619. En ook veel kerkhervormingen heeft ze tegengehouden. Hoewel de besluiten van Dordt goed waren, zijn ze niet overal uitgevoerd. In Amsterdam, Delft, Amersfoort en Utrecht zijn nog lange tijd schoolmeesters geweest die niet de drie formulieren van enigheid ondertekenden, of zelfs nog lid waren van de roomse kerk. De noodzaak van doorgaande reformatie bleef bestaan, maar ook vandaag de dag blijft die noodzaak bestaan. Satan is er alle eeuwen op uit om het kerkvergaderend werk van Christus kapot te maken, en ook de mens deelt naar zijn zondige natuur deze doelstelling. Maar tegenover deze verschrikkingen mogen we de volgende belijdenis uitspreken: Dat de Zoon van God uit het hele menselijke geslacht Zich een gemeente, die tot het eeuwige leven uitverkoren is, van het begin van de wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt.  Ook de synode van Dordt mocht daarin voor de Nederlandse kerken een belangrijk instrument zijn.